De enorme hoeveelheid cantates die Georg Philipp Telemann componeerde, genieten niet dezelfde bekendheid als die van Johann Sebastian Bach. Met meer dan duizend bewaard gebleven cantates, lijkt de verzameling religieuze werken van de in Hamburg werkzame componist dan ook onoverzichtelijk maar in wezen gebruikte Telemann dezelfde werkmethode als Bach. Hij componeerde in jaarlijkse cycli, waarbij voor elke zondag van de kerkelijke kalender een cantate geschreven werd, vaak op tekst van dezelfde librettist. In dit tweede volume met cantates van Telemann, presenteren de Rheinische Kantorei, Das Kleine Konzert en haar dirigent Hermann Max drie nieuwe cantates: een feestelijke cantate voor pasen (TWV1:1541) en twee cantates (TWV 1:1339 en 1:698) die voor zondagen in het najaar gecomponeerd zijn.

‘Weine nicht! Siehe, es hat überwunden der Löwe’ is een cantate voor het paasfeest en dat wil in de achttiende eeuw zeggen dat de instrumentatie behoorlijk uitgebreid is, met veel trompetgeschal in de koren en aria’s. En hoewel Telemann zijn trompetten misschien niet zo inventief inzet als Bach, maken passages als de tenoraria ‘Auf, auf, erlösete Seele’ een triomfantelijk martiale indruk. De verschillende aria’s bevatten meer intiemere trompetmomenten en zulke solo’s brengen de muzikanten van Das Kleine Konzert, en dan vooral trompettist Hannes Rux met een bewonderenswaardige finesse en muzikaliteit.

Een goede cast van vijf solisten maakt deze opname af. Eerste sopraan Veronika Winter mag opvallen met een fijne stem en een kristalheldere sonoriteit. Dat werkt uitstekend in de aria ‘Singt nicht dein Herz’, die vol staat met echo-effecten tussen haar en tweede sopraan Jenny Haecker. Dat verleent aan de aria een onschuldig, bijna naïef affect. Deze aria is trouwens een van de meest originele stukken op deze plaat, met een frisse, aanstekelijke melodievoering waar ook de uitvoerders zich hoorbaar door laten inspireren.

Deze opname deed beroep op een echte alt en niet op een countertenor en gezien de vrij lage ligging van sommige aria’s is dat geen slechte keuze. De Zweedse Lena Susanne Norins warme, welluidende stem blijft dan ook een plezier om te beluisteren. Tenor Jan Kobow is geen onbekende in de barokwereld en met zijn milde tenorstem voert hij deze muziek trefzeker en met een goed verstaanbare dictie uit.

Bas Ekkehard Abele tot slot, mag meermaals snelle coloraturen presenteren in zijn ara’s en kwijt zich op behendige wijze van zijn taak, met loopjes die opmerkelijk accuraat neergezet worden. Het relatief kleinschalige stemgeluid waarvoor hij kiest (die een mooie balans vindt met de begeleiding), zal daar zeker niet vreemd aan zijn.

De Rheinische Kantorei mag slechts een betrekkelijk kleine rol spelen in de cantates maar kwijt zich uitstekend van zijn taak. Zo is er bijvoorbeeld het zachtaardige koor ‘Ach Gott, tu dich erbarmen’ uit de cantate ‘Sie verachten das Gesetz des Herrn Zabaoth’, waar dit kamerkoor voor een opvallend innige lezing zorgt. Snellere passages, zoals het openingskoor uit de cantate ‘Sie verachten des Gesetz des Herrn Zabaoth’ met zijn meermalige polyfone inzetten, zingen de koorzangers met een energie en een inzet die men ondertussen wel bijna mag verwachten van barokopnames maar die steeds weer een voortreffelijke indruk maakt. Het is zo een meesterlijke uitvoering, zowel van het orkest als van het koor en de solisten die dit wat vergeten repertoire opnieuw zijn glans verleent.

Meer over Georg Philipp Telemann


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.