Deze cd belicht werken voor viool en orkest van drie generaties Poolse componisten: Henryk Wieniawski, Karol Szymanowski en Witold Lutoslawski. Het cijfer twee vormt een soort van rode draad hier; van Szymanowski en Wieniawski werd het tweede concerto opgenomen, terwijl Lutoslawskis 'Chain 2' een laat twintigste-eeuwse kijk op het concertogenre inhoudt. De cd schept een uitstekend beeld van stijlveranderingen die muziek doorheen de laatste honderd jaar heeft ondergaan: vioolvirtuoos en wonderkind Wieniawskis concerto in d klein is door en door romantisch, met echo's naar de Poolse volksmuziek, terwijl Szymanowski stijl het midden houdt tussen chromatische laatromantiek en impressionisme met zijn vele modulaties, rijkelijke orkestratie en minder duidelijk afgelijnde structuur. Lutoslawski is dan weer soms rauw en bevreemdend modernisme.

Het eerste wat in deze interpretatie opvalt, is hoe energiek violist Benjamin Schmid deze werken speelt. Of het nu om Lutoslawskis modernistische muziek of Wieniawskis door en door romantische idioom gaat, Schmid speelt met evenveel overtuiging en aandrang. In het tweede concerto van Wieniawski overheerst een passioneel, Oost-Europees karkater. Schmid schuwt een flinke dosis portamento niet in de eerste twee delen en gebruikt genoeg vibrato om een warme, levendige klank voort te brengen. De opgewonden finale van het concerto wordt in onversneden zigeunerstijl uitgevoerd, waarbij de solist mag rekenen op een geëngageerde begeleiding vanuit het orkest. In het concerto van Szymanowski speelt hij met een veel lichtere, ijlere toon die loepzuiver blijft in de hoogte. Het kernmotief van dit concerto wordt erg ritmisch gespeeld, met scherpe boogstreken en articulaties. Bij 'Chain 2' van Lutoslawski vormt de vioolsolo veel meer onderdeel van wat er in het orkest gebeurt en Schmid mengt dan ook uitstekend, met het slagwerk of de hoge houten in het tweede deel bijvoorbeeld. En hij laat niet toe dat zijn interpretatie van deze muziek droog en intellectualistisch wordt; op enkele speelse, lichtvoetige momenten in de vioolsolo voel je duidelijk dat de oorsprong dan Lutoslowskis muziek toch steeds in de volksmuziek te vinden is.

Het orkest steunt de solist prachtig, met knappe en accurate soli in de houtblazers en hoorns. Zo wordt het tweede concerto van Szymanowski op een lichte, vaak dromerige en erg sensuele manier uitgevoerd. De balans tussen de dikke, beladen harmonieën en de hoge bovenste stemmen wordt doorheen het hele stuk erg goed verzorgd. In Lutoslwaskis muziek zoekt dirigent Daniel Raiskin dynamische extremen op, met grootse uitbarstingen van orkestraal geweld gevolgd door uiterst zachte, ijle passages.

Al mag het typisch negentiende-eeuws virtuoze concerto van Wieniawski misschien niet hetzelfde élan bezitten dat de grootste violisten als Perlman eraan kunnen geven, toch blijft dit in haar geheel een verrassend boeiende cd, met drie stilistisch totaal verschillende werken maar een sterke continuïteit.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.