Het beeld dat een lofi-opname, foute synthesizergeluidjes, blokfluiten en gevaarlijk valse tonen in combinatie met een rockgroep oproept, is wellicht niet erg positief. The Unicorns bewijzen met deze verzameling aanstekelijke muziekjes en bij momenten hilarische teksten dat dat helemaal niet nodig is. Voor wie wat (muzikale) absurditeit en onnozelheid kan verdragen, is 'Who Will Cut Our Hair When We're Gone?' een plaatje om duimen en vingers bij af te likken.
Na 'I Don't Wanna Die', dat met een vreemde, aarzelende start en bij momenten twijfelachtig gezang, de toon zet, volgt een 'Ghost'-trilogie. In 'Tuff Ghost' komt de synthesizer een eerste keer aankloppen en net als op de rest van de cd bewijzen The Unicorns dat ze heel goed zonder het klassieke strofe-refreinstramien kunnen. In de plaats komt een aaneenschakeling van aan elkaar verwante of geheel nieuwe melodieën die meestal naadloos in elkaar overgaan. Ook in de nummers die duidelijker van de strofe-refreinstructuur afwijken dan 'Tuff Ghost' vormt de structuur nooit een probleem. Ondanks de afwijking blijven ze allemaal vlot luisterbaar.
Na het zachte 'Ghost Mountain' wordt 'Sea Ghost' solo ingeleid door een blokfluit. Eens de gitaren invallen, ontspint zich een behoorlijk klassieke rocksong waarin op de juiste momenten een versnelling hoger of lager geschakeld wordt. Met de synthesizerintro van 'Jellybones' lijken The Unicorns aangekomen op een wel erg foute retrofuif. De melodie is echter onweerstaanbaar en duurt helaas veel te kort want The Unicorns zouden The Unicorns niet zijn, moest er in de helft van het nummer nog iets van de beginmelodie terug te vinden zijn. Na anderhalve minuut rechttoe rechtaan rocken in 'The Clap' start met 'Child Star' één van de veelzijdigste nummers van de plaat. Na een gewoontegetrouw uitgebreide inleiding valt de zang en even later ook de synthesizer in. Na een lange en pijnlijke mishandeling van die laatste, lijkt de song eindelijk echt begonnen, maar met nog twee plotwendingen in het verschiet is de samenhang een beetje zoek. Het luisterplezier daarentegen is optimaal. Wie zelfs dan nog depressief voor zijn radio zit, wordt zonder twijfel opgevrolijkt door de heerlijke surfgitaren die 'I Was Born (a Unicorn)' in gang zetten en enkele hilarische regels tekst aankondigen. Een laatste uitschieter is 'Tuff Luff' dat na een zachte intro bijna onmerkbaar swingend en ongegeneerd folky openkomt. Zacht gezongen stukken begeleid op bas wisselen af met geanimeerdere delen waarin twee blokfluiten met een aanstekelijke riff de dienst uitmaken.
Met zo'n alternatieve instrumentatie en structuur en leuke teksten vegen The Unicorns hun voeten aan de regels van de pop en doen ze hun zin zonder moeilijk beluisterbaar te worden. Bovendien is er zoveel variatie dat het op geen enkel moment minder boeiend wordt. Het gevolg is een fijn, eigenwijs en pretentieloos plaatje.

Meer over The Unicorns


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.