Echt middle of the road is de bezetting van het Belgische [sic] niet te noemen. Met bas, drums en vier saxofonisten lijkt de groep zich op papier dan ook eerder in de jazzsector te bewegen, al passen de riffs en het zware geluid dat bij momenten wordt bovengehaald minstens even goed in de meer duistere krochten van de rock, zij het dan wel de louter instrumentale.

Overdreven pretentieus is het titelloze debuut van [sic] niet geworden. Met iets minder dan veertig minuten hebben de muzikanten zich zeker niet overtild. Een ep was echter nog een betere optie geweest, aangezien ‘[sic]’ eerder traag op gang komt. De eerste helft van de plaat speelt de band misschien dan wel strak en technisch in orde, maar de asymmetrische maatsoorten, vreemde melodische kronkels en de hoekige ritmiek klinken eerder als ongevaarlijke, academische spitsvondigheden.

Verontrusten is er in de eerste vier nummers nooit bij, hoe donker de monotoon repeterende bas ook probeert te klinken. Daarvoor zijn de muzikale structuren te doorzichtig en de composities te mager. De saxofonen zitten opgesloten in homoritmisch keurslijf en spelen veelal unisono, in octaven of hoogstens in wel erg voor de hand liggende harmonisaties. De eerste stukken klinken als uit de kluiten gewassen intro’s, waarbij de luisteraar vruchteloos op meer zit te wachten. De eigenaardigheid van de vier saxen verslijt immers snel en wordt aanvankelijk niet door iets anders ingevuld.

Dat verandert gelukkig vanaf ‘KiYb’ waar de groep in een morbide Painkiller-sfeer terecht komt. Hier wordt de samenklanken waarin de saxen te horen zijn plots rijker: van hol tot meer uitgewerkt, waarmee de muziek meteen ook meer gaat evolueren. In ‘M**R’ en het rockende ‘N9’ (inclusief ronkende en smorende bas) wordt de compositie nog beter uitgewerkt door de homogeniteit bij de blazers te doorbreken en door met meer verschillende thema’s te werken. In het eerste stuk schuiven de saxen op het einde canonisch over elkaar en in het laatste mogen ze zelfs helemaal vrij en loos gaan, waardoor [sic] voor de eerste keer echt de leiband aflegt. Bovendien zoeken de blazers in deze nummers ook het randje tussen zuiver spelen en grof overblazen op, waardoor ook het klankpalet van de band verrijkt wordt.

Deze ruwheid kleurt ook het afsluitende ‘DrN’ waar de muziek geleidelijk aan jankend omhoog gestuwd wordt, opnieuw in een beter uitgewerkte akkoordstructuur. Waar de luisteraar een halve plaat op heeft moeten wachten, krijgt ie op het einde ruimschoots op zijn bord. Het wachten wordt dus beloond, al had het niet zo lang moeten duren.

Meer over [sic]


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.