Kwadratuur interview

In september staat de Amerikaanse gitarist Bill Orcutt op Incubate en in het KC BELGIE, ter ere van de derde editie van het Graag Traag festival. Na jaren teringherrie met noiseduo Harry Pussy, waarvoor Orcutt het gezelschap kreeg van zijn toenmalige echtgenote Adris Hoyos, is hij de laatste jaren solo actief met muziek die minstens evenveel te leen gaat bij de blues en de folk als bij zijn ouder werk.

Toch kan het muzikale verleden van Orcutt niet zomaar weggecijferd worden. De bonkige vormgeving en de hoekige ritmiek van zijn nummers als Bill Orcutt vinden duidelijk hun voorlopers in de laatste releases van Harry Pussy. Op ‘A New Way to Pay Old Debts’ uit 2009 klinkt hij opvallend scherp met plotse uitvallen, oprispingen en bruuske wendingen. De gitaar mag afzien, zoveel is duidelijk. De blues- en folkreferenties ook: doorschemeren is geen enkel probleem, maar wie denk Orcutts cover van Lightnin’ Hopkins ‘Sad News From Korea’ even mee te zullen fluiten, zal snel een vreemd gezicht trekken.

Opvolger ‘How the Thing Sings’ klinkt iets melodischer, maar voor de romantische sfeer moet een luisteraar het nog steeds niet doen. Al was het maar omdat Orcutt zweert bij zijn Kay gitaar: een instrument dat al heel wat averij heeft opgelopen, van beschadigd houtwerk tot twee ontbrekende snaren. Bovendien is een snaar verstemd, omdat de hals van het op de proef gestelde instrument de druk niet maar aankan en is de brug gemaakt van het materiaal waar ook fretten uit geproduceerd worden. Niet echt state of the art voor iemand die in het dagelijkse leven in de informatica werkt.

Wat is het beste en het slechtste dat je ooit over Bill Orcutt gelezen hebt?

Het beste, dat weet ik niet. Ik heb het namelijk moeilijk om positieve dingen over mezelf te lezen. Mijn ogen weigeren dan te focussen. Ik scan teksten om een algemeen beeld te krijgen van wat erin gezegd wordt. Op de een of andere manier is dat comfortabeler. Het slechtste wat ik ooit gelezen heb, was na een show in het Centre Pompidou eerder dit jaar. Een blogger produceerde naar aanleiding daarvan een hele reeks persoonlijk beledigingen in de lijn van (mijn Frans is niet zo geweldig, dus het is maar bij benadering) “die walgelijke oude grootvader, een oude, afgetakeld man die wat in zichzelf zit te neuriën enz.”. Het was er eigenlijk echt over.

Je muziek is duidelijk gedrenkt in blues en folk.

Blues- en folkgitaristen vormen voor mij modellen om solo te spelen. Ik heb ook andere modellen, maar als ik naar Robert Pete Williams of Fred McDowell luister, dan kan ik daaruit bepaalde “regels” voor solo gitaarspel afleiden. Met flamenco heb ik dat ook, net als met solopianisten: ik luister veel naar Cecil Taylor, Art Tatum, Monk enz. Om de een of andere reden helpt dat, maar ik luister ook naar andere pianisten, tegenwoordig bijvoorbeeld veel naar Maurizio Pollini. Waarom net naar solopianisten, dat weet ik niet. Ik heb een zwak voor solisten, misschien is het gewoon dat wel. Wat me zo intrigeert aan Pollini? Ik heb niet gezegd dat die man me fascineert. Ik luister tegenwoordig gewoon naar zijn Schoenberg-plaat. Ik weet niet of die goed is, maar ik hou er wel van.

Op ‘A New Way to Pay Old Debts’ zeg je expliciet dat je op een Kay speelt. Ben je zo’n gitaarfetishist?

Niet echt, maar ik ben wel een fan van dat model. Eigenlijk viel ik vooral voor de naam Kay en het vermelden is niet meer dan een manier om mensen op het verkeerde been te zetten.

Je gitaar heeft maar 4 snaren, een ervan is verstemd van E naar C, er zitten gaten in het hout en er staat een speciale brug op. Is er iets anders dat je doet om je sound te verkrijgen?

Ik heb zes exemplaren van dat type gitaar en de staat varieert. Sommige staan anders gestemd of hebben gaten op andere plaatsen. Ik maak opnames ook op verschillende manieren en op verschillende locaties. Het gemeenschappelijke element dat ben ikzelf. Mijn band met het Kay-merk is arbitrair, maar er zijn wel bepaalde kwaliteiten die ik waardeer: het klinkt luid en de instrumenten zijn oud en moeilijk, maar niet onmogelijk te vinden. Het zijn (nog) geen collectors items en bijgevolg zijn ze redelijk goedkoop. Ze zijn robuust gebouwd, kunnen goed tegen hard spelen en worden nog niet geassocieerd met andere gitaristen, dus brengen ze geen bepaalde bagage mee.

