Gewoon “Skeletons”, daar is niets mis mee. In elk geval niet meer dan met andere namen waaronder de groep naar buiten kwam als Skeletons & the Girl-Faced Boys of Skeletons & The Kings of All Cities. Het verhaal van de band begint in 2001 in Oberlin, Ohio met een soloproject van Matt (Matthew) Mehlan. Hij brengt twee albums uit op het mee door hem opgerichte label Shinkoyo, maar voor ‘Git’ uit 2005 profileert Skeletons zich echt als een band: Skeletons & The Girl-Faced Boys. Mehlan verlaat zijn eigen label en vindt onderdak bij Ghostly Interantional dat nu plaats biedt aan Gold Panda, Matthew Dear, School of Seven Bells. Op ‘Git’ zijn onder andere multi-instrumentalist Jason McMahon en drummer Jonathan Leland te horen die voor ‘Lucas’ (2007), ‘Money’ (2008, Tomlab) en ‘People’ (2011, op Crammed en opnieuw Shinkoyo ) de constanten worden in de line-up.

 

Over de audio

In ‘Tania Head’ is niet is wat het lijkt: muzikaal, noch inhoudelijk. De song gaat over Tania Head (echte naam Alicia Esteve Head) die beweerde een overlever te zijn van de aanslagen op het World Trade Center in 2001. Ze werd woordvoerder en voorzitter van het World Trade Centre Survivors' Network tot in 2007 bleek dat haar verhaal verzonnen was. Checken en dubbelchecken dus.

Ook muzikaal, want wie even mails bekijken, afwast of zelfs maar wat  mechanisch bureauwerk doet tijdens het beluisteren van het nummer, gaat heel wat muzikale clous missen. Zeker in de eerste twee minuten, waarin Skeletons in een strakke repetitiviteit à la Battles kruipt. Wat er echter met en boven de herhaalde lijnen gebeurt is een genot om volgen. Kleine toevoegingen en veranderingen kleuren de muziek, gaande van steeds wisselende opvullingen en accenten in de drums, tot bijkomende geluiden (0:30), het uitdunnen van de klank (0:43) of het verschuiven van de verschillende stemmen ten opzichte van elkaar (de bas vanaf 0:43). Zo ontstaat een polyfoon kluwen dat veel meer herbergt dan tien luisterbeurten kunnen naar boven brengen.

Vanaf 2:17 zakt het tempo een tikkeltje, wat meteen de inzet is van de eerste strofe, door Mehlan gezongen met zijn zachte, lichte stem die hem muzikaal familie maakt van Arto Lindsay.

Bij de inzet van de volgende strofes (3:04 en 4:16) houdt de band er aan om telkens iets in het arrangement te veranderen, waardoor de nuancewerking van het begin (op een grotere en dus iets duidelijkere schaal) wordt verder gezet.

Tussen de tweede en de derde strofe in (3:52) verzeilt de groep even in een Afrikaanse atmosfeer dankzij de fonkelende gitaarlijnen en vooral het net wat tegenwringende ritme van de verschillende lagen in de muziek.

Battles, Afrika, Arto Lindsay: een bedwelmende muzikale wereld die veel zegt over het niveau waarop de heren van Skeletons het muzikale spel spelen. Daarbij geholpen door Rusty Santos achter de knoppen die diezelfde plaats ook innam bij ‘Sung Tongs’ van Animal Collective.

Meer over Skeletons


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.