Kwadratuur interview

De Zwitserse drummer/percussionist Lucas Niggli (1968) was lange tijd een goed bewaard geheim binnen de hedendaagse jazz en improvisatie. Met het avant-gardistische Hammondorgeltrio Steamboat Switzerland maakte hij in de jaren negentig weliswaar al vele podia in Europa onveilig, maar zijn naam is pas echt over de tong beginnen gaan toen hij een dikke tien jaar geleden albums voor Intakt begon te maken. Met zijn ensemble Zoom alleen al, leverde hij een handvol albums af voor dat label en de voorbije jaren waren er ook nog releases in trio met Michel Godard en Luciano Biondini, in duo met Xu Fengxia en verscheen er een dvd van zijn Drum Quartet. Op 22 januari komt Niggli samen met Barry Guy en Paul Plimley naar CC Maasmechelen voor een concert met het nieuwe Hexen Trio.

Het is niet de meest originele openingsvraag, maar wanneer is het drummen voor jou begonnen?

Ik ben opgegroeid in Afrika, meer bepaald in West-Kameroen, en ik begon daar al op erg jonge leeftijd op vanalles te drummen. Mijn omgeving was erg muzikaal, zo waren mijn beide ouders muzikanten, hoewel niet professioneel, en speelden ze voortdurend op verschillende instrumenten. Mijn eerste drumlessen kreeg ik op tienjarige leeftijd en sindsdien bestudeer ik de drums.

Lucas Niggli
Lucas Niggli

Volgens je biografie speelde je eerst in jazz- en rockbands vooraleer je een klassieke opleiding ging volgen. Was dat een moeilijke overgang?

Ik moet eerst en vooral toegeven dat ik mijn klassieke opleiding niet heb afgemaakt. Toentertijd kon je nog niet op die manier percussie of drums studeren zoals het nu het geval is. De klassieke conservatoria en de jazzscholen waren namelijk strikt van elkaar gescheiden. Dat is nu gelukkig allemaal veranderd. Ik heb nooit het profiel gehad van een klassiek percussionist, ik heb me altijd al “drummer” gevoeld, iemand die is opgegroeid met en beïnvloed door verschillende stijlen. Zo speelde ik hedendaagse gecomponeerde muziek in de middelbare school, was ik bezig met vrije improvisatie en speelde ik in rockbands. Mijn verschillende muziekleraars, die altijd strikt aan een bepaald genre waren verbonden, hadden daarom ook regelmatig moeite met mij als leerling.

Ik weet niet of mijn volgende vraag nu nog enig belang heeft, maar musici met een klassieke opleiding opperen wel eens dat ze moeite hebben om vrij te improviseren, omdat ze de aangeleerde technieken als een obstakel beschouwen om echt vrij te kunnen musiceren. Wat is jouw mening daaromtrent?

Dat is een heel interessante vraag, want ik geef toevallig momenteel lessen vrije improvisatie aan klassieke musici in de Musikhochschule in Zürich. Ik wordt dus voortdurend met dit onderwerp geconfronteerd. De muzikanten in mijn cursus hebben allemaal hun master aan het conservatorium reeds behaald en beheersen hun instrument tot in het detail, althans wat de klassieke technieken betreft. En dan kom ik plots op de proppen met de vraag of ze hun instrument opnieuw willen uitvinden. Het zal je misschien verbazen, maar eerlijk gezegd vind ik het interessanter om met klassiek getrainde musici in een free context te werken dan met jazzmusici. Improvisatie maakt dan wel vooral deel uit van de jazz als stijl maar heel vaak gebeurt het dat jazzmusici minder “free minded” zijn dan de klassieke musici van vandaag. De jongelui die tegenwoordig studeren aan de klassieke conservatoria, worden met zo veel verschillende soorten hedendaagse muziek geconfronteerd dat ze niet langer vastzitten in bepaalde vormen, wat bij jazzmuzikanten vaak net wel het geval is. Ik ben het er dus niet helemaal mee eens dat klassieke technieken een obstakel vormen. Volgens mij is het meer een kwestie van je instrument volledig te leren kennen, want hoe beter je het kan bespelen, hoe meer expressievrijheid je hebt. Ik zeg altijd tegen musici dat ze zo virtuoos mogelijk moeten zijn, zonder werkelijk virtuoos te spelen. Ik ben niet geïnteresseerd in wat een muzikant allemaal kan met zijn instrument, maar wel in wat hij of zij er mee te zeggen heeft.

