Anima Eterna werd in 1987 opgericht als een barokensemble dat gevraagd werd om Bach uit te voeren. Het ensemble is ondertussen flink in omvang toegenomen en heeft zijn repertoire verlegd naar negentiende-eeuwse en vroeg twintigste-eeuws muziek. Daarbij wordt echter nog steeds gebruik gemaakt van een instrumentarium dat zo authentiek mogelijk is. Na een gevierde opname met orkestmuziek van Maurice Ravel (Zig Zag Territoires 060901), richten Anima Eterna en haar dirigent Jos Van Immerseel hun pijlen nu op Claude Debussy, met drie representatieve werken uit Debussy's oeuvre: de vroege 'Prélude à l'après-midi d'un Faune', het driedelige 'La Mer' en de 'Images', een laat orkestwerk dat pas in 1922, vier jaar na Debussy's dood haar première kreeg.

Het klankpalet van Anima Eterna ligt al vrij dicht bij dat van een modern orkest: hier is geen barok- of klassiek orkest aan het werk. Dankzij een minutieuze zoektocht naar Franse instrumenten van rond de eeuwwisseling, zorgt Anima toch voor een subtiel verschillend orkestraal klankpalet. Dat uit zich in bijvoorbeeld de slanke klank van twee cornetten en twee trompetten die 'La Mer' scherp en verfijnd inkleuren. De ranke, precieze koperblazers vallen vooral op in het tweede deel, 'Jeux des Vagues'. De strijkers van Anima Eterna gebruiken nog met darmsnaren bespannen instrumenten. Het zorgt voor een zachtere, minder penetrante strijkersklank, vooral op hoge vioolpassages, die verrassend open en comfortabel klinken. Bovendien kunnen de strijkers van dit orkest betoverend mooie lijnen uit hun instrumenten toveren, zoals blijkt uit het melancholische ‘Gigues’ uit de ‘Images’. Even kamermuzikaal gedacht is ook de solo voor meerdere cello's in het eerste deel van 'La Mer', die hier beweeglijk en behoorlijk snel uitgevoerd wordt.

De fluitsolo waarmee de 'Prélude à l'après-midi d'un Faune', en dus ook de hele cd, opent, mag zeker ook vermeld worden, omwille van de flexibele manier waarmee fluitist Frank Theuns deze muziek interpreteert. Het is zeker geen toeval dat net een orkest waarvan de muzikanten hun wortels hebben in de oude muziek, deze Debussy met een meer dan gewoonlijke zorg voor frasering en retoriek uitvoert.

Het is overigens niet alleen het instrumentarium dat deze opname apart zet: Van Immerseel zorgt voor een duidelijke lijn in zijn interpretatie, bijvoorbeeld in de manier waarop het eerste deel van 'La Mer', ondanks de vele veranderingen van karakter en tempo, steeds sneller en opgewondener gaat klinken en naar een overweldigende climax opbouwt. Op dezelfde wijze ontvouwt ook ‘Rondes de Printemps’ zich, met een gedreven ritmiek die dit op volksmelodietjes gebaseerde deel energiek en dansbaar houdt.

Debussy's orkestmuziek werd de laatste jaren niet zelden op plaat gezet: zowel het Concertgebouworkest als het Rotterdams Philharmonisch Orkest brachten de voorbije jaren opnames van ‘La Mer’ uit. Bij ons waagde het Brussels Philharmonic zich aan een Debussy-cd met nagenoeg hetzelfde programma als wat Anima Eterna hier brengt. Die opname verbleekt echter bij de kalme zekerheid waarmee Van Immerseels muzikanten deze drie impressionistische werken brengen. Dit is namelijk geen opname die radicaal anders wil zijn maar wel eentje die in haar klankpalet, haar zorg voor detail en zelfzekere artistieke keuzes een diepe authenticiteit met zich meedraagt, en niet in de laatste plaats omdat het hier om een live-opname gaat (met correcties uit een tweede concertopname). Wie op zoek is naar een referentieopname van de drie bekende werken die op deze plaat staan, hoeft niet veel verder te zoeken dan deze nieuwste uitgave van Anima Eterna.

Meer over Claude Debussy


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.