Kwadratuur interview

High Places is een elektronicaduo uit Brooklyn, New York: Mary Pearson en Robert Barber. Hun titelloze debuut-cd was een van de sterkste platen van 2008. De dynamiek van High Places is tot de volgende essentie te herleiden: Pearson creëert met haar bekoorlijke zang orde in Barbers chaotische glitch-universum. Tijdens het onderstaande gesprek, opgenomen vlak voor hun concert in de Botanique te Brussel op 17 december, lijkt dat onderscheid overeen te stemmen met hun karakters in het dagelijkse leven. Terwijl de enthousiaste praatvaar Robert honderduit vertelt en zich in zijn gedachtegang eerder laat leiden door een cafeïneroes dan door logica, beperkt Mary zich tot duidelijke, welomlijnde antwoorden.

On the road

Hallo, hoe gaat het ermee?

RB: Goed, maar we hebben maar twee uur geslapen. Ik ben dat gewend, maar Mary heeft veel meer slaap nodig: she's normal. Ik kan functioneren als ik maar genoeg koffie op heb. En ik heb er genoeg op, zoals je wel zal merken tijdens dit interview. Is het trouwens al bezig?

Nu wel. Hebben jullie al de kans gehad om in Brussel rond te kijken?

RB: Nee, we zijn pas een paar uur geleden uit Genève aangekomen met de trein. Toeren is niet de beste manier om steden te bezoeken. Af en toe kunnen we wel wat interessante dingen doen, maar vaak neemt de reistijd je hele dag in beslag, zeker als je zoals wij uit economische en milieuoverwegingen met de trein reist. Ikzelf was tot voor dit jaar trouwens nog nooit op het Europese vasteland geweest, althans: dat denk ik toch. In november waren we bijvoorbeeld in Antwerpen: we kwamen aan, deden de soundcheck en vervolgens het optreden en moesten daarna al om vier uur opstaan om onze vlucht naar Praag te halen. Dus wie denkt dat op tournee zijn een glamoureuze aangelegenheid is: think again. Je krijgt vooral zin om later nog eens terug te komen in een niet-muzikale context, om alles eens op je gemak te herbekijken. Ik heb Brussel altijd al willen bezoeken, maar daar is dus weinig kans toe – misschien als ik morgen heel vroeg opsta. We vertrekken morgenmiddag alweer naar de volgende stad. Misschien kan ik daarvoor nog een wandeling maken, zoals ik in Oslo heb gedaan, maar da's nog maar twee keer gelukt op deze tour.

Jullie zijn inderdaad al even onderweg en zijn zelfs via Japan gereisd. Was het jullie eerste bezoek aan dat land?

MP: Voor Robert wel. Ik ben er al eens geweest toen ik jong was. RB: Tot voor juni van dit jaar was ik nog nooit ergens geweest buiten de VSA, behalve in Mexico dan. We waren maar heel even in Japan, maar we hebben toch wel wat kunnen rondkijken. In Europa hebben we veel meer last gehad van jetlag. MP: Ja, we zijn op een constante ontdekkingstocht om uit te zoeken in welke tijdszone we zijn. RB: Mary heeft er veel meer last van; ikzelf ben gewoon moe van het rondsleuren van zwaar audiomateriaal. Jetlag is een ander soort moeheid: je hebt het gevoel dat je nooit echt wakker geraakt.

Jullie hebben nog optredens gepland tot in augustus van volgend jaar. Is dat een bewuste keuze geweest, om zo lang op tournee te gaan?

MP: Ik denk dat we het vooral moeilijk hebben om nee te zeggen tegen plaatsen die we altijd al hebben willen zien. We houden ook enorm van reizen, dus da's mooi meegenomen. RB: Daarom zijn we eigenlijk met de band begonnen, gewoon om een soort betaalde road trip in de VSA op poten te kunnen zetten en onze vrienden in het hele land te kunnen bezoeken. Nu blijven we maar dingen aangeboden krijgen waar we geen nee tegen kunnen zeggen, zoals Japan. Het was eigenlijk krankzinnig van ons, want die trip naar Azië was oorspronkelijk bedoeld als een weekje vakantie tussen twee Europese tournees in. Maar goed, we hadden zoiets van "morgen kan het allemaal gedaan zijn".

