Een cd om even voor te gaan zitten is het wel, deze ‘Monolith’ van Takao Hyakutome. De Japanse violist, actief bij het hedendaagse muziekensemble ChampdAction, heeft namelijk een repertoire samengesteld dat als een clusterbom aan speeltechnieken in het gezicht van de luisteraar ontploft. ‘Monolith’ is dan ook album vol met “radicale” hedendaagse muziek: geen neoromantiek of melodische repetitiviteit, maar composities die de mogelijkheden van de viool uitpersen tot op de laatste druppel. Hyakutome voelt er zich duidelijk goed in thuis. Niet verwonderlijk, want op twee stukken na verzorgde hij eerder de premières van de hier te horen werken.

Het meest flitsend klinken ongetwijfeld de twee composities van Mateu Malondra Flaquer, waarin de effecten de luisteraar langs alle kanten voorbijschieten. Hyakutome moet als een Formule 1-piloot bliksemsnel het stuur omgooien en bij momenten lijkt het wel alsof er twee violisten aan het werk zijn. Of beter: aan het ruziën zijn, waarbij de ene de andere vooral niet wil laten uitpraten.

Toch zijn ‘Apposition I’ en ‘Apposition II’ geen toonbeelden van blinde agressie. Flaquer verwacht van de uitvoerder maximale controle, bijvoorbeeld wat de druk op de snaren betreft. Met minimale kracht weet Hyakutome zo een gemillimeterd geluid aan de viool te ontlokken dat het haast zuiver, maar gecontroleerd  ruisen is, terwijl hij met maximale kracht een bewust zagerige klank produceert als van een mellotron of tape die hun beste tijd gehad hebben. Hier en daar jaagt de componist er ook enkele herkenbare ritmes en momenten van terugkerende ideeën door, als vlagen van consistentie. Althans voor de luisteraar die dan nog niet helemaal dolgedraaid is.

Een gelijkaardige energie is te horen in Brian Ferneyhoughs ‘Intermedio Alla Ciaccona’ uit 1986 en het enige stuk dat niet uit 2013 of 2014 stamt. Opvallend hier is echter de elegantie waarmee de Brit en Hyakutome de muziek laten klinken, alsof het allemaal geen moeite kost.

Ook ‘So’ Edo Frenkel zet stevig in met een tumultueus begin vol grote spongen, plots opduikende en venijnig korte tremolo’s, scherpe contrasten in de dynamiek en warempel een onverwacht melodische passages. Halverwege wordt er echter even gas terug genomen voor een spookachtig ritselende melodie die als een schuw nachtdier draait en keert.

De rijkdom aan speeltechnieken blijft echter aanwezig, wat leidt tot enkele opmerkelijke effecten. Glissandi op een pizzicato’s zorgen voor een cartoonesk geluid, tot het verder wordt uitgebouwd en Hyakutome in zijn uppie een Chinees/Japanse conversatie opbouwt, inclusief het snel op elkaar inpikken en vooral de subtiele glijdende toonhoogteverschillen.

Om echt helemaal door het lint te gaan, wacht hij echter op het afsluitende ‘Death Metal Rock Without Headbang’ van Hikari Kiyama. Zoals de titel aangeeft, liet die zich hier inspireren door Noorse dead metal. Dat resulteert in een explosieve uitputtingsslag waar razende tremolo’s, hakkende ritmes en furieus stijgende en dalende lijnen overgoten worden met een akoestisch distortion-effect. Op de dolle rit passeert de muziek langs folkachtig gefiddel, een Russische dans, holle en knarsende dubbelgrepen en zacht krioelen als een vingervlugge hardrock-gitaarsolo. Hoe direct de muziek ook klinkt, eenduidig is die dus zeker niet, temeer daar Kiyama de luisteraar met terugkerende elementen een klein beetje houvast biedt.

Tussen al dat sonore geweld staat tenslotte, moederziel alleen, het kwetsbare ‘Eine kleine Nachtmusik’ van Vykintas Baltakas. Baltakas componeerde het stuk op basis van een slaapliedje dat hij zelf voor zijn dochters zong. Dat liedje is in het begin heel duidelijk hoorbaar (net als de rest van het stuk gespeeld op één snaar van de viool) en zweeft fragiel en zacht door de ruimte. Geleidelijk aan verliest de melodie echter haar vaste vorm. In eerste instantie ontdooit die tot iets als Debussy’s ‘Prélude à l'Après-Midi d'un Faune’ om daarna helemaal vrij te gaan vloeien.

Van de orkaan aan speeltechnieken die de andere werken kenmerkt, is hier weinig te bespeuren. Toch moet Hyakutome hier alle finesse uit de kast halen voor de filterfijne tremolo’s en het slot waarbij het geluid uitdunt tot er haast niets meer over blijft.

In alle bescheidenheid is ‘Eine kleine Nachtmusik’ een ware verademing in de tracklist. Een tweede werk in de verfijnde lijn van dit stuk had ‘Monolith’ goed gedaan. Al was het maar om het hedendaagse repertoire voor soloviool wat gevarieerder te presenteren. Toch blijft er op de cd als zodanig weinig aan te merken. Hyakutome speelt met een gemak en een precisie alsof hij zijn nagels aan het knippen is en weet duidelijk de werken te kiezen die meer doen dan alleen het heftigste boven halen. Hoe verschroeiend het er soms ook aan toe gaat, het blijft allemaal echt muziek. Zij het niet van de meest ontspannende soort.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.