Eind januari en begin februari is het ensemble Ictus twee maal te horen met haar programma ‘Liquid Room #2’: de tweede editie van het concertconcept dat bijna twee jaar geleden een diepe indruk naliet bij iedereen die toen aanwezig was.

Met de eerste versie van ‘Liquid Room’ zorgde het ensemble Ictus in april 2009 voor een van de meest opmerkelijke concerten van het festival Ars Musica. Het publiek kon vrij binnen en buiten lopen en laveren tussen de verschillende podia, als op een zomers rockfestival. Het concert werd zo één grote flow, van de joystickmuziek van de jonge Luikenaar Cedric Dambrain, langs de Yamaha DX7-synthesizers voor Tristan Murails ‘Visions de la Cité Interdite’ tot de wervelende spoken word performance ‘Ursonate’ door de met een megafoon gebekte Michael Schmid. Hier geen dode momenten omwille van podiumwissels – door het gebruik van verschillende podia konden de uitvoeringen elkaar meteen opvolgen – noch de vervelende bottlenecks van een rockfestivalterrein, aangezien alle podia in dezelfde zaal opgesteld werden.

Hetzelfde concept wordt hernomen voor ‘Liquid Room #2’, waarbij ook deze keer in de programmatie weer niet op een contrast meer of minder gekeken wordt. Elektronisch staat tegenover akoestisch, improvisatie tegenover op diverse manieren genoteerde muziek en kleine solosettings tegenover grotere ensembles. Het is dan aan de luisteraar om uit te maken of de muziek klassiek, rock, improv of elektronica is. Of om het zich niet aan te trekken en gewoon, met de muzikanten, voor drie uur in het diepe van ‘Liquid Room’ te springen.

Fennesz

Ictus ( (Liquid Room #1)
Ictus ( (Liquid Room #1)
De link met de rockwereld is het duidelijkst hoorbaar in de stukken die gebouwd zijn rond de rockbezetting van elektrische gitaar, elektrische bas en drums, al dan niet in combinatie met “klassieke” instrumenten. De twee componisten die daarin het verst gaan zijn de Oostenrijkers Wolfgang Mitterer en Burkhard Stangl. Beide hebben een bochtig muzikaal parcours afgelegd dat hen voerde langs gecomponeerde muziek, maar ook langs improvisatiemuzikanten als Tom Cora en Franz Kogelmann en elektronicawizard Fennesz. Mitterer zal zelf toetsen spelen in zijn ‘Coloured Noise, Sentence 5’, een bewerking van zijn ‘Coloured Noise’, normaal gezien voor 23 muzikanten, maar nu speciaal door de componist gereduceerd voor rocktrio (gitaar-bas-drum), viool, cello, fluiten, slagwerk en elektronica. Nog nieuwer is het werk van Stangl, een creatie voor zang, synthesizer en rocktrio waarbij de muzikanten niet louter uitvoerend, maar ook improviserend aan de slag moeten.

Naast de twee Oostenrijkers tekenen ook twee Fransen voor muziek die de sporen van rockbezetting draagt. Marc Monnet houdt het in zijn ‘Eros Machina’ eerder bescheiden met gitaar, bas en twee ongelijk tikkende metronoompartijen. Violist Benjamin de la Fuente gaat voor de creatie van zijn ‘Bypass, Flip, Bip & Sirene’ voor een grotere bezetting met bas, gitaar, sampler, fluit, cello, twee drummers en de componist zelf op elektronische viool. De la Fuente is daarmee niet aan zijn proefstuk toe, want in 2009 verscheen van hem het album ‘La Longue Marche’, gevuld met eigen werk voor viool en elektronica.

Schuifelen langs muren

Tegenover al deze elektronische kleuren worden composities geplaatst die geheel of overwegend akoestisch zijn in soms minimale bezetting. Daarbij ligt de klemtoon opvallend op de dwarsfluit. Solostukken voor dit instrument zijn er van Istvan Matuz (‘The Glizz’) en Ivan Fedele (‘Apostrofe’), terwijl voor ‘Pression’ van Helmut Lachenmann cellist François Deppe alleen aan de slag moet. Niet met een conventionele, maar met een grafische partituur die gebaseerd is op motorische instructies, waardoor Lachenmanns fascinatie voor klank vrij spel krijgt.