Aan de andere kant hebben jullie ook geen tonnen versterkers om mee te zeulen.

RB: Klopt, we zijn relatief mobiel. MP: En we zijn maar met twee.

Met al dat getoer hebben jullie vast geen tijd om nieuwe dingen op te nemen?

MP: Nee, nauwelijks. We proberen hier en daar wat op te nemen als we in Amerika zitten, maar in Europa lukt het niet. RB: Ik werk soms wat aan wat solodingen [met zijn project The Urxed, EDD], maar er zijn dingen die ik niet ka n afwerken enkel op laptop. Het is vooral om mezelf bezig te houden. MP: Ik was daarjuist wat aan het sleutelen aan wat videobeelden, maar muziek maken gaat voor mij niet op tournee. Ik moet lawaai kunnen maken. RB: We gebruiken inderdaad vaak videoprojecties als we optreden. Dat is wat gemakkelijker om aan te werken als je reist, maar toch... Ik word er snel misselijk van. Bovendien is het zonde om naar je laptop te zitten staren met een koptelefoon op terwijl je door een prachtig Zwitsers sneeuwlandschap rijdt, zoals vanochtend. MP: Het kan lastig zijn om een min of meer normaal bioritme te behouden als je op toer bent. Op onze vorige Amerikaanse tournee dacht ik dat ik de oplossing had gevonden: elke ochtend gaan lopen, waar we ook waren. Maar ons huidige toerschema is nog strakker, dus dat gaat niet meer. Toen hadden we om de vier dagen een dagje vrij en waren we dus niet compleet kapot. Nu gebruiken we elk vrij moment om te slapen; ik heb zelfs nog geen boek opengedaan omdat mijn brein constant overladen is als ik wakker ben. RB: Het komt eigenlijk door onze Europese boekingsagente. Ze is heel enthousiast in het plannen van onze tournees, wat soms heel frustrerend kan zijn voor ons (lacht).

Ex-roommates

Jullie spuien geen nieuwe songs zoals jullie bijzonder productieve vriend Bradford Cox van Deerhunter en Atlas Sound. Is een High Places-song maken een lang proces?

RB: Da's een nogal frustrerende vraag. Als ik thuis ben, werk ik constant aan muziek. Ik ben altijd wel aan het opnemen of aan het mixen. Vroeger waren Mary en ik bovendien huisgenoten en maakten we voortdurend nieuwe dingen. Onze eerste officiële release in 2007 ['High Places 03/07 – 09/07', EDD] was een collectie van al onze eerste singles en releases. Al wat we toen deden was opnemen en singles uitbrengen, de ene na de andere. Daarvoor hadden we in 2006 al een demo uitgebracht met zes songs. Elke keer als we begonnen te spelen maakten we wel een nieuw nummer. MP: Je mag niet vergeten dat in elke van onze songs dezelfde hoeveelheid werk kruipt als in tien "normale" songs van iemand anders. We hebben een zeer langzame en ingewikkelde werkmethode. Als ik bijvoorbeeld songs opneem voor mijn soloproject [het prachtige Transformation Surprise, EDD] is dat veel spontaner. Ik doe misschien maar één dag over een volledige song. Het zijn dan ook geen perfecte opnames. Ik duw gewoon op "record" en laat gebeuren wat er gebeurt – het volledig tegenovergestelde van High Places. RB: Pas op, een song van ons kan in een half uur geschreven zijn hé. Het opnameproces is gewoon nogal lang. Soms nemen we tien gitaartracks over elkaar op, zodat die helemaal niet meer klinkt als een gitaar en dat neemt nu eenmaal veel tijd in beslag. Maar we zijn wel constant bezig met opnemen en mixen als we thuis zijn. Opnemen is fantastisch, maar het kan ook heel frustrerend zijn als je er te weinig tijd voor hebt. Ik denk dat Bradford meer luxe heeft op dat gebied, omdat hij niet zoveel toert als wij. Deerhunter is nu veel meer de baan op dan vroeger – we hebben nog met hen getoerd deze zomer – maar ze laten een pak meer tijd tussen hun tournees. MP: Ik denk dat Bradfords modus operandi meer aansluit bij die van mijn soloproject. Ik vind zijn werk heel erg goed, maar het draait meer om het vastleggen van een zekere momentopname, een bepaald gevoel. RB: Maar we doen inderdaad wel minder nu we niet meer samenwonen. Ik denk dat we op dat vlak nog een beetje onze manier van samenwerken aan het herontdekken zijn. We werken op heel verschillende manieren, eigenlijk: ik ben het productiefst rond twee uur 's nachts terwijl Mary er het liefst klassieke werkuren op nahoudt, zoals een normaal persoon. Maar goed, we wonen nog steeds allebei in Brooklyn, dus het valt al bij al wel mee.

