Fantastisch genoeg heeft België er een bekende maestro bij en wel van een van de betere orkesten: Edo de Waart is nu chef-dirigent van deFilharmonie. Nog beter is zijn aankondiging van het feit dat hij met dit repertoire-orkest vooral het groot-symfonisch werk uit de tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw wil brengen. Vraag blijft, na een wisselvallige achtste symfonie van Bruckner in de Gentse Bijloke, of dit wel een goede keuze is.

Als men Edo de Waart met iets associeert, dan wel met de fenomenale opnames van de muziek van John Adams die hij in de jaren 90 met het San Francisco Symphony maakte. Toen hij enkele jaren geleden diens 'Harmonielehre' met de Filharmonie kwam spelen in België was dat een fenomenale gebeurtenis waarbij het orkest boven zichzelf uitsteeg. Bruckner heeft wel iets van Adams: de constructie als element in de muzikale verbeelding, de spanningsopbouw als conditio sine qua non. Na een jarenlange samenwerking met het Nederlands Radio Filharmonisch Orkest en het Rotterdams Philharmonisch Orkest keert de Waart nu terug naar de lage landen om een chef-schap op te nemen bij deFilharmonie. Bedoeling is om het groot symfonisch repertoire te vertolken, van Wagner over Mahler tot Richard Strauss. Hiertussen valt ook Bruckner, waarvan vanavond de monumentale achtste symfonie te horen was in de Bijloke te Gent.

Edo de Waart (foto: Eva Vermandel)
Edo de Waart (foto: Eva Vermandel)
Samen met de zevende vormt de achtste symfonie het absolute hoogtepunt in Bruckners output. Hierin wordt hij nog breder in zijn muzikale taal en reikt hij nog verder in de transcenderende hoogten van zijn geloof. De omvang is hier een louter medium, het geduld de a priori conditie van waaruit de luisteraar zichzelf kan ontstijgen. Het onaardse 'Adagio' vormt hiervan de absolute climax, waarop enkel nog de apotheose van de 'Finale' kan volgen. Helaas zijn het deze twee delen waarin deFilharmonie tekort schoot. Een gebrek aan homogeniteit in de strijkersgroep vormde een eerste obstakel, gebrekkige solisten een tweede. De opgeblazen noten van de Wagnertuba, de laksheid van de klarinet en de geringe kracht van de trompet konden niet voldoende gecompenseerd worden door de fenomenale eerste hoorn. Ook Edo de Waart zelf liet steken vallen, vooral in de zin dat hij zijn orkest niet kon bewegen de nuance in Bruckner op te zoeken en de gestage tensiewerking van de partituur uit te buiten. Voor een stuk was dat gelegen aan geluidstechnische balansproblemen, waarbij de strijkersbody inproportioneel sterk klonken in verhouding tot het kleine koper.

Gelukkig blijft het altijd een plezier om Bruckner te zien en te horen in de concertzalen, niet in het minst op de prachtige Bijlokesite. Vorige week klonk overigens nog een ongeëvenaarde zevende in het Concertgebouw Brugge door het Budapest Festival Orchestra, dat tot de laatste noot een onvoorwaardelijke aandacht had voor hun visionaire dirigent Ivan Fischer. Bij deFilharmonie was het veeleer vastklampen aan een (te) moeilijke partituur, waarbij onoverkomelijke onnauwkeurigheden tegen het laatste deel slopen. Dat is jammer, want ook al krijgt de luisteraar goede momenten, de kunst is en blijft om deze te laten culmineren. Dit lukte Edo de Waart niet, die na twee erg mooie delen precisie en uithoudingsvermogen ontbeerde. Gemengde emoties dus, die weliswaar ontstonden na de blij-verwachtinsvolle gevoelens bij deze mooie programmatie in de Bijloke, een zaal die zich nog altijd verdienstelijk maakt door een breed scala aan klassieke muziek en jazz op de agenda te plaatsen.

Meer over deFilharmonie & Edo de Waart, Bruckner 8


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.