Kwadratuur interview

Wouter Vanhaelemeesch is vooral bekend van zijn middeleeuws aandoende bizarre pentekeningen, maar maakt onder de naam Urpf Lanze ook black metal op akoestische gitaar. ‘Procession Of Talking Mirrors’ heet zijn onlangs verschenen debuut-lp.

Je omschrijft je muziek zelf als akoestische black metal. Klinkt goed natuurlijk, maar meen je dit ook?

Death metal en black metal zijn wel degelijk een redelijk serieuze invloed op wat ik doe, het lager stemmen van mijn gitaar bijvoorbeeld. Ik luister veel naar dingen als Portal, Bone Awl, Weakling, Suffocation, Gorguts, Alkerdeel, … Uiteindelijk is muziek voor mij toch een beetje de voortzetting van oorlog, maar dan met andere middelen.

Onder andere de titelsong heeft iets theatraals, vooral ook door de stemmen. Wou je donkere, gevaarlijk klinkende muziek maken, akoestische metal, dus?

Ik probeer zo weinig mogelijk op voorhand te bepalen hoe iets moet klinken. Ik neem mezelf ook vrijwel nooit op. Als een nummer “klaar” is dan wacht ik tot ik eens bij iemand kan opnemen en achteraf ben ik dan steeds nogal verrast omdat ik het dan voor het eerst beluister zonder dat ik het tegelijk ook aan het spelen ben. Ik wil niet tussenin luisteren omdat ik denk dat ik dan onbewust elementen zou veranderen om het meer een bepaalde kant op te sturen. Ik ben eigenlijk niet bezig met of wat ik doe nu goed is of slecht, ik wil alleen proberen iets te maken dat niemand anders maakt.

De manier waarop je zingt heeft vaak iets van de kruising tussen Mongoolse keelzang en een death metal-grunt. Hoe ben je op de idee gekomen om jouw stem op deze manier te gebruiken? Of is dit geen bewuste keuze geweest, maar iets dat spontaan verschijnt wanneer je gitaar speelt?

Is er een verschil tussen een bewuste keuze of iets natuurlijk doen? Van zodra iets als “natuurlijk” wordt omschreven, denk ik dat het best is om heel erg op je hoede te zijn. Ik vind het fijn om op een ietwat abstracte manier mijn stem te gebruiken: wat buikspreken hier, wat beleefd geblaf daar. Ik luister wel veel naar Mongoolse muziek en Chinese opera.

Is er voor jou ook een link naar folk en blues? 

Ik ben nogal terughoudend om wat ik doe blues te noemen. Blues is iets waar je mee moet opletten, zoals met pastis schilderen of aquarel drinken. Ook al ben ik redelijk obsessief bezig met mensen als Peg Leg Howell, Robert Wilkins, Big Joe Williams, Bukka White, Tommy Johnson..., ik speel géén blues. Ik heb ook een hekel aan het soort van “authenticiteitsdrang” dat mensen die nu iets à la blues of folk willen spelen hebben. Er is voor mij niets exclusief authentiek of puur of eerlijk aan het feit dat je op een banjo aan het spelen bent. Mijn devies is altijd “just because it ain't broke, that don't mean it’s fixed”.

Traditionele muziek moet je zo onrespektvol mogelijk behandelen. Ontharen, ontbenen en met nietjes terug bijeen binden. En er liefst nog wat fluo Mickey Mouse-stickers op kleven. Dat gezegd zijnde: mensen moeten vooral hun eigen goesting doen en niet teveel naar mij luisteren.

Waarom koos je voor de akoestische gitaar? 

Ik heb de akoestische gitaar waar ik nu op speel zes jaar geleden geleend van een vriend toen ik een optreden van Cian Nugent organiseerde en die last minute nog een gitaar nodig had. Ik heb dat ding nog steeds niet terug gegeven en speel daar ondertussen vrijwel dagelijks op. Het moment dat die persoon zijn gitaar terug vraagt, zou dus wel eens het einde van Urpf Lanze kunnen zijn. Ik hou nogal van het lichtjes ongemakkelijke gevoel deze dingen te doen op een instrument dat niet van mij is. Tot zover dus mijn keuze voor de akoestische gitaar.

Dat terzijde vind ik een akoestische steelstring het beste om in je eentje een zo vol mogelijk geluid te fabriceren. Het maakt dat je ook een beetje meer voor aap staat als je speelt zoals ik, er is niet veel om je achter weg te steken. Er is voor mij weinig boeiends aan om agressieve muziek te spelen op een elektrische gitaar. Nu ben ik meer als een porseleinen olifant op zwier in de nachtwinkel.

Ik hou ook nogal van mezelf beperkingen opleggen: je doet hier en daar een deur dicht. Soms hang je een paar extra klinken aan de deur, soms neem je de deur uit de hengsels en maak je er een vlot van om de rivier der teleurstelling mee af te varen. Creativiteit gaat uiteindelijk ook over nee zeggen. Nee tegen verwachtingen, nee tegen mogelijkheden.

Waarom ligt jouw gitaar plat op jouw schoot wanneer je speelt? 

Ik ben al een achttiental jaar redelijk geobsedeerd door de muziek van Charley Patton. Er is slechts één foto van hem bekend en daarop legt hij zijn gitaar plat neer en vormt hij een akkoord met zijn linkerhand. Op een dag heb ik mijn gitaar wat anders gestemd en heb ik die ook plat gelegd en sindsdien niet meer anders bespeeld.

Wat mij het meest interesseert, zijn de rare dingen of het uitvergroten van moeilijkheden. Zo klinkt alles meer gedempt en doordat ik al fingerpickend naar boven toe duw, kletteren de snaren meer, enz... In plaats van die dingen weg te filteren probeer ik me daar meer in te verliezen. Wat leuk is, is dat ik ook barrés kan nemen met mijn pink en ringvinger, en mijn duim meer percussief kan gebruiken. Uiteindelijk is een gitaar niet meer dan een piano min de pootjes en zonder tafelkleedje over. De stap is dus snel gezet.

Tot eind maart loopt in Hectoliter (Brussel) Vanhaelemeeschs solotentoonstelling 'Sad But True But Sad'. 

Meer over Wouter Vanhaelemeesch (Urpf Lanze)


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.