De klassieke musici van vandaag zitten niet langer vast in een bepaalde vorm, jazzmusici meestal nog wel
,

Voor veel mensen is de drummer nog altijd de man die louter voor de ritmes zorgt. Hoe reageer je daarop als improviserend drummer/percussionist?

Dat zijn hardnekkige stereotypen die al werden ontkracht door musici als Elvin Jones en Max Roach, die de drums voor het eerst naar de voorgrond brachten. Langs de andere kant moet ik wel toegeven dat ik de laatste tijd veel nadenk over de karakters van de verschillende soorten muzikanten in een improvisatie-ensemble en de rol die hun instrument daarin speelt. Drummers zijn voor mij architecten van tijd, van vorm. Ik ken veel drummers die een extra zintuig hebben ontwikkeld voor vormelijk overzicht binnen “instant composing”, wat voor mij erg belangrijk is bij improvisatie. Drummers, bassisten maar ook pianisten en gitaristen, kortom alle leden van de ritmesectie, hebben meestal een fijner gevoel voor vorm dan bijvoorbeeld saxofonisten of violisten.

In wat verschilt de aanpak dan tussen deze twee soorten musici?

Ik denk dat wij drummers bijvoorbeeld het gewend zijn om de dynamiek te structureren. Daarom zijn we ook meestal van in het prille begin betrokken in het muzikale proces. Trompettisten of violisten bijvoorbeeld wachten meer af terwijl wij eigenlijk voortdurend spelen. Het is dus ook een kwestie van “acteren” in de letterlijke betekenis van het woord.

Laten we het even over je eigen muzikale projecten hebben. Een van de belangrijkste daarvan is Zoom, waarmee je enkele jaren geleden nog in Gent speelde.

Klopt, in Vooruit! Op mijn verjaardag dan nog. Wim Wabbes kwam na afloop van het concert een grote taart in mijn kleedkamer brengen, ik zal het nooit vergeten. Ik heb bovendien nog andere goede herinneringen aan Gent omdat ik er enkele keren met mijn andere band Steamboat Switzerland speelde, onder meer tijdens het festival November Music. Met Zoom speelde ik er echter maar één keer.

Zoom was oorspronkelijk een trio maar is ondertussen een kwintet.

Het oorspronkelijke trio met gitarist Philipp Schaufelberger en trombonist Nils Wogram is altijd het hart van de band geweest. In de loop der tijd ben ik echter gaan experimenteren met uitgebreide versies van Zoom. Zo is het kwintet dat ik Big Zoom noem altijd erg belangrijk geweest. Momenteel maken Anne La Berge en Barry Guy daar deel van uit maar daarvoor waren dat Claudio Puntin en Peter Herbert. Daarnaast werkte Zoom samen met het Ensemble Für Neue Musik Zürich en ook een keertje met het geweldige Arte saxofoonkwartet. Al die variaties op het oorspronkelijke Zoom en het toevoegen van allerlei kleuren heeft me altijd nieuwe energie en inspiratie verschaft om te kunnen componeren.

Big Zoom (foto: Francesca Pfeffer)
Big Zoom (foto: Francesca Pfeffer)

Zoom is voor jou vooral een band waarin je je eigen composities kwijt kan?

Inderdaad, daarom heb ik het ook opgestart. Ik was als kind van de “anything goes”-generatie op een gegeven moment erg in war over mijn artistieke oriëntatie. Ik speelde de ene dag met Pierre Favre en de andere dag met Steamboat Switzerland, zowat de luidste avant-garderockband die er was. Daarnaast voerde ik ook nog hedendaagse gecomponeerde muziek uit en speelde ik jazz en vrije improvisatie. Dat moet zo rond 1999 geweest zijn en ik was zo in de war dat ik mezelf heb gedwongen om te focussen op een eigen stijl, en zo is Zoom ontstaan, als een band waarin ik al die invloeden op mijn eigen manier kon combineren. Momenteel heb ik het gevoel dat met Big Zoom de cirkel min of meer rond is. In januari heb ik nog één productie maar vanaf dan zijn er geen plannen en composities meer. Ik voel me een beetje vermoeid van al dat componeren eerlijk gezegd en ik denk dat de komende twee tot drie jaar alweer een periode zal zijn waarin ik me op andere interessante projecten zal concentreren. Tijdens die fase kan ik dan weer allerlei nieuwe invloeden vergaren, zonder voortdurend de druk van bandleider op me te voelen.

