Voor wie niet vertrouwd is met de Europese geïmproviseerde muziek is het aangewezen om even goed in te ademen, alvorens op play te drukken. Het trio dat deze cd volspeelt, staat immers niet bekend als erg toegeeflijk. Gevormd en de traditie van de vrije improvisatie en de moderne compositie, laten ze hun oren niet hangen naar duidelijke ritmes of melodieën, maar storten ze zich, hoofd vooruit, in het energieke samenspel.

Violist, vioolbouwer en geluidskunstenaar Jon Rose (hier ook te horen op de lager klinkende tenorviool), bassist Meinrad Kneer (contrabas) en elektronicamuzikant Richard Barrett (Evan Parker ElectroAcoustic Ensemble en tevens actief als componist van  hedendaagse muziek) kiezen daarbij niet voor toegankelijk, uitgezuiverd minimalisme of indrukwekkende Teutoonse volumes. In plaats daarvan zitten ze elkaar onophoudelijk op de huid tot ze haast over elkaar struikelen. Daarbij is een halve beweging van een muzikant genoeg om bij de andere een reactie uit te lokken. Het resultaat is een vol en doorrazend geluid dat echter nooit zwaar wordt. Als in een Tik Tak voor gevorderden, creëren Rose, Kneer en Barrett een wirwar van geluiden en geluidjes, lijnen en lijntjes die als in een mierennest door elkaar krioelen, waarbij het niet uit te maken is wie leidt en wie volgt.

Vrijblijvend klinkt het echter allemaal niet, want in de doolhofachtige gelaagdheid worden geregeld allianties hoorbaar die echter snel weer ontbinden. Niet dat de drie meteen elkaars toonhoogtefiguren (melodieën zou hier te romantisch zijn) of ritmes lenen. In plaats daarvan pikken ze in op gestes of de korrel in het geluid van een collega. Tegelijkertijd is meer dan eens te horen hoe Rose, Kneer en Barrett elkaars geluid benaderen, alsof ze naar elkaar toe buigen. Geregeld vervaagt het onderscheid, waarbij Barretts klanken in het verlengde van het spokende en knarsende strijkergeluid komt te liggen. Even gemakkelijk draagt hij echter met zijn mash-up van ruis, glitch, geflipper, glinsteren, nasale klanken en omgekeerde geluiden bij tot de dolgedraaide carrousel die van de luisteraar alle concentratie eist.

Toch is ‘Colophony’ (wat zoveel betekent als hars) niet zomaar een stroom van geluid. Het kluwen van klanken is onderhevig aan wisselende golven van dichtheid en in ‘Colophony 4’ duiken zelfs (schijn)stopplaatsen op die de spanning verder de hoogte in jagen. Het dertien minuten durende ‘Colophony 5’ zorgt voor een nieuwe nuance in de cd. Plots is het klankbeeld helderder en verschijnt er een lichter trio. De ADHD wordt verzacht, tot de drie zelfs even ronduit afwachtend spelen, alsof ze elkaar beloeren om te zien wie er als eerste aanzet om uit te breken. De relatieve duidelijkheid die zo haar intrede doet, wordt doorgetrokken in de volgende tracks. Zo is de rolverdeling in ‘Colophony 7’ verdacht overzichtelijk, met een Rose die zelfs quasi melodisch voor de dag komt. Ook de anderen spelen plots op een eigen klankterrein, waardoor de luisteraar gemakkelijk kan volgen wie welke bewegingen maakt.

In ‘Colophony 10’ komt het collageachtige keramiekgeluid even terug, maar dan zonder de hyperactiviteit van het begin van de cd. Voor het laatste stuk maakt het drietal dan weer een andere bocht, richting de psychedelica. Met blokfluitachtige hippieklanken, dissonante harmonieën en tjilpende elektronica krijgt de duidelijkere toonhoogte plots een grotere plaats in het geheel. Al is het maar de vraag of de niets vermoedende luisteraar daar veel hulp aan zal hebben na bijna een uur in het gezelschap van drie door de ervaring niet milder of minder gretig geworden improvisatoren. Blijven ademen en meevliegen, is de enige optie.

Meer over Jon Rose, Meinrad Kneer, Richard Barrett


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.