Bij het ontwikkelen van een Mahler-cyclus neemt de achtste symfonie een problematische plaats in. Het aantal participerende muzikanten zit daar voor iets tussen, naast het moeten creëren van een eenheid in de grote verscheidenheid, zowel qua muzikale stijlen als inhoudelijk. Bij een cd-opname is het daarenboven van belang dat de balans bewaard blijft en de details niet verloren gaan. In Kent Nagano's versie voor Harmonia Mundi uit 2005 zit alles dermate goed dat men besloten heeft ze op te nemen in de Gold-reeks van ditzelfde label.
Gustav Mahlers achtste symfonie is een uitzonderlijk werk. De compositiearbeid begon in 1906, hoewel de grondideeën al langer bij Mahler aanwezig moeten zijn geweest. De culturele grootheid van het Europa in het begin van de 20e eeuw induceerde mee dergelijke groots opgevatte en intellectualistische werken. De grootschaligheid blijkt uit de bijnaam ("Sinfonie der Tausend") en het is deze nadruk op de bezetting die tot de eenzijdige visie heeft geleid dat de achtste symfonie niet meer zou zijn dan het summum van de post-romantische excessen in orkestgrootte. Het werk is echter veel meer dan dat, met zijn fenomenale moderniteit in stijl en zijn complexe contrapuntische en harmonische uitwerking.
De symfonie bestaat uit twee grote delen met verschillende achtergrond. Het eerste deel dat een klein half uur duurt, komt voort uit de hymne 'Veni Creator Spiritus'. De verering van het heilige en het verlangen naar verlichting via de kunst zijn hierin verenigd; zowel de eeuwigheid als de menselijke wil tot kunstproductie worden hierin gecelebreerd. Het tweede deel is gebaseerd op de slotscene van Goethes meesterwerk 'Faust II', waarin de transfiguratie van Gretchen die van Faust, haar geliefde, mogelijk maakt: "Das Ewig-Weibliche zieht uns hinan". De Latijnse strofen van deel een staan dus tegenover Goethes Duitse verzen. De twee teksten ontstonden in totaal andere culturele entiteiten met een tijdsinterval van meer dan duizend jaar. Toch worden ze hier door Mahler verenigd en de muziek vormt hierbij een bindmiddel.
Muzikaal-technisch is de symfonie zowel geworteld in de traditie als enorm progressief. Bijvoorbeeld wat de vormaspecten van het eerste deel betreft, zijn deze terug te voeren tot een complexe sonatevorm, waarbij in de doorwerking nieuwe perspectieven in compositietechniek en muzikale expressie worden bereikt. De eenheid tussen de delen wordt bereikt door thematisch materiaal van het eerste deel te laten doorwerken in het tweede. Desondanks omvat het tweede deel een grote variatie aan stijlen die deze van het eerste deel verder aanvullen en het algeheel spectrum verrijken. Op die manier incorporeert Mahler enorm veel muzikale facetten in één symfonie en drijft hij de universaliteitswaarde van het symfonische genre op de spits. In het tweede deel, dat ongeveer een uur duurt, zitten weliswaar een aantal mindere stukken die ertoe bijdragen dat onder Mahlerliefhebbers de achtste symfonie een wat minder geliefde is. Het niveau is niet constant even hoog als in de andere symfonieën.
Kent Nagano die ook een sterkmaker was van de oorspronkelijke uitvoering van 'Das klagende Lied' (het eerste grote symfonische werk van Mahler), weet hoe hij complexe partituren moet aanpakken. In zijn zin voor detail munt hij werkelijk uit en hij laat Mahlers vernuftige spel met texturen perfect tot zijn recht komen. Nagano bezit bovendien het inzicht de zwakkere stukken minder te belichten. Ook alle opname-technische problemen die kunnen ontstaan door de enorme verschillen in bezetting en volume zijn op een of andere manier omzeild, waardoor men op elk moment een perfecte, de partituur alle recht aandoende helderheid krijgt. Solisten, koren en orkest zijn in opperbeste doen, met fenomenale samenklanken in de majestueuze momenten en blijvende klaarheid in de dens-polyfone passages, zowel als prachtige kamermuziekmomenten en solo-zang in de quasi recitativo, arioso of lied-momenten. De drie betrokken koren zorgen voor de meest magische choraal-momenten, culminerend in het alle muzikaal materiaal verenigende slotdeel: 'Alles Vergängliche ist nur ein Gleichnis'. Het hele, quasi kosmische spectrum dat Mahler in zijn achtste symfonie verenigt, krijgt dan ook een volmaakte weerslag op cd.
Kent Nagano nam met het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin eerder al de mis van Leonard Bernstein en 'Les nuits d'été' van Berlioz op. Er verschenen ook een paar bejubelde Arthaus DVD's onder de titel 'Kent Nagano conducts classical masterpieces' waarbij dezelfde troepen live werden samengebracht in de Philharmonie in Berlijn met werken van Bruckner en Strauss, naast Mozart, Beethoven, Schumann en Brahms. Hierbij zijn telkens documentaires opgenomen waarin Nagano zelf de werken toelicht. In elk geval behoort het orkest, dat na de dood van Ferenc Fricsay misschien wat minder aandacht kreeg, tot de absolute toporkesten en is de samenwerking met Nagano heel vruchtbaar.
De laatste tijd zijn er veel nieuwe Mahler-cycli uitgekomen, onder andere met Chailly, Zinman, Tilson Thomas en Gergiev. Er zijn dus veel opnames van de achtste symfonie beschikbaar. Een bijzondere vermelding kan hierbij uitgaan naar de opname van Pierre Boulez met de Staatskapelle Berlin bij Deutsche Grammophon uit 2008, waarin dezelfde kwalitatieve sonoriteit en opname-retouchering komt kijken, naast het tot in de puntjes uitgepuurd zijn van de texturen en details. Hoe dan ook blijft de interpretatie van Nagano hiernaast zeker overeind.