Het Beethoven Orchester Bonn is al geruime tijd bezig het volledige symfonische oeuvre van Dmitri Shostakovich op te nemen en deze monumentale vierde symfonie is al het achtste volume in de reeks. Monumentaal want zowel wat lengte als wat bezetting betreft is dit de grootste symfonie die Shostakovich ooit zou schrijven, iets wat musicologen ertoe bewoog dit Shostakovich meest 'Mahleriaanse' symfonie te noemen. Het was Shostakovich' eigenzinnige antwoord op de uitvoeringen van (en vernietigende partijkritiek op) zijn opera 'Lady Macbeth of Mtsensk'. Dat de modernistische toon van het werk, met zijn harde dissonanten niet in de smaak zou vallen bij het regime is zachtjes uitgedrukt: enkele dagen voor de première kreeg Shostakovich in niet mis te verstane bewoordingen te horen dat hij de première moest aflasten, als het niet omwille van zijn eigen welzijn was, dan tenminste om dat van de muzikanten van het Filharmonisch Orkest in Leningrad dat de eerste uitvoering zou verzorgen. En de vierde bleef tot in 1961 toen er een iets liberalere wind door de Sovjet Unie waaide onuitgevoerd. Ondanks de kritiek die de symfonie te verduren kreeg (en ondanks Shostakovich' eigen – afgedwongen - zelfkritiek dat het werk leed aan 'grandiosomania') is en blijft dit een van Shostakovich' meest originele werken, episch in karakter en opzet. De vele avant-gardistische effecten waar de communistische partij aanstoot aannam zijn niet meer dan een middel, erg organisch aangebracht, om dit epische karakter tot uiting te brengen.

Met scherpe accenten, een nerveuze energie in de snelle passages en zachte delen die zelden ontspannen zijn en altijd iets 'unheimlichs' met zich meedragen, werd dit een bijzonder boeiende vierde symfonie. Het is nochtans vrij gemakkelijk om in dit mammoetwerk snel de weg kwijt te raken. Dat dirigent Roman Kofman een helder verstaanbare structuur in deze symfonie kan aanbrengen getuigt dan ook van zijn talent en intieme kennis van deze muziek. Het mechanische, soms gevoelloze maar toch kinderlijk-onschuldige karakter (een constante bij Shostakovich tot in zijn allerlaatste symfonie) van sommige passages komt hier goed tot zijn recht, zoals in de tweede grote sectie van het openingsdeel.

Het Beethoven Orchester Bonn beschikt over een uitstekende sectie koperblazers die, ondanks het geweld dat Shostakovich kan voorschrijven, steeds slank en gecontroleerd blijven klinken, met erg accurate trompetten. Hele stevige bassen en twee zelfverzekerde tuba's zorgen voor een solide ondergrond. De strijkers blijven, ondanks de uitzonderlijk grote bezetting, erg transparant en overzichtelijk klinken, wat evenveel zegt over de kwaliteit van de opname als van het orkest. Knappe soli voor fagot in het eerste deel, verrassend lyrisch voor Shostakovich, maken het plaatje af.

Met deze vierde symfonie wordt deze al voordien veel geprezen Shostakovich integrale aangevuld met een even overtuigend volume. Nu maar wachten op de overige symfonieën nummers 3, 8, 11, 14 en 15...

Meer over Dmitri Shostakovich


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.