De meeste opnames die van de Roemeense dirigent Sergiu Celibidache (1912-1996) gekend zijn, zijn van live-concerten, omdat hij in 1953 besliste om geen studio-opnames meer te maken. Op de aan hem gewijde aflevering van 'Great Conductors of the 20th Century' staan naast verschillende live-uitvoeringen toch 3 zeldzame studio-opnames. Het betreft fragmenten uit Tsjaikowski's 'Notenkraker', Mozarts 25ste symfonie en Prokofievs 'Klassieke Symfonie'. Ze dateren alledrie uit 1948 en zijn dan ook opnametechnisch van wat lagere kwaliteit dan de latere opnames.
Mist de opname van Mozart (met het London Philharmonic Orchestra) in het eerste deel wat richting, dan wordt dat gecompenseerd door de rijke strijkersklank in het Andante. Het slotdeel krijgt de opbouw en de ritmische precisie die het nodig heeft. In de 'Klassieke Symfonie' speelt de Berliner Philharmoniker, waarvan Celibidache tussen 1945 en 1954 vaste dirigent was. Ondanks de doffe klankkwaliteit valt op dat het orkest erg licht en transparant speelt. Het dansante karakter van het tweede thema van het openingsdeel wordt bijvoorbeeld benadrukt door het licht loszetten van de noten. De finale wordt gekenmerkt door grote dynamische contrasten, die echter nooit brutaal zijn. Deze uitvoering toont, duidelijker dan de Mozart-symfonie, aan dat Celibidache telkens naar één punt in een stuk toewerkt. De 'Notenkraker'-fragmenten, ook met de London Philharmonic, krijgen een ontzettende drive mee. Elke noot krijgt zijn tijd, zelfs in razendsnelle tempi. In het enige tragere stuk, de 'Danse des Mirlitons', speelt Celibidache met vertragingen en fermate's. Die geven het hoofdthema dat er telkens op volgt de nodige ironie.
Bij de andere werken op de cd zit naast bekend ook onbekend repertoire. Bij het symfonieorkest van de Zweedse radio programmeerde Celibidache geregeld Zweedse muziek, waarvan de 3de symfonie van Franz Berwald en een ouverture van Hilding Rosenberg voorbeelden zijn. Daarnaast is ook een uitvoering van de 'Hamlet-suite' van Heinz Tiessen op deze cd te vinden. Tiessen was Celibidache's compositieleraar en werd door hem beschouwd als zijn muzikale mentor. Zijn 'Hamlet-suite' is programmatorisch. Zo wordt de storm uitgebeeld door toonladderfiguren en tremolo's, en de dood van Ophelia door een expressieve melodie in de strijkers. De harmonie zit vol dissonanten die door Celibidache tegen elkaar worden uitgespeeld, maar er is ook ruimte voor traditionelere melodievorming. De ouverture van Rosenberg ligt stilistisch in dezelfde lijn, maar is melodisch meer doorwrocht. De symfonie van Berwald dateert uit de 19de eeuw. Het begindeel wordt gekenmerkt door harmonische instabiliteit. Het duurt enkele minuten voor de toonaard voet aan de grond krijgt. De finale is een onrustig klanktapijt in de strijkers, met daarboven korte soli in de blazers. Tot slot verdienen de fragmenten van Strauß vermelding. Ze hebben de nodige lichtheid en schwung. Net het midden houden tussen té rechtdoor spelen en té veel rubato is een kunst die Celibidache meesterlijk beheerst. De afsluiter van de cd is de traditionele afsluiter van het Weense nieuwjaarsconcert: de Radetzky-mars, die door de geweldige opbouw meer wordt dan het 'handenklap'-nummer.
Ondanks de kleine technische beperkingen geeft deze cd een ideaal en breed beeld van de kwaliteiten van Celibidache. Een aanrader!

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.