Vuile praat

Mary, jij hebt wat van je teksten op jullie blog gezet. Hoe belangrijk is het voor jou dat mensen begrijpen wat je zingt?

MP: Vrij belangrijk. Ik weet dat mensen vaak moeite hebben met het verstaan van wat ik zeg, vooral live. Voor de persoon die de teksten zingt is dat altijd raar om te horen, omdat die de teksten natuurlijk zo goed kent, maar ik ben toch altijd verrast als mensen me zeggen dat ze niet verstaan wat ik zing op een opname. Met het posten van die teksten wil ik dus duidelijk maken dat ik niet bewust mysterieus wil doen. Ik vind het zelf altijd leuk als bands hun teksten in het cd-boekje of op hun website zetten. Aan de andere kant is het nu wel jammer dat we zelden horen wat andere mensen van mijn teksten maken, da's vaak heel grappig. RB: Soms hoor ik zelf heel rare dingen in Mary's teksten, zo van "wat zing jij daar nu?". MP: Ik heb inderdaad alternatieve teksten die wat stouter zijn, een beetje grover – in die mate zelfs dat ik me er soms zorgen over maak dat ik ze ooit bij vergissing live zou zingen. Zo is het al gebeurd dat ik in 'Head Spins' de woorden "where the ocean meets the forest" onverhoeds verving door "where the oh shit meets the forest". Hopelijk gebeurt dat straks niet! RB: Ik weet niet meer in welke song het precies is, maar door de delay op je stem lijkt het alsof je op een gegeven moment iets heel vies zingt – zo vies dat ik het hier niet ga herhalen. Sinds we wat naambekendheid hebben verworven zijn onze ouders namelijk enthousiaste googlers geworden en we zijn er wat benauwd voor dat ze dit soort dingen te lezen krijgen... MP: Dat was trouwens de eerste keer dat ik gevloekt heb in een interview! RB: Toen we beiden op het Pitchfork Festival in Chicago speelden, was Bradford interviews aan het afnemen van de artiesten [te bekijken op http://www.pitchforkmedia.com, EDD] en we probeerden elkaar te overtreffen op het vlak van vuile praat – het werd bijna een nummer van 2 Live Crew. Achteraf zijn we vriendelijk aan de ploeg gaan vragen of ze het wat konden editen, het ging echt wat te ver (lacht).

Ik heb die beelden gezien, ja. Het zag er een leuke dag uit.

RB: Ja, het was super. Dat was trouwens de grootste show die we totnogtoe gedaan hebben. We waren bang dat het vreselijk zou zijn, weet je wel: hoe groter het festival hoe onaangenamer de organisatie. Maar alles was heel ontspannen, totaal anders dan ik had verwacht. Weet je, een band als de onze komt niet noodzakelijk goed over in een festivalcontext.

Dat verraste me ook wel: na jullie albums gehoord te hebben had ik jullie niet meteen bestempeld als een typische festivalband, maar op basis van de live-beelden bleek dat best mee te vallen.