Na januari is het dus voor onbepaalde tijd gedaan met Zoom?

Laat ons zeggen dat de groep op stand-by zal staan, maar als men aandringt voor een concert met Big Zoom zal ik niet tegenspartelen.

Een van de projecten waar je je nu op zal kunnen concentreren is het nieuwe Hexen Trio met Barry Guy en Paul Plimley, waarmee je binnenkort niet alleen door Europa tourt maar ook een album opneemt voor Intakt.

Hexen Trio zal natuurlijk niet zo’n “working band” worden als Zoom maar eerder een band die op bepaalde momenten zal samenkomen om te spelen. Zo heb ik overigens nog enkele ensembles, waaronder het trio met Michel Godard en Luciano Biondini, een samenwerking met Xu Fengxia en veel projecten met Barry Guy, met wie ik overigens een heel diepgaande muzikale verstandhouding deel. Met Hexen Trio zullen we opnames doen op 23 januari, de dag na het concert in Maasmechelen dus.

Wordt het album live opgenomen of in de studio?

Beide. Het is te zeggen, we zullen opnemen in dezelfde ruimte, één keer met en één keer zonder publiek, in Loft in Keulen.

In Loft zijn al heel wat albums opgenomen.

Het is dan ook een fantastische plek. Erg inspirerend ook. Een van de hoofdredenen waarom we voor Loft hebben gekozen is hun vleugelpiano, ze hebben namelijk een mooie Steinway D, en de akoestiek is er bovendien geweldig.

Waar komt de naam Hexen Trio eigenlijk vandaan?

“That’s a mad story!” Ik zal het kort houden maar het is echt grappig. Vorig jaar in juni speelden we met het trio op een jazzfestival in Vancouver en het concert was een gigantisch succes. De mensen schreeuwden om meer en daarom speelden we nog één of twee bisnummers. Door de ongelofelijke energie die we met het concert hadden gecreëerd had ik plots het gevoel alsof we tovenaars waren of heksen. En toen moest ik aan de openingsscene van Shakespeares ‘Macbeth’ denken, waar drie heksen onder een boom staan terwijl een van hen zegt: (citeert met een hoog stemmetje) “When shall we three meet again / In thunder, lightning or in rain?”. Na dat concert zijn we onszelf dan maar Hexen Trio gaan noemen, omdat dat net iets beter klinkt dan Three Witches, minder vrouwelijk, haha.

Een van je kompanen in Hexen Trio is Barry Guy, waarmee je veel projecten hebt lopen. Wanneer ben je voor het eerst met hem beginnen samenwerken?

Als toeschouwer zag ik hem al bezig in de jaren tachtig in Zürich met zijn beroemde London Jazz Composers Orchestra op het Taktlos Festival, op dat moment een van de belangrijkste festivals voor geïmproviseerde muziek in Zwitserland en Europa. Later zag ik hem ook bezig als uitvoerder van barokmuziek, waar ik overigens erg veel van houd. Maar het was in 2001 geloof ik, toen ik een trio wilde opstarten met pianist Jacques Demierre, geïnspireerd door diens fantastische trio met Barre Phillips en Urs Leimgruber, dat ik met Barry ben beginnen samenwerken. Ik wilde echt een pianotrio waarin de drie leden elkaars gelijke waren, een trio ook met daarin drie componisten en zo kwam ik bij hem terecht. We speelden verschillende concerten en namen ook een album op, en sindsdien speel ik regelmatig samen met Barry, onder meer in trio met zijn vrouw Maya Homburger, en na een tijdje werd hij zelfs lid van Big Zoom.

Hexen Trio
Hexen Trio

Ik las op je website dat je lid bent (of bent geweest) van de zogenaamde WIM, de Werkstatt für improvisierte Musik in Zürich. Er bestaat ook een Belgische WIM, Werkgroep Improviserende Musici.

Ja?

Ik vroeg me af of er een link was tussen de twee.

Nee, dat denk ik niet. WIM in Zürich bestaat namelijk al bijna veertig jaar.

