1648 was het jaar waarin de dertigjarige oorlog beëindigd werd. De oorlog had zowat elke Europese mogendheid behalve Engeland en Polen met zich meegesleurd en grote delen van de Duitse staten, Bohemen en Oostenrijk verwoest. Ook Saksen en de stad Dresden, waar Heinrich Schütz (1585-1672), meer dan vijftig jaar lang werkte, werden grondig geplunderd door Zweedse en keizerlijke troepen. Het jaar waarin de vrede van Westfalen een einde maakte aan de vijandigheden, werd dus algemeen begroet, ook door Schütz, die van de rust gebruik kon maken om zijn ‘Geistliche Chormusik’ te publiceren.

De ‘Geistlichen Chormusik mit 5. 6. 7. Stimmen vocaliter und instrumentaliter zu gebrauchen’, om de volledige titel van de verzameling van negenentwintig motetten te noemen, is opgedragen aan het de stadsraad van Leipzig, een andere Saksische stad die geleden had in de voorbije oorlog maar die Schütz hoger ingeschatte dan zijn eigen Dresden.

De collectie motetten werd in 1648 gedrukt maar Schütz baseerde zich ten dele op reeds eerder geschreven werken. Een van de motetten gebruikt zelfs muziek van de hand van Andrea Gabrieli (1533-1585), wiens muziek Schütz tijdens zijn eerste verblijf in Venetië moet hebben gehoord. Stilistisch zijn het conservatieve werken, al had Schütz een jaar eerder bewezen van alle markten thuis te zijn met de publicatie van de ‘moderne’ verzameling met ‘Symphoniae Sacrae’. De ‘Geistliche Chormusik’ zijn echter muziekstukken in de antieke motetstijl, in streng contrapunt geschreven zonder gebruik te maken van een basso continuopartij, de baslijn die het verloop van de harmonie van het hele stuk bepaalt.

Wat bezetting betreft werd hier voor een haast volledig a capella uitgevoerde opname gekozen. In enkele motetten noteert Schütz instrumentale partijen en in een voorwoord bij de originele uitgave van de 'Geistliche Chormuziek' verklaart hij dat de koorpartijen ook instrumentaal gedubbeld mogen worden maar daar ziet dirigent Hans-Christoph Rademann van af. Het leidt tot zuivere, puur vocale uitvoeringen. De enkele motetten met instrumenten erbij (in de vorm van een instrumentaal ensemble dat uit een maximumbezetting van viool, drie fagotten, drie trombones en een uitgebreide groep continuo-instrumenten bestaat) zijn dan ook een meer dan welkome afwisseling.

Ook louter vocaal biedt Schütz’ muziek in deze uitvoering echter meer dan genoeg mooie momenten, in de eerste plaats in de inventieve manier waarop de componist zijn Bijbelse teksten muzikaal weet te verklanken. Bovendien krijgt deze muziek, met zijn ogenschijnlijk eenvoudige expressiviteit, een uitvoering mee die geen enkel detail van Schütz’ intelligent uitgedachte meerstemmigheid verloren laat gaan. De uitstekende dictie van het Dresdner Kammerchor stelt de luisteraar in staat om deze muziek grotendeels zonder cd-boekje te volgen. De ‘Geistliche Chormusik’ is in deze versie met (bijna) enkel zangers minder in het oog springend dan meer kleurrijke composities als de ‘Symphoniae Sacrae’ of de ‘Psalmen Davids’ maar krijgt van dirigent Hans-Christoph Rademann en zijn muzikanten een uitvoering mee die zuivere meerstemmigheid en een heldere dictie benadrukt, twee kenmerken die meer dan wat anders onontbeerlijk zijn om deze muziek te laten schitteren.

Meer over Heinrich Schütz


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.