Een goede graadmeter voor de kwaliteit van een concert is tellen hoe vaak men als bezoeker op zijn uurwerk kijkt. Voor het optreden van Henry Threadgill Zooid in Bozar was die som gelijk aan nul. Tijd was dan ook geen issue voor de toeschouwer die getuige was van dit zinnenprikkelend concert.

Was dat voor de band even anders. Niet alleen was de groep duidelijk op de hoogte dat er niet over de tijdslimiet mocht worden gegaan met als gevolg een nogal vreemd einde ("mogen we nog eentje spelen of doen jullie zo meteen de lichten aan?"), daarnaast was tijd ook de enige houvast in de lange openingstrack van het concert. Een vage ritmische aanduiding was de rode draad die de individuele verhaallijnen van Liberty Ellman (gitaar), Jose Davila (trombone en tuba), Christopher Hoffman (cello) en Elliot Kavee (drums) met elkaar verbond. Threadgill zelf hield de eerste minuten vooral contact met de geluidstechnici, enerzijds om een mooie balans te bekomen in zijn monitor maar ook om het ding feedbackvrij te krijgen.

De drijvende kracht in de aanvangsfase was drummer Kavee, die een zelden gezien concentratie vertoonde, gecombineerd met een even zelden gezien smoelentrekkerij. Hij accentueerde alles wat maar kon en kleurde de interacties met eindeloze variaties, plotse pauzes en bruuske ritmische wissels. Kavee zocht op cruciale punten het gezelschap op van Davila (wanneer die tuba speelde) en Hoffman, die door de afwezigheid van bassist Stomu Takeishi met z'n drieën in wisselende constellaties als ritmesectie fungeerden. Ellman leidde alles in goede banen, niet alleen door de groep op het juiste moment terug bij elkaar te brengen, maar ook door Threadgill aanwijzingen te geven waar een solo zou stoppen en een thema werd opgepikt. De gitarist is een van de best bewaarde geheimen van de New Yorkse jazz avant-garde toonde zich in Brussel als een hoeksteen van het ensemble. Uit zijn gitaar (een akoestisch type met een zelf gemonteerde pickup, getuige het slordig loshangende kabeltje aan de klankkast) toverde hij bovendien in elke context een passende sound en dat zonder enig elektronisch effect.

Henry Threadgill (foto: Numi Threadgill)
Henry Threadgill (foto: Numi Threadgill)
In het openingskwartier werd het publiek voornamelijk verwend met solo's van Ellman, Davila (met demper) en Hoffman, maar de groep kwam in zijn geheel pas op toerental in het derde stuk, dat aanving met een mooie improvisatie van Kavee (met heel gevoelig drum-, cimbaal- en bellenwerk) en Hoffman. Ellman liet vervolgens de tijd even stilstaan door zijn solo tot het nulpunt af te bouwen en daarmee Threadgill tot hetzelfde dwong. Met een opwaartse beweging zette de groep zich meteen daarna in gang voor een uur zinderende ensemblemuziek.

Er kwam meer schwung in het gebeuren, wat zich op het podium vertaalde door de opwippende benen van Pavila en een op de grond stampende Threadgill. Op altsax kwam de in 1944 geboren Amerikaan sterk voor de dag. Zijn spaarzame solistische bijdragen troffen op dat instrument telkens raak, mede door de eigenaardige glissandi waarmee hij zijn flitsen afrondde. Men kon als toeschouwer ook meer en meer meewiegen in de stoeltjes want de funk had zijn intrede gedaan, maar desondanks was het metrum ongrijpbaar en liep men als toeschouwer reddeloos verloren wanneer men zich daar aan vastklampte.

Ondertussen tuurden de groepsleden onophoudelijk naar de partituur voor hun neus. De muziek leek dan wel vrij, de uitvoering en de manier waarop de band op bepaalde momenten samenkwam, zoals in hermetische doorgecomponeerde passages, spraken dit resoluut tegen. Er waren ook leidraden, meestal in de vorm van cirkelende motieven of partijen in het basregister (door cello of tuba) die werden bovengehaald wanneer de groep zijn coherentie dreigde te verliezen. Het meest treffende voorbeeld van deze interactie was de wijze waarop de groep uit elkaar spatte toen Threadgill inzette na een gedisciplineerde aanloop van de ritmesectie. Alsof er midden in de muziek een bom tot ontploffing was gebracht, stoven de groepsleden plots in vijf verschillende richtingen uit elkaar om na enkele minuten wonderlijk terug in elkaar te klitten.

In de laatste stukken ging Threadgill zijn drummer nog extra aanmoedigen - niet dat die dat nodig had want Kavee kletste sowieso al de meest waanzinnige patronen bij elkaar. Wat volgde was een schitterende finale met alweer een buitengewoon solerende Ellman en een duidelijk geïmponeerde bandleider die na het afronden van het zoals altijd haaks lopende thema met blinkende ogen zijn publiek begroette.

Henry Threadgill Zooid acteerde in Bozar als een ensemble buiten categorie. De bijna ongrijpbare interactie tussen de vijf deed zelfs denken aan het huidige Wayne Shorter Quartet, nog zo’n ensemble waar de aanvoerder vooral zijn band aan het woord laat. Threadgill heeft dan wel niet dezelfde status als de voormalige kompaan van Miles Davis, qua muzikale visie zijn ze even uniek. 

Meer over Henry Threadgill Zooid


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.