Je kiest voor een duidelijke structuur, ondanks dat je muziek grotendeels geïmproviseerd is.

Zeker, zonder conventionele harmonie en ritme is de structuur de beste ingang in de muziek.

Hoe voorkom je dat je muziek vaak in dezelfde patronen vervalt?

Dat is voor mij geen punt. Als het werkt, waarom het dan niet herhalen? John Lee Hooker en Derek Bailey deden dat ook. Het gaat er om, om je manier van vertellen te verbeteren. Nieuwigheden en triviale variaties in stijl zijn typisch voor popmuziek. Ik hou daar ook wel van, maar het is niet wat ik doe.

Zijn er “reguliere” versies van jouw nummers die je dan aanpast voor jezelf, of ontstaat je muziek meteen zoals je die speelt?

De reguliere versies zijn diegene die je hoort. Het zijn geen conventionele songs, maar uiteindelijk gewoon een reeks noten gespeeld in een bepaalde volgorde. Ze kunnen aangeleerd worden zoals andere nummers en ik heb dat al gedaan. Misschien schrijf ik op een dag wel eens tabulaturen uit voor mijn nummers.

Je werkwijze leent zich toch coveren, maar je doet het zelden.

Wel, eigenlijk ben ik er dit jaar echt mee begonnen. Ik speel nu hoofdzakelijk patriottische nummers, religieuze muziek, show tunes, minstrel songs, cowboymuziek enz. Gewoon eender welke tot op de draad versleten Amerikaanse song ik kan vinden. Of mijn versies “gewoon” zijn, dat kan ik niet zeggen, maar ze zijn wel herkenbaar. Ik hoop ze ooit te kunnen opnemen, maar momenteel vormen ze nog niet echt een repertoire. Misschien speel ik er wel een paar in Hasselt.

Op ‘How the Thing Sings’ klink je meer melodisch dan daarvoor.

Er is vooral minder distortion. Ik heb geen pickup of versterker meer gebruikt en er is veel minder achtergrondlawaai. Ik wilde meer het geluid van de akoestische gitaar naar voor halen. Net als ‘A New Way to Pay Old Debts’ is ‘How the Thing Sings’ thuis opgenomen, maar ik ben tussenin wel verhuisd, wat voor een groot verschil zorgt.

De titels op ‘How the Thing Sings’ lijken plots veel serieuzer dan bij je vorige releases, zeker in vergelijking met je werk bij Harry Pussy. Hoe bedenk je die titels? Hebben ze een betekenis?

Normaalgezien denk ik wel aan iets. Voor de titel van de lp ‘How the Thing Sings’ zelf, was dat bijvoorbeeld Bill Evans ‘How my Heart Sings’. De meeste titels op die plaat zijn trouwens verbasteringen van titels van gospels. ‘I am the True Vine’ werd ‘No True Vine’, ‘The Bosom of Abraham’ veranderde in ‘The Visible Bosom’ enzovoort. ‘Till I Get Satisfied’ is een quote van Robert Johnson. De volledige zin is “Going to beat my women till I get satisfied”. Ik weet niet hoe ernstig dat is…

Je zingen is, zoals je zelf ergens aangaf, eerder spontaan. In je opnames is ook je zuchten en uithijgen te horen. Zou je dat willen wegwerken of net niet?

Soms krimp ik ineen bij het horen van mijn eigen stem, maar ze weghalen, dat heb ik nooit echt gedaan. Ik weet het eigenlijk niet goed: waarschijnlijk ben ik er aan gewend geraakt. Of ik me met andere zangers zie samenwerken? Ik heb dat vorig jaar gedaan, met de Belgische Maja Jantar en dat beviel me wel. Ik wil best wel een goede begeleider worden.

In 1995 ben je in de ban van de elektronische muziek geraakt en beginnen experimenteren met Max/Msp. Waarom ben je teruggekeerd naar de gitaar?

Wat me zo aansprak bij dat programma was het programmeren, maar uiteindelijk blijft muziek maken voor mij iets fysieks, waarvoor ik de interactie met een instrument nodig heb. Elektronische muziek  kan dat mij niet geven. Ik zie mezelf ook niet snel elektronica gebruiken voor mijn eigen muziek. Ik zou niet weten hoe ik een geluid moet verkrijgen dat nog niemand anders gebruikt, maar ik herhaal: ik was vooral geïnteresseerd in het programmeren. Momenteel werk ik aan een framework voor de web-audio API.

Cassettes en kleinere vinylreleases breng je uit op je eigen label Palilaia, maar voor je full albums zit je bij Mego. Is dat een zuiver zakelijk redenering?

Inderdaad. Ook het feit dat ik thuis opneem ligt in die lijn: het is gewoon gemakkelijk en goedkoop.

Heb je eigenlijk enig idee hoe mensen uit de blues en folk je muziek ervaren?

Sommigen vinden het wel in orde. Ik heb vorig jaar op een groot openlucht bluegrass festival gespeeld en dat is reuze meegevallen.

(Foto's: Jim Hensley)

Meer over Bill Orcutt


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.