WIM in België werd in 1973 opgericht…

Kijk eens aan, zowat dezelfde periode. De musici van beide organisaties zullen elkaar dan wel kennen veronderstel ik, maar hier was het echt een lokaal initiatief. Muzikanten zochten toentertijd voortdurend naar locaties om op te treden, met of zonder publiek, en zo is WIM hier eigenlijk begonnen.

Dat is enigszins vergelijkbaar met de Belgische situatie, want hier werd de werkgroep opgericht om de situatie van de improviserende musici te verbeteren. Zo werd onder meer het festival Free Music opgericht als reactie op de in verhouding te hoge gages die op Jazz Middelheim aan Amerikaanse musici werden betaald.

Free Music, natuurlijk, met Fred Van Hove, nog zo’n routinier op het Taktlos Festival vroeger. Ik zag hem er onder meer spelen met Pierre Favre. Dat zou overigens wel eens de link tussen de twee organisaties kunnen zijn. Hier in Zürich had je namelijk ook zo’n situatie waarbij de grote festivals de eigen musici onderwaardeerden en zelfs zelden of nooit Zwitserse musici in hun programma opnamen. Nog steeds eigenlijk, daarom hebben wij hier Unerhört, een festival dat erg belangrijk is voor ons.

Is de WIM in Zürich nog erg actief?

Ja hoor. Elke dinsdag is er een concert, er zijn drie ruimtes om te repeteren of om les te geven en er is een concertruimte met een vleugelpiano en een kleine bar.

Het feit dat Zwitserse musici in eigen land op zo weinig jazzfestivals te horen zijn lijkt me wat vreemd want ik kan meteen een aantal namen opnoemen met internationale faam. En een label als Intakt speelt daarin geen kleine rol. In jouw carrière is Intakt ook van groot belang geweest lijkt me.

Het label was en is nog steeds erg belangrijk, want tegenwoordig zit ik mee in het bestuur, samen met Irène Schweizer en enkele anderen. Patrik Landolt is de artistiek leider en hij zet de lijnen uit. Elf of twaalf jaar geleden kwam hij naar me toe met de boodschap dat hij mijn muziek wilde uitbrengen, en niet zomaar één album maar meerdere. Ik was in de wolken natuurlijk. Sindsdien werken we vrij intensief samen en praten we veel over de muziekbusiness en over welke muziek steek houdt op plaat of hoe we iets moeten produceren. Eigenlijk praten we voortdurend over de productie van muziek, en vooral dan van geïmproviseerde muziek. Niet elk concert of niet elke samenwerking moet officieel worden uitgebracht bijvoorbeeld, er zijn andere opties, zoals de artiest die zelf vijftig exemplaren van iets laat drukken om in beperkte kring te verdelen. Patrik werkt eigenlijk ook meer als een editor of uitgever, hij streeft altijd naar een hoge standaard en probeert een bepaalde lijn aan te houden als labelbaas. Zo zijn de releases op Intakt steevast vergezeld van uitgebreide teksten.

Tot slot, wat zijn je muzikale plannen op korte termijn?

Iedereen haat Steamboat Switzerland
Wel eerst en vooral is er in januari dus die opname met Hexen Trio, gevolgd door een opname met Elliott Sharp en Melvin Gibbs, gedurende de zogenaamde Intakt Weeks in The Stone in New York. Ik zal ook werken aan een nieuw album met Michel Godard en Luciano Biondini, wat een compleet andere stijl van muziek is dan de vrij improvisatie waar ik tegenwoordig veel mee bezig ben. Ik speel gewoon erg graag met deze musici en ik houd van de muziek. Fans en critici zijn soms wel eens geïrriteerd door die brede waaier aan muzikale activiteiten waarin ik ben betrokken maar het is gewoon erg inspirerend om deze leuk klinkende muziek uit te voeren. Momenteel werken we met Steamboat Switzerland ook aan een nieuwe repertoire en er zijn ook wel enkele concerten maar niet erg veel. Iedereen haat die band, want voor het rockcircuit is de muziek te intellectueel, voor de jazzscene te luid en voor concertorganisaties die nieuwe muziek promoten is het dan weer te ruig. Gelukkig zijn de weinige concerten die we hebben wel hele goeie. In de zomer brengen we overigens een nieuwe plaat uit met nieuwe stukken, die we zopas op een festival in Luzern hebben voorgesteld.

Meer over Lucas Niggli (Hexen Trio, Steamboat Switzerland, Zoom)


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.