In vergelijking met Lachemanns notatie is die van Philip Glass voor ‘Piece in the Shape of a Square’ voor twee dwarsfluiten eerder conventioneel, maar daarom is het werk historisch niet minder belangrijk. Het stuk dateert immers uit het voor de componist zo belangrijke jaar 1967, waarin hij na zijn terugkeer uit India kennis maakte met de muziek van Steve Reich. Onder die indruk van deze ervaring begon hij zelf consonant repetitief te schrijven en ‘Pieces in the Shape of a Square’ werd een van de eerste werken in het idioom dat zo typisch zou worden voor Glass. Het stuk werd bovendien gespeeld op het eerste concert waarop Glass zijn "nieuwe" muziek voorstelde met de componist zelf als een van de twee fluitisten. De partituren van de gespeelde werken werden voor deze gelegenheid aan de muren bevestigd, zodat de muzikanten zich moesten verplaatsen om ze te kunnen aflezen.

Michael Schmid in 'Ursonate' (Liquid Room #1)
Michael Schmid in 'Ursonate' (Liquid Room #1)
Voor het laatste werk uit het fluitluik van ‘Liquid Room’ deed Ictus beroep op de Duitse componiste Eva Reiter die als uitvoerder doorgaans actief is op blokfluit en gamba, twee instrumenten die doorgaans eerder met oude muziek geassocieerd worden. Tijdens ‘Liquid Room’ is ze vertegenwoordigd met ‘Konter’ voor de zeldzame basfluit en elektronica. Met allerhande blaasgeluiden, afgebroken klanken en percussief aandoende geluiden weet Reiter haar werk permanent in beweging te houden, waarbij het geluid de ruimte lijkt op te zoeken en erg suggestief en bij momenten zelfs filmisch wordt.

Zwervers

Een laatste grote lijn in het programma is de inbreng van de menselijke stem: sprekend en zingend. Onder vlag interzone zullen de Japanse sopraan Tomoko Taguchi en Ictus-pianist Jean-Luc Plouvier muziek brengen van Gabriel Fauré en Claude Debussy, waarbij Plouvier de piano voor een keer aan de kant schuift ten voordele van de Fender Rhodes. Taguchu’s stem is ook te horen in ‘Kengir’ van François-Bernard Mâche waarin die geplaatst wordt tegenover gesamplede klanken.

De andere vocalist van dienst is Michael Schmid, in het dagelijks Ictus-leven dwarsfluitspeler. Na zijn verbluffende ‘Ursonate’ tijdens de vorige ‘Liquid Room’ zal hij nu vocaal te horen zijn in ‘The Letter’ en ‘Barstow’ van de cultcomponist Harry Partch. Deze Amerikaan bouwde zelf de instrumenten waarop zijn muziek gespeeld moest worden. Een noodzaak aangezien hij niet hoog opliep met de klassieke stemming van de instrumenten in de bekende hele en halve tonen – duidelijk terug te vinden in de zwarte en witte toetsen van de piano. In plaats daarvan gebruikte hij een meer verfijnde stemming, waardoor hij ook noten ging gebruiken die tussen de “gewone” noten in lagen. Het resultaat is dat zijn muziek voor westerse oren vaak “vals” klinkt, maar objectief gezien verfijnder is qua melodische en harmonische mogelijkheden.

Dankzij het werk van instrumentenbouwer Tim Mariën (die een gitaar en een piano ombouwde naar de eisen van Partch’ muziek) kan de bezoeker van ‘Liquid Room’ mee dwalen door de sprookjesachtige klankwereld van deze eigenzinnige Amerikaan. De teksten die Schmid op de klanken van deze fijn getunede instrumenten leest, haalde Partch uit brieven van een zwerver. Eigenlijk een collega, want ook de componist zelf zwierf als hobo jarenlang met de trein kriskras door de VS. De luisteraar van ‘Liquid Room’ kan hem daarbij volgen en mee verloren lopen. Al is de kans klein dat die daarvoor moet wachten op de werken van Partch. ‘Liquid Room’ vloeit immers van meet af aan en heeft duidelijk niet tot doel duidelijke grenzen te trekken. Wel integendeel.

 

Meer over Ictus – Liquid Room #2


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.