Prokofiev, Bartok, Ravel...het zijn stuk voor stuk namen waarmee de obscure Poolse componiste Grazyna Bacewicz wel eens vergeleken wordt. Met haar sterk 20e-eeuws aandoende idioom is dat niet verwonderlijk, hoewel haar werken meer doordrongen zijn van een vrouwelijk gevoel voor rechtlijnigheid en duidelijk op het affect inspelen. Pianist Krystian Zimerman is echter al zijn leven lang grote fan van haar oeuvre en gaf ten overstaan van label Deutsche Grammophon ongeveer tien jaar geleden reeds te verstaan dat hij graag een opname aan haar muziek wilde wijden. Inmiddels toerde hij al rond met een recital integraal gewijd aan haar muziek en met deze opname is hij nu officieel de eerste grote muzikant die een opname van meer dan een uur helemaal aan haar muziek besteedt. Terecht, zo blijkt al snel, want hoewel Bacewicz intellectueel niet kan tippen aan haar voornoemde collega's, zijn haar partituren niet minder tot de verbeelding sprekend. Met een programma dat voor een chronologische benadering opteert van het eerste pianokwintet naar het tweede, komt men bovendien veel te weten over hoe Bacewicz als componiste evolueerde.

Openen doen Zimerman, Danczowska, Szymczewska, Groblewski en Kwiatkowski met Bacewicz' eerste pianokwintet. Stilistisch schrijft de componiste hier in de lyrisch-expressionistische traditie die inderdaad aan de heviger kamermuziek van Ravel doet denken. De algehele klankkleur neigt soms naar het filmische, maar krijgt nooit het zeemzoeterig karakter dat men tegenwoordig zo vaak bij soundtracks aantreft. Ook springt Bacewicz heel vrij om met dissonanten en chromatiek, waardoor haar muziek duidelijk aardt in en verder gaat op de lange, Westerse muziektraditie. Het eerste ('Moderato molto espressivo – Allegro') en het vierde deel ('Con passione') zijn opgevat als uitvoerige, hartstochtelijke delen, waarvoor de partituur enorm dens geconcipieerd werd. Het langzamer derde deel ('Grave') krijgt een slepend karakter dat zich bijzonder tergend ontwikkelt, met een door Bacewicz uitgebouwd intensiverend motief dat langzaam maar zeker ontaardt, waarna een relatieve vrede wordt gevonden.

Ook de tweede pianosonate, waarmee Zimerman vervolgens solo verder gaat, breekt duidelijk potten. De openingsfrase is een versmachtende introductie van wat een enorm virtuoze, maar tegelijk zeer tedere sonate is. Net als in het eerste pianokwintet betoont Bacewicz zich voorstander van doorzichtige vormen, zoals de traditionele ABA-structuur die men op elk werk van deze cd hoort terugkomen. Eveneens volgens traditie plaatst Bacewicz het zwaartepunt van haar sonate in het middelste 'Largo', een melancholische mijmering die het geweld van de omringende delen niet nodig heeft om met een sterke boodschap naar voor te komen.

Als slot komt Deutsche Grammophon ook met het tweede pianokwintet van Bacewicz op de proppen, geschreven dertien jaar na het eerste en duidelijk in een meer avant-gardistische context onder te brengen. De gebruikte compositorische technieken zijn hier opzichtiger en daar heeft het inhoudelijke plan van het werk sterk onder te leiden. De luisteraar krijgt ontroerende en intrigerende kleine klankwolken te horen, maar de afzonderlijke delen bieden in hun totaliteit te weinig houvast om van een even beklijvende ervaring als in de voorgaande werken te kunnen spreken.

Niettemin loont deze opname ongelofelijk de moeite. Tot de grote canon zal Bacewicz nooit behoren, maar dat neemt niet weg dat haar muziek intrinsiek emotie en vindingrijkheid bevat die voor iedereen aanschouwelijk zou moeten gemaakt worden. Wie daarbij de perfectie van een pianist als Krystian Zimerman optelt, begrijpt waarom deze cd een parel kan genoemd worden.

Meer over Grazyna Bacewicz


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.