Tartit is een Toeareggroep afkomstig uit de streek rond Timbuktu, Mali. In een vluchtelingenkamp tijdens de Toearegopstand in de jaren negentig besloten deze vijf vrouwen en vier mannen Tartit op te richten. Het woord Tartit betekent 'unie' en de teksten gaan dan ook over liefde, vrede, ballingschap en politiek engagement. De vrouwen van Tartit worden door de VN erkend als een organisatie die de Toearegcultuur bewaart en verspreid. Ze spelen hypnotiserende woestijnmuziek die gebaseerd is op cyclische ritmes en indrukwekkende zangtechnieken. De solist wordt begeleid door een vrouwenchorus en hypnotiserend off-beat handgeklap. Enkel de vrouwen hanteren de tinde drums en de heren bespelen de (elektrische) snaarinstrumenten zoals de tehardent luit en de imzad viool. In de Toearegcultuur wordt de vrouw gezien als een bron van innerlijke rust, terwijl de man dat niet is. En gelijk hebben ze!

Tartit evoceert een tribale, mysterieuze wereld die overheerst wordt door zwoele trance. De plaat opent met het nerveuze 'Tabey Tarate'. Een enerverend luitgetokkel zoekt even naar een geschikt extatisch patroon om zich daar vervolgens het hele nummer in te nestelen. Tegenover het snelle getokkel van de luit staat trage, maar stevige percussie die het lied door zijn tempo een enorme kracht geeft. Chaotisch door elkaar gillende vrouwen brengen de broeierige sfeer van Mali helemaal tot leven.
Veel rustiger is het zomerse 'Ansari' dat is gebouwd rond de zangmelodie. Een hese mannenstem zingt een rustig kabbelende frase die unisono wordt meegespeeld op de elektrische gitaar wat het geheel een erg bluesy karakter geeft. De erg sobere baslijn geeft het nummer een extra warme klankkleur mee. Vervolgens geven de vrouwen een eerste antwoord en drijven ze het tempo op met opzwepend handgeklap. Deze uiterst ritmische omgeving is de perfecte achtergrond voor een gitaarsolo die charmeert door zijn typisch Afrikaanse bluesklank en –motiefjes.
Na de zwoelheid van 'Ansari' is het tijd voor een vrouwenmoment in 'Eha Enia'. Een web van handgeklap en trommels creëert een opgefokt sfeertje waarin de schele, nasale stem van de soliste helemaal tot haar recht komt. Deze rituele sfeer zet zich door in 'Al Jahalat' waarin een zeurende imzad viool de melodie voorstrijkt voor de vrouwen. De repetitiviteit van de snelle melodie en de kale begeleiding zorgen wederom voor een drukkende sfeer. 'Achachore I Chachare Akale' laat zich dan weer kenmerken door de veelheid aan instrumenten: felle nootjes tokkelen op de viool de zangmelodie mee, een minimale bas zorgt voor een vol buikgevoel, terwijl de gitaar er tingelend wordt doorgeweven. Dan drukt Tartit plots de gaspedaal volledig in en gaat het nummer in een razende versnelling ervandoor, richting extase en climax.

'Abacabok' creëert een prachtige, auditieve woestijnwereld. Het mooie evenwicht tussen de verschillende stemmen en het erg functionele gebruik van melodie en cyclische ritmes brengen de luisteraar dicht bij een trance ervaring. Wie de volle zeventig minuten echter wilt uitzetten, moet niet vies zijn van wat herhaling.

Meer over Tartit


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.