Jos van Immerseels orkest Anima Eterna werkt zich een weg doorheen de muziekgeschiedenis. Het ensemble heeft over de jaren aan projecten gewerkt rond Schubert, Liszt, Rimsky-Korsakov en Johann Strauss. Nu is het de beurt aan Maurice Ravel. Ravel op authentieke instrumenten lijkt misschien niet meteen de meest evidente keuze maar, zoals van Immerseel aanstipt: "Ravel is even ver van ons verwijderd als Tsjaikovski van Mozart". En dus tijd om bijna honderd jaar gewenning af te schudden en terug te keren naar een uitvoering die zo origineel mogelijk probeert te zijn. Daarom is deze plaat uniek: hoeveel twintigste-eeuwse muziek is al op authentieke instrumenten uitgevoerd geweest? Hier worden enkele van Ravels bekendste orkestwerken voorgesteld: de 'Bolero', de 'Pavane pour une Infante Défunte', het Pianoconcerto voor de linkerhand, 'Rapsodie Espagnole' en 'La Valse'.

Het instrumentarium is zoals gewoonlijk weer met zorg uitgekozen en is steeds van Franse makelij tussen pakweg 1900 en 1930. De Bolero, met zijn soli voor nagenoeg elk instrument, stelt je dus in staat de klankkleuren van de verschillende instrumenten ten volle te appreciëren. Saxofoons klinken nobel en warm, met een klank die naar een klarinet toe neigt en natuurlijk zijn er de Franse fagotten - die vallen meteen op - met hun lichte, heldere klank.

Een plaat als deze brengt trouwens alle aspecten van Ravels muziek naar boven en de muzikanten spelen dan ook heerlijk gevarieerd. Zo bezit de 'Pavane' (met hoornsolo op natuurhoorn, zonder ventielen) een ongekend tedere kwaliteit, met een niet al te traag tempo, maar heel introvert - heel dicht naar het origineel toe dus, dat voor piano geschreven werd. 'La Valse' is dan weer een voorbeeld van hoe verleidelijk en 'Weens' dit orkest kan klinken, met strijkers die een flinke dosis portamento gebruiken maar met een warme, gesluierde klank spelen. Het tempo van dit werk is ronduit opzwepend en bouwt schitterend op naar een uitbundige climax, net als het laatste deel uit 'Rapsodie Espagnole' (al betreden we hier weer een andere klankwereld).

Het concerto voor de linkerhand werd geschreven voor de pianist Paul Wittgenstein, de broer van de filosoof, die zijn rechterarm had verloren in de Eerste Wereldoorlog. Het is, niet verwonderlijk, een werk waaraan weinig pianisten zich wagen, maar het is ook een compositie met een ongewoon dramatische kracht, bij momenten van de donkerste (en misschien ook meest persoonlijke) muziek die Ravel ooit schreef. Pianiste Claire Chevallier zet een verbazingwekkende prestatie neer door met één hand toch een indruk van virtuositeit na te laten. Ze maakt, in trage passages, veel gebruik van het pedaal, om haar noten zo wat meer 'body' te geven, maar kan ook heel naakt en intimistisch klinken. In virtuoze passages is ze qua balans volledig gelijkwaardig aan het orkest en gaat ze ermee in dialoog, afwisselend begeleidend en solistisch.

Op deze cd belicht bijna elk werk een andere zijde van Ravels oeuvre, terwijl je als luisteraar nooit de indruk krijgt dat er een bepaalde stijl is die muzikanten of dirigent beter ligt. Elk werk wordt overtuigend gebracht, terwijl de originele Franse instrumenten voor mooie, ongekende klankkleuren zorgen.

Meer over Maurice Ravel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.