Ondanks de hoge leeftijd die Johann Philipp Förtsch (1652-1732) bereikte, schreef de componist alleen in zijn jonge jaren muziek. Förtsch kwam uit goede huize en gaf het componeren op latere leeftijd op om een carrière als dokter en politicus te vervolgen. Hoewel een oudere Förtsch dus werken van Telemann en Händel gehoord moet hebben, is zijn eigen muziek is vroege barokmuziek, in de stijl die courant was aan het eind van de zeventiende eeuw in Noord-Duitsland. Förtsch was in de eerste plaats operacomponist aan de opera van Hamburg maar geen van zijn twee dozijn opera’s is integraal bewaard gebleven. 82 ‘Geistliche Konzerte’ zijn wel overgeleverd en dragen sterk de stempel van Dieterich Buxtehude, een componist die Förtsch waarschijnlijk goed gekend moet hebben.

Ook qua instrumentatie zit Förtsch op dezelfde lijn als Buxtehude. Naast vocale solisten bestaat zijn ensemble uit een combinatie van een of twee violen, een tot drie viola’s da gamba en continuo. Blazers spelen geen rol in deze muziek, behalve wanneer een dulciaan op deze opname een enkele keer de continuo komt versterken. Opvallend virtuoos is deze muziek niet maar versieringen en snelle passages krijgen een gevoel van lichtvoetige elegantie mee van de strijkers van L’Arpa Festante.  Een opwekt motet als een ‘O Adoratas Trinitas’ gaat van start met drukke loopjes in de viola’s da gamba terwijl een archetypisch donker motet als het ‘Aus der Tiefen ruf ich zu dir’ de diepdroevige sfeer die de tekst oproept effectief in de muziek verklankt. In dat motet valt trouwens meteen op hoe zuiver de strijkers deze muziek kunnen spelen. Vibrato blijft volledig afwezig maat die afwezigheid leidt niet tot een steriele interpretatie.

De Duitse teksten die Förtsch gebruikt blijven goed verstaanbaar doorheen de hele opname. Dat is de verdienste van de vijf solisten (twee sopranen, altus, tenor en bas) van deze opname, die erin slagen om een reciterende stijl te combineren met een makkelijke lezing die het manifest melodieuze aspect van Förtsch’ stijl niet ontkent. De slanke maar kernachtige basstem van Markus Flaig ondersteunt de motetten erg effectief en vormt op die manier aan basis waarop sopranen Monika Mauch en Barbara Bübl, altus Alex Potter en tenor Hans Jörg Mammel zich kunnen beroepen. De coloraturen en loopjes die Förtsch zijn zangers voorschrijft, bijvoorbeeld op de ‘halleluia’ of 'amen' passages waarmee de veel ‘Geistliche Konzerte’ eindigen, bezitten een onbezorgde en virtuoze vrolijkheid. Dat is ook te danken aan de continuo, en dan vooral de klavecimbel, die op zulke plaatsen de muziek druk genoeg kan versieren.

Het hoeft niemand te verbazen dat de meeste van deze werken nog nooit eerder op plaat gezet werden want Johann Philipp Förtsch is niet meteen de meest gekende componist. Zijn muziek is schatplichtig aan die van Buxtehude maar dat kan in zo een geval alleen als compliment opgevat worden. De elf ‘Geistliche Konzerte’ die L’Arpe Festante in deze capabele uitvoering aan de luisteraar voorstelt zijn prachtige voorbeelden van eerlijke, intelligente barokmuziek die gerust een ruim publiek mag kennen.

Meer over Johann Philipp Förtsch


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.