Verliefde twintigers die het hoofd niet koel kunnen houden, ja dan nee: schijnen blijft ze doen, de zon, ondanks alles. Richard Strauss schreef er, aan de vooravond van zijn eigen huwelijk met Pauline de Ahna, een prachtig lied over dat inmiddels tot een van zijn meest beroemde is uitgroeid. De tekst is van de hand van Strauss' tijdgenoot John Henry Mackay, dichter van gemengd Duits-Schotse afkomst die met deze tekst een van de hoogtepunten van zijn oeuvre zou schrijven – en, gelukkig voor de luisteraar van vandaag, werd dat door Strauss meteen als dusdanig erkend.

Over de audio

Het geniale van het lied zit hem in de symbiose tussen stem en piano: de begeleiding is erg vrij, maar kleurt op een erg tactvolle manier de partituur wel degelijk bij waar nodig. Wie hoort in de eerste regel bijvoorbeeld de zon niet doorbreken onder het woord "scheinen" – met alle voorgaande muziek als zijnde een soort nocturale prelude op dit uiteindelijke schijnen. Verstikkend is dan weer het einde, wanneer na Stotijns slotwoorden "und auf uns sinkt des Glückes stummes Schweigen" inderdaad een korte stilte wordt ingelast – door pianist Joseph Breinl met de best denkbare mengeling van spanning en verlossing uiteindelijk "opgelost" naar een afsluitend pianistiek formuleren. In deze laatste notennevel valt overigens de bewust geconstrueerde onvolkomenheid op, waarmee Strauss allicht wilde aangeven dat dit verhaal niet ten einde is. De laatste noten worden niet opgetild richting een politiek correct, conventioneel slot, maar worden in het onbestemde gelaten. Want morgen, morgen schijnt de zon opnieuw...

Meer over Richard Strauss


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.