RB: Festivals zijn inderdaad riskante plaatsen voor ons. Alles is er zo hi-tech... De frequenties die wij het meest gebruiken komen meestal niet zo goed over in van die peperdure geluidsinstallaties. De digitale mengpanelen beschouwen onze muziek doorgaans als feedback, clicks of ruis. Hoe duurder het geluidssysteem, hoe slechter het op het podium klinkt. Een mooi tegenvoorbeeld is het Prima Vera-festival in Barcelona, dat was in een enorme orkestzaal – ik bedoel, je kon deze hele ruimte [het café-restaurant van de Botanique, EDD] drie keer kwijt op dat podium! En toch klonk het fantastisch. Qua speakers geven we trouwens de voorkeur aan gitaarversterkers, omdat die een soort natuurlijke overdrive bezitten, wat het geheel een warmere klank geeft. Aangezien wij voornamelijk met akoestische geluiden werken hebben we weinig baat bij een ultracleane sound. Het klinkt dan gewoon te exact, te soft.

Namechecking

Zijn er bands of artiesten die jullie beiden graag horen?

MP & RB: Grouper. We both really love Grouper. RB: Grouper is een singer-songwriter uit Portland, Oregon. Ze speelt minimalistische gitaar- of pianopartijen, gehuld in lagen galm en echo. Wat ze doet is bijna het omgekeerde van wat wij doen, omdat het zo minimaal is, maar het heeft zo een enorme impact... Ik heb wel eens met haar samengespeeld als The Urxed en ik had toen bijzonder veel problemen met de geluidsinstallatie, het was echt een moeilijke set voor me. Toen zij op kwam klonk alles echter onmiddellijk perfect – ondanks het compleet shitty geluidssysteem. Ze is echt fantastisch, ze heeft een heel emotioneel present en toch effectief geluid. Ondanks al die lagen reverb en delay zit er nog steeds zo veel karakter in. Dat is toch iets waarvan ik wou dat we er meer controle over hadden: de geluidsinstallatie van de plaatsen waar we spelen. Het zou heerlijk zijn als we gewoon telkens goede shows konden spelen, onafhankelijk van de plaatselijke installatie. MP: We deden onlangs een DJ-set in New York en... RB: [pikt onmiddellijk in] ...Mick Barr was daar, die over de jaren heen in veel verschillende bands heeft gezeten. De bekendste onder hen is waarschijnlijk Quixotic, maar da's niet echt z'n typische sound. Hij is een onwaarschijnlijk snelle en technisch getalenteerde instrumentalist, maar tegelijkertijd klinkt hij ook heel spiritueel. Hij speelt solo onder de wisselende namen Octis en Ocrilim, en daarnaast zit hij ook in een soort "off" black metal band genaamd Krallice. Ze spelen metal, maar op een heel circulaire manier – het zijn bijna supersnelle raga's. MP: Mij lijken het eerder cellosuites van Bach of zo. Het is precies alsof je iemand door heel technische études ziet vlammen: hij start vrij traag until he gains momentum en begint dan sneller en sneller te spelen, het is heel hypnotisch en indrukwekkend. RB: We hebben ook een vriend genaamd Soft Circle die vroeger drumde in een band genaamd Black Days. Nu doet hij een soloproject en hij wordt steeds beter. Hij speelt als Soft Circle tegelijkertijd drums, gitaar en elektronica; het is een soort psychedelische, bijna niet-Westers klinkende dance maar dan met echte drums. Het is ongelooflijk om live te zien, hij is echt briljant.

Veel mensen horen iets "werelds" in jullie muziek, maar grappig genoeg herkennen verschillende mensen afkomstig uit andere culturen allemaal iets van hun eigen oorsprong in jullie muziek. Zo ken ik een Congolese die dacht dat jullie een Centraal-Afrikaanse band waren, terwijl iemand uit Kroatië dacht dat jullie een Oost-Europese band waren.

