Antonio Vivaldi schreef het grootste deel van zijn meer dan honderd concerti voor viool (of voor meerdere violen) of fagot maar hij schreef met hetzelfde gemak voor nagenoeg elk ander soort instrument. Bijna dertig concerti componeerde hij voor cello, een instrument dat hij waarschijnlijk niet zelf bespeelde maar waar hij als gamba-speler genoeg mee vertrouwd was Uit die concerti maakte de jonge Koreaanse celliste Han-Na Chang een keuze van zeven werken, die ze op deze nieuwe uitgave bij EMI chronologisch presenteert, van een relatief ongecompliceerde vroegste concerto in A klein (RV420), over de polyfone en virtuoze werken uit Vivaldis volwassen periode naar zijn laatste composities, die een meer classicistische, vereenvoudigde aanpak verraden.

Het eerste concerto van de cd laat het nog niet zo sterk horen, maar Han-Na Chang geniet duidelijk van Vivaldis voorliefde voor bravoure en virtuositeit. Met doorgaans snelle tempi en vlijmscherpe fraseringen krijgt deze muziek een extrovert Italiaans kantje dat best gesmaakt kan worden. Ze kan haar dubbelgrepen in het exuberante concerto in C majeur een ongelooflijke kracht meegeven en beheerst elk register van haar instrument met bewonderenswaardige precisie. Haar hoogste noten klinken haar zuiver en zelfzeker terwijl ze – zeker in virtuoze passages – gretig gebruik maakt van het ruwe karakter van haar laagste snaar.

Het London Chamber Orchestra rondt haar begeleiding dan weer veel meer af en het zelfde soort van scherpe accenten en vinnige frasewendingen die Han-Na Chang gebruikt, zijn in de begeleiding minder sterk aanwezig. Deels is dit natuurlijk te wijten aan de samenstelling van de groep, die op een aantal punten verschilt van de oude-muziek ensembles die de opnames van dit soort muziek doorgaans verzorgen. Dit ensemble is groter, met meerdere strijkers per stem, wat dit kamerorkest een bredere klank verleent. Bovendien lenen de moderne instrumenten, bogen en snaren zich minder tot het soort van assertiviteit dat we bijvoorbeeld bij barokviolist Giuliano Carmignola horen. En de basso continuo groep, die nochtans uit vier instrumenten (cello, contrabas, klavecimbel of orgel en theorbe of gitaar bestaat) staat zelden op de voorgrond zoals dat bij barokensembles het geval is. Zo valt ook de afwisseling van klavecimbel naar orgel of van theorbe naar gitaar in sommige delen niet echt op. Dat wil niet zeggen dat het orkest zonder engagement speelt, in tegendeel: de snelle finales in het bijzonder klinken erg overtuigend. Maar het geheel klinkt onvermijdelijk een breder dan bij bijvoorbeeld de Akademie für Alte Musik Berlin. Toch blijft dit een prachtige cd, die Vivaldis muziek alles behalve tekort doet en veel engagement en enthousiasme van zowel orkest als soliste laat horen.

Meer over Antonio Vivaldi


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.