In 2013 creëerde pianiste Myra Melford ‘Language of Dreams’, een multidisciplinaire voorstelling geïnspireerd door de trilogie ‘Memoria del fuego’ van de Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano. De muziek die Melford in functie van dit project schreef presenteerde ze op woensdag 26 maart in deSingel met het kwintet Snowy Egret.

Met ‘Memoria del fuego’ schreef Galeano een anekdotische geschiedenis van de Nieuwe Wereld vanaf de kolonisatie. Via krantenknipsels, getuigenissen en verhalen, die allemaal slechts een enkele paragraaf of bladzijde beslaan, worden aangehaalde feiten over het grote Amerikaanse continent via alle mogelijke perspectieven benaderd, waardoor het lijkt alsof elk individu de kans kreeg om een bijdrage te leveren. Het is een van de aspecten die Melford aansprak in dit werk en tevens een van de dingen die ze conceptueel vertaalde in functie van het project. Ze maakt er namelijk een punt van dat elke muzikant tijdens de uitvoering een persoonlijke kijk mag geven op de composities. Dat vertelde Melford tijdens het interview dat plaatsvond zo’n half uurtje voor aanvang van het concert, waarbij ze toelichting gaf bij de muziek die ze met haar kwintet zou gaan spelen.

foto: Michael Wilson
foto: Michael Wilson
Het was een erg zelfzekere en enthousiaste Melford die het publiek te woord stond en ondanks de nogal onnatuurlijke setting van het gesprek raakte ze na verloop van tijd goed op dreef. Eenmaal achter de piano was er helemaal geen houden meer aan: ellebogen, onderarmen, vuisten en handpalmen, het klavier moest regelmatig gedecideerde klappen incasseren binnen het opvallend ritmische repertoire van Snowy Egret. De intensiteit werd dan ook regelmatig opgedreven door het als een stoomtrein denderende kwintet, waarin een centrale positie was toebedeeld aan bassist Stomu Takeishi. De Japanner - al jaren een trouwe bondgenoot van Melford - speelde in Antwerpen uitsluitend fretloze basgitaar en bleek een sturend element in de uitvoering van de rijk geschakeerde composities. Met een ostinaat, een baslijn of ritmische aanduidingen blies hij verzamelen tijdens collectieve improvisatiemomenten en in de ingewikkelde puzzel van gecomponeerde motiefjes, thema’s en melodieën voelde hij zich opvallend comfortabel.

Takeishi stond midden op het podium, los gekleed en bovendien blootvoets. Het contrast met de naast hem geposteerde cornettist Ron Miles - proper in kostuum en ietwat onwennig - kon niet groter zijn. Het was die laatste die in het groovende openingsstuk de eerste solo mocht blazen. Zijn melodieuze aanzet werd door Takeishi en gitarist Liberty Ellman moedwillig gesaboteerd met vreemde kronkels en dissonanten, waardoor Miles plots heel grimmige lijnen ging blazen. Toen Ellman (met zijn typische elektrisch versterkte akoestische gitaar) het van hem overnam, werd de muziek door de bas- en drumtandem in de totale vrijheid getrokken. Na enkele minuten vonden Ellman en Melford elkaar met een kleine riedel, wat meteen ook het startsein was voor een heel lyrische en hartverwarmende passage die het publiek als een golf overspoelde. De rijke akkoorden, aangedikt met het gitaarwerk van Ellman, rolden onophoudelijk uit de piano en kregen met de cornet van Miles nog een mooie bovenstem. Na een half uur werd het lange openingsstuk uiteindelijk afgerond met de oorspronkelijke groove, die nu evenwel gepaard ging met koppige, dwars doorheen het ritme geplaatste clusters van Melford.

Drummer Ted Poor (die voor deze tournee inviel voor Tyshawn Sorey) mocht het tweede stuk aftrappen. Hij demonstreerde hier voor de eerste keer zijn pointillistische soleerstijl, met allemaal korte, snelle tikjes,  wat uitmondde in een verrassende percussieve dialoog met Melford. Bij het invallen van de rest van het ensemble maakte de muziek een bocht en kwam er een dolle calypso op gang, alweer gedragen door de heel doeltreffende partij van Takeishi. De bassist tapte daarbij regelmatig uit het effectenvaatje: reverb, gain, delay en attack werden telkens op een heel functionele manier aangewend, net zoals de flageoletten die hij af en toe uit zijn bas toverde.

Na een eerste set met twee lang uitgesponnen stukken, had Snowy Egret na de pauze enkel gebalde muziekjes in petto. De composities maakten geen grote transformaties meer door zoals in het begin van het concert, de lijnen waren nu meer expliciet uitgezet en de ontwikkeling was vooral lineair. De diversiteit werd er alleen maar groter door want elk stuk had een eigen karakter. Zo blonk Melford uit met doorleefd bluesy pianospel en ging de groep gevaarlijk swingen in een freebopstuk dat klonk als een boksmatch voor zwaargewichten. Een mooi en vredig moment ontstond toen Melford naar de melodica greep. De accordeonachtige klank van het kleine instrument riep plots de sfeer op van Latijns-Amerika, wat natuurlijk niet toevallig was, en de groep danste gewillig mee op de lichtvoetige akkoorden van de kleine bandleidster.

Naar het einde van het concert wist de groep nog een keer te imponeren door vanuit een chaotische groepsimprovisatie plots een bruisend thema te toveren dat zo haarscherp gespeeld was dat zelfs de muzikanten erdoor verrast leken. Ellman haalde vervolgens solistisch nog een keertje alles uit de kast tot de groep schijnbaar met een noodstop tot stilstand kwam. De tweede set was daarmee opmerkelijk korter dan de eerste, maar wel een pak intenser en krachtiger. In de loop van 2014 verschijnt het eerste album van Snowy Egret en als voorsmaakje kon dit wervelend concert in deSingel alvast tellen.

Meer over Myra Melford's Snowy Egret


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.