Ruim twintig jaar stonden ze onder contract bij het grote label Deutsche Grammophon en in die periode zagen maar liefst 45 cd's het licht. Het Hagen Quartett nam dan ook de belangrijkste repertoirestukken voor strijkkwartet reeds onder handen en kijkt nu, na dertig jaar samenwerking, aan tegen een moeilijke keuze: de klemtoon verleggen naar eerder obscuur, onontgonnen terrein? Of het grote repertoire vanuit hun ervaring en levenswijsheid opnieuw onder de loep nemen? Hun eerste opname voor het kleinere label Myrios wijst erop dat de formatie de knoop heeft doorgehakt en de reeds gespeelde repertoirestukken opnieuw wil verkennen. De werken van Beethoven, Mozart en Webern zijn voor de Hagens immers niet nieuw, maar, zo zegt het kwartet in een interview (bij deze cd ingesloten), door de werken te laten rusten en onverhoeds opnieuw op te pikken, ontdekt men dat de persoonlijke voorkeuren verschoven zijn. Elk muzikant acht plots andere zaken in de partituur van primordiaal belang en dit heeft op zijn beurt invloed op de groepsdynamiek, die zoveel jaar later zelf ook onherroepelijk is gewijzigd. Zo kunnen geen twee uitvoeringen met een respectabel aantal jaren ertussen ooit dezelfde zijn, tenzij de mens achter de muzikant niet is gewijzigd, wat op zich weer een paradox is.

Dat het Hagen Quartet met zijn overstap naar het kleine Myrios Classics zijn internationaal gerespecteerde status zal verliezen, is onwaarschijnlijk. Eind september was het kwartet immers alweer op tournee met de late strijkkwartetten van Beethoven, hetgeen hen ook langs Concertgebouw Brugge voerde. Per slot van rekening kennen deze muzikanten het kwartetrepertoire door en door en de frisse wind die hen opnieuw tot bij Beethoven, Mozart en Webern heeft gevoerd, werpt duidelijk zijn vruchten af. In het tweede Razumovsky-kwartet van Beethoven visten de drie musici immers op heel natuurlijke wijze de bijna symfonisch aandoende passages op, waarmee ze de zachtere delen in een sonore overeenstemming brengen. Hun spitante lezing is alles behalve hyperkinetisch en impulsiviteit is een kernwoord in hun uitvoeringspraktijk. Zich laten verrassen op het moment zelf, maar tegelijk nooit vervallend in extremen, is wat een kwartet volgens hen moet blijven kunnen. Tegelijk tekent het Hagen kwartet voor een zekere matigheid, die hen niet het excentrieke aanschijn geeft van de nog jonge strijkkwartetten, zoals bijvoorbeeld het Belcea of Artemis Sting Quartet.

Prachtig is hoe na een evenwichtige Beethoven de verinnerlijking plaats ruimt voor klassieke, dramatische contrasten. Met een van Mozarts Haydn-kwartetten (een reeks die de componist opdroeg aan zijn 25 jaar oudere "vaderlijke vriend") heeft dit kwartet waardevol materiaal in handen om heel extrovert met elkaar te communiceren. De jonge kwartetten van vandaag durven de begeleidende stemmen met een zekere potigheid uitzetten, maar de Hagens blijven kiezen voor een zekere lichtheid. Op andere momenten primeert het samenspel en is er nadrukkelijke aanwezigheid van de vier verschillende stemmen. Dat de vier musici zichzelf nooit opzichtig in de kijker willen spelen, hoeft allicht niet meer gezegd.

Na de grote lyriek koppelt het Hagen Quartet tot slot terug naar de muziek van Anton Webern. Met diens 'Funf Sätze, opus 5' hebben ze een subtiel werk in handen waarvan ze de extremen niet breed uitsmeren. De revolutionaire 'Bagatellen, opus 9' vragen om meer dramatiek, die de Hagens alweer vanuit een grote natuurlijkheid invullen. Sommige luisteraars zullen de gekunsteld-intellectuele lezingen van jongere tegenpolen misschien verkiezen, maar deze uitvoering mag bestempeld worden als zijnde in overeenstemming met de wil van de componist.

Dit ensemble heeft zijn degelijkheid en, meer nog, zijn vermogen om te ontroeren na dertig jaar Hagen kwartet niet kwijtgespeeld. Het tegendeel is zelfs veeleer waar: deze rijpe vertolkingen brengen het beste in de repertoirestukken naar boven.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.