MP: Da's grappig, want je zou juist denken dat mensen hun "eigen" muziek beter kennen en dus onmiddellijk het verschil zouden horen met wat wij doen. Maar inderdaad, toen we in Japan zaten hoorden we daar ook van veel mensen dat ze initieel dachten dat we Aziatische muziek maakten.

Het lijkt alsof elk continent zichzelf weerspiegeld hoort in jullie muziek.

MP: Dat was dan ook onze oorspronkelijke bedoeling: High Places is eigenlijk een get rich quick scheme, bedoeld om een zo groot mogelijk fanbasis te creëren in zo veel mogelijk landen. RB: Ik denk dat dat komt omdat we extreem korte attention spans hebben en we snel gefascineerd raken door nieuwe, onbekende muziek. In New York hoor je constant muziek van over de hele wereld. We zijn zeker niet op een academische manier bezig met onze muziek, zo van "we ontlenen dit van dat genre en voegen er dat element aan toe". Onze invloeden komen er redelijk ongefilterd uit. Er staat bijvoorbeeld een banjo Op 'The Storm', het openingsnummer van de nieuwe plaat, maar door wat te knoeien met dat instrument en de opnames klinkt het resultaat meer als een Aziatisch snaarinstrument. MP: Het heeft er misschien ook mee te maken dat we bijna alleen akoestische instrumenten gebruiken en hoe je het ook draait of keert, alle akoestische instrumenten op deze planeet zijn vrij gelijkaardig qua basismateriaal. Ik denk dus dat wat voor veel mensen als "wereldmuziek" klinkt het resultaat daarvan is. We wilden eigenlijk een rockband zijn die geen rockinstrumenten gebruikt. Nu, voor ons was dat deels een bewuste, op voorhand gemaakte keuze maar tegelijkertijd ook een beetje een noodzaak: in New York zijn de muziekwinkels erg duur. Het was daarom gemakkelijker om gewoon te gebruiken wat we al hadden rondslingeren. Nu hebben we al een hele collectie blaas- en percussie-instrumenten en daarnaast gebruiken wel ook veel dingen als oud speelgoed en zo. Onze ouders vinden dat heel leuk, ze zijn zelf begonnen met het zoeken naar oude, vreemde instrumenten op rommelmarkten en wij krijgen die dan als Kerst- of verjaardagscadeautjes. RB: Iemand afkomstig uit Zuid-Afrika had ons het volgende verteld: "Jullie klinken als een band afkomstig uit een land dat nog niet bestaat". Dat vond ik wel leuk. Maar het is niet alsof wat we doen het resultaat is van veel voorbereidend denkwerk, maar wel van veel ad hoc geïmproviseer. Als ik met de productie van een nieuw nummer start is de fundering vaak gewoon een heel basic drumpatroon, zoals dat van een 80's hiphopsong. Maar door er telkens hopen dingen aan toe te voegen ontstaan dan die eigenaardige ritmes. Dat heeft ook met onze manier van werken te maken: ik stuur iets naar Mary, zij voegt er iets aan toe en stuurt het terug enzovoort.

Two minute pop songs

Er staan twee instrumentals op 'High Places'. Hoe beslissen jullie welke nummers zang krijgen en welke niet?

MP: Toeval. Normaliter zoek ik op elk nummer iets om te zingen, maar in dit geval kwamen mijn zangpartijen te laat in het schrijfproces om ze nog aan het album toe te voegen. We hadden die songs echter klaar en wilden ze ook gebruiken, dus zetten we ze toch op de plaat. De twee songs die jij noemt voelden "af" aan zoals ze waren. RB: Ik denk dat die songs helpen om de plaat een beetje op te delen. Want hoe je het ook draait of keert, het zijn allemaal liedjes met min of meer traditionele structuren. We vroegen ons dus af hoe we erin zouden slagen om al die verschillende nummers samen te laten passen, zodat ze een mooi geheel zouden vormen. Op een of andere manier ging dat erg vlot: we hebben nauwelijks moeten nadenken over de songvolgorde, alles paste vrijwel meteen. Volgens mij is dat voor een deel te danken aan die instrumentale nummers. Daardoor krijg je niet de indruk dat je gewoon naar een lukrake verzameling korte popsongs zit te luisteren: ze fungeren een beetje als bindmiddel.

