In 2008 overleed de Zweedse pianist Esbjörn Svensson waarmee meteen ook een einde kwam aan het succesvolle trio E.S.T. Het was voor E.S.T.’s bassist Dan Berglund een reden om terug contact op te nemen met collega’s uit zijn pré-Svensson periode. Zo ontstond het kwartet Tonbruket met naast Berglund piano-, orgel en keyboardspeler Martin Hederos, gitarist en pedalsteelman Johan Lindström en drummer Andreas Werliin (Wildbirds & Peacedrums).

Stuk voor stuk hebben deze muzikanten geen zuivere jazzachtergrond en dat is te horen op hun debuut ‘Dig It to The End’. Van bij opener ‘Vinegar Heart’ is het al prijs. Het album schiet lichtjes rockend uit de startblokken om na een dromerige rootsmelodie van de pedalsteel terug te keren naar het stevigere geluid. Met negen minuten is het meteen ook het langste nummer van het album en jammer genoeg ook het enige waarin de groep de muzikale contrasten opzoekt.

Niet dat de cd daarna meteen oersaai wordt, integendeel. Het debuut van Tonbruket is een kleurrijke bedoening geworden dankzij de inbreng van vooral de kleuren van Lindström en Hederos. De verschillende insteken maken de plaat tot een bont geheel dat bovendien heel charmant en door de melodische benadering uiterst toegankelijk klinkt. Wel valt op dat er duidelijk meer in sferen dan in muzikale ontwikkeling gedacht wordt. Het probleem is niet zozeer dat de soloruimte beperkt is en vaak rustig wordt ingevuld, wel dat van noemenswaardig open plooien of spontane interactie tussen de muzikanten zelden sprake is.

Omdat de verschillende nummers zo in een bepaalde sfeer blijven hangen (de enige echte uitzondering is ‘Vinegar Heart’), klinken ze als popsongs waarvan tekst en stem ontbreken. Toch slagen de muzikanten van Tonbruket er in om de op de loer liggende verveling tegen te gaan, enerzijds door de verschillen tussen de nummers, anderzijds door die nummers kort te houden.

Zo wordt ‘Dig It to The End’ een onschuldig plaatje dat in ‘Balloons’ vrolijk langs Morr-achtige electropop huppelt om later uit te komen bij de allerschattigste countrykerstsingle ‘Lilo’. In de titeltrack schilderen de stompende percussie en de prepared piano een sprookjesachtig beeld dat een latente spanning meekrijgt en de afsluitende wals ‘Draisine Song’ haalt de romantische kant van de band boven. Een van de qua sfeer meest opmerkelijke tracks is ‘Le Var’. Repetitieve percussie à la Ravels ‘Boléro’, een brede en spokende melodie met James Bond-allures en een loungy beverige orgelbegeleiding zorgen voor een opmerkelijk klankdecor dat flirt met kitsch, maar er niet tot de enkels in wegzakt.

Muzikaal blijft de luisteraar na ‘Dig It to The End’ echter wat te veel op zijn honger zitten. Het materiaal is er, maar er wordt te weinig mee gedaan. Benieuwd of de groep het “en toen?” gevoel tijdens de concerten kan wegwerken.

Meer over Tonbruket


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.