Italië is vooral gekend als de pleisterplek van de maffia, het wielrennen, de Vespa, de langbenige deernen en het pastagerecht. Van dat laatste is het maar een kleine stap richting de spaghettiwestern. Laat nu het toeval bestaan dat kortgeleden een Italiaanse band een poging deed om de ultieme soundtrack bij dat soort films te maken. Het resultaat is Guano Padano’s gelijknamig getitelde debuutalbum. Deze groep wordt gevormd door gitarist Alessandro ‘Asso’ Stefana (elektrische en akoestische gitaar, pedal steel, banjo…), basspeler en toetsenist Danilo Gallo en percussionist/drummer Zeno De Rossi. Voor het album kon verder gerekend worden op een resem indrukwekkende gastbijdrages, zo passeerde ondermeer Gary Lucas, (Captain Beefheart, Jeff Buckley, …) de revue, evenals Alessandro Alessandroni (kunstfluiter bij menig deuntje van Ennio Morricone) en klarinetspeler Chris Speed (onder andere John Zorn). De muzikale vrucht is ergens te plaatsen in het rijtje van The Shadows, Ennio Morricone en, meer recent, Calexico. Eén van de bezielers achter die laatste band, Joey Burns, is trouwens een ware tifoso van de groep.

Het eerste lied is genoemd naar het album én de groep en spreidt zich onmiddellijk uit in een krachtig landschap van gitaar en basgitaar, waarbij op gepaste tijden een hoofdrol opgeëist wordt door een verdwaalde sax. Klassieke Shadows-country kan het niet genoemd worden, maar het komt verdomd dicht in de buurt. In ‘A Country Concept’ wordt uit een iets experimenteler vaatje getapt. De sfeer blijft min of meer hetzelfde, maar het tempo is aanvankelijk veel gezapiger. Een dromerige warmte zou de verbeelding van dit lied kunnen zijn. Wanneer het nummer zich uiteindelijk naar het einde lijkt te slepen, komt het evenwel volledig los en eindigt het zowaar swingend. Op ‘El Divino’ krijgen de mannen van Guano Padano de hulp van kunstfluiter Alessandro Alessandroni. Het gevolg is een deuntje dat zijn plaats heeft op de soundtrack van eender welke cowboygetinte film. Het filmische zet zich vervolgens voort tijdens ‘Epiphany’, maar dan op een ongezien donkere en mysterieuze wijze voor dit album. Donkere post-rock soundscapes lijken zelfs even om de hoek te loeren. Lang duurt dit evenwel niet, want met ‘Bull Buster’ volgt onmidddellijk daarna het aanstekelijkste moment van het album. Wat daarvoor nodig was, bleek simpel: een banjodeuntje en wat gefluit. Vervolgens volgt met ‘Ramblin’ Man’, een nummer dat een extra facet aan het album geeft, de grootste verrassing van het album. Deze klassieker van Hank Williams is voor de gelegenheid voorzien van de stem van ene Bobby Solo, een Italiaanse schlagerzanger die in betere tijden (1965) deelnam aan het Eurovisiesongfestival. Hij bezingt met een prachtige doorleefde stem, op croonende wijze én tevens wat onvast, een bekend nummer op een manier dat het toch een organisch geheel vormt met de andere nummers van dit album. Het stoffige van de prairie zit ook hier op elke noot. Daarna gaat ‘Guano Padano’ verder het pad af waar het al minutenlang op bezig was: psychedelische surf, country en americana. Het vermelden waard is nog het muzikaal zéér gevarieerde ‘Del Rey’. De tempo- en sfeerwisselingen creëren een dramatisch en theatraal effect, wat haaks staat op de dromerige (‘Danny Boy’) en speelse (‘Tromp Valley’) eindnoten van het album.

Dit ouderwetse en stoffig klinkende surf/country/americana album is geen heruitvinding van het genre dat vooral furore maakte aan de zijlijn van westernfilms tijdens de jaren zestig. Wél kan de muziek doorgaan als een creatieve en zéér puike hedendaagse hommage aan lang vervlogen tijden.

Meer over Guano Padano


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.