Inderdaad: door de korte gemiddelde duur van elke song is 'High Places' maar een half uur lang en toch voelt hij aan als een echte plaat.

RB: Onze nummers zijn vaak heel kort. Een volledig album maken met al die korte songs was een grote uitdaging voor ons. We zijn grote fans van popsingles, weet je, ik houd enorm van 60's popsongs die alles gezegd krijgen in twee minuten. We raken snel in paniek wanneer een song over de twee-minutengrens gaat. We weten gewoon niet wat we er daarna mee moeten doen.

High Places' top vijf van 2008

MP: Ikzelf hou enorm van de nieuwe van Marnie Stern, die met die heel lange titel ['This Is It and I Am It and You Are It and So Is That and He Is It and She Is It and It Is It and That Is That', EDD]. Ik ben altijd al een grote fan van haar geweest. Ik zag haar een paar weken geleden optreden en het klonk echt fantastisch. Ze wordt steeds beter. RB: Dan is er Lucky Dragon, een band uit Los Angeles, hun laatste heet 'Dream Island Laughing Language'. Heel directe muziek die tegelijkertijd heel subtiel en clever is. We hebben Grouper daarnet al vernoemd, dus die telt niet... MP: We hebben net getoerd met Ponytail in de VSA, hen vinden we ook erg goed [wiens laatste cd 'Ice Cream Spiritual!' heet, EDD]. RB: Als mensen me vragen om hen te beschrijven zeg ik vaak "het is net alsof er zes platen van The Grateful Dead tegelijk opstaan". Het klinkt alsof Jerry Garcia staat te jammen, maar heel energetisch en direct allemaal. Dan is er ook Infinite Body, een jonge kerel uit Los Angeles met een raar noiseproject. Hij had me zijn plaat opgestuurd, een twelve inch met maar een kant: heel eigenaardige, minimale elektronica met prachtige field recordings in verwerkt. Ik krijg er elke keer weer kippenvel van. Het is een erg jonge gast, maar zijn muziek klinkt alsof ze door iemand heel oud en wijs is gemaakt. Vrienden van ons genaamd No Age hebben hem meegenomen op tournee, wat grappig is: ze zijn erg populair in de Verenigde Staten, dus spelen ze in erg grote zalen, en dan hebben ze als voorprogramma zo'n raar joch dat daar zonder shirt weirde elektronicanoise staat te maken... Het is misschien niet mijn favoriete plaat van 2008 maar ik blijf ernaar terugkeren. MP: Ik houd erg van de nieuwe plaat van Awesome Color ['Electric Aborigines', EDD]. RB: Ja, ken je Awesome Color? Ze zitten op het Ecstatic Peace!-label. Het zijn drie fantastisch vriendelijke jongelui die enorm beïnvloed zijn door bands als The Stooges, MC5 en Blue Cheer, maar ze doen er hun eigen ding mee, het is geen retro. We zijn nogal aan het namechecken, ik weet het, maar voor ons is dat erg logisch: ik kan muziek vaak beter appreciëren als ik de persoon erachter heb leren kennen. Neem bijvoorbeeld El Guincho uit Spanje: hij had ons zijn plaat opgestuurd en ik dacht eerst: "zo, aardige plaat". Toen we echter met hem hadden gespeeld dacht ik "wauw, heerlijke plaat!". Hetzelfde met No Age: iemand die hen niet kent zal misschien gewoon hun album downloaden en "bof" denken, maar wij kennen elkaar al van voor onze huidige bands bestonden, dus... (beseft plots zijn spraakwaterval) Sorry, I'm extremely caffeinated. Ik zal nu gewoon stoppen met praten. Koffie is uitstekend voor als je geïnterviewd wordt, maar minder leuk voor degene die achteraf alles moet uitschrijven, nietwaar?

Bedankt voor alle luistertips en veel succes straks.

Meer over High Places


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.