Wat als? Wat als Vijay Iyer en zijn discografie de laatste decennia niet met de regelmaat van de klok waren opgedoken in populariteitspolls en eindejaarslijsten? Had 'Mutations' er dan kunnen komen? Jazztijdschriften reserveerden de meest exclusieve superlatieven voor zijn recente oeuvre, dat inderdaad getuigde van een eigen stem en een zowel inzichtelijk als technisch meesterschap. Het krediet dat Iyers successen in de jazz genereerden, effende zonder twijfel de weg voor Iyers werk als componist. Dankzij 'Mutations', in excellente omstandigheden opgenomen onder het alziend oog van ECM-producer Manfred Eicher, is Iyers klassieke werk ondertussen ook een leven beschoren buiten de concertzaal. Het gaat om drie composities voor piano, waarvan twee aangevuld met elektronica, en een reeks van tien mutaties voor strijkkwartet, klavier en elektronica. Alles samen een uur bekoorlijke muziek, die overigens geen stijlbreuk vormen met het werk van Iyer als jazzmuzikant.

De drie pianocomposities die Iyers debuut voor ECM kleuren, verraden een improvisatorische manier van componeren. Zich behoedzaam een weg banend doorheen de stilte ('When We're Gone') of boven een onheilspellend tapijt van digitaal geproduceerde klanken ('Vuln, Part 2'), hoort de luisteraar al stilistische kenmerken uit Iyers eerdere werk terugkeren. Niet alleen de economische manier waarop de man spaarzaam een melodie opbouwt, maar ook donkere notenclusters die ineens als een tornado de bovenstem verjagen: het zijn idiomatische kenmerken die ook 'Spellbound and Sacrosanct, Cowrie Shells and the Shimmering Sea' kleuren. Ook in die compositie is er sprake van een mutatie, namelijk die van een terugkerend motief dat zijn betekenis steeds verder verruimd weet door de jazzy getinte vrijheden die Iyer er boven en omheen plaatst.

Het tiendelige 'Mutations' is het meest ambitieuze werk van het album, alleen al vanwege zijn lengte van bijna drie kwartier. Het idee van de mutatie gaat terug tot de fundamenten van de Westerse muziek en het variëren op een thema is de laatste eeuwen eigenlijk nooit weggeweest. In de geest van Reich en Glass laat Iyer doorheen zijn 'Mutations' bepaalde cellen terugkeren, die hij superponeert met andere fragmenten. Verschillende mutaties bouwen als dusdanig op van een naakt beginsel tot een harmonisch dichtbevolkt spanningsveld, waaruit zich soms andere motieven losmaken, zodat het energetisch centrum komt te verschuiven. Iyer streeft geen quasi machinale reeks geprojecteerde lagen na, want daarvoor doorbreekt hij het rasterwerk van de verschillende stemmen te graag door een partij te introduceren die het lyrische voortouw neemt. Op die manier blijven de mutaties vrij overzichtelijk georganiseerd, zeker wanneer Iyer met een aanstekelijk en groovend ritme (bijvoorbeeld in 'Chain') zijn jazzachtergrond de mutatie binnen loodst.

Een van de centrale vragen waarmee Iyer als componist worstelt, is hoe uitvoerders zich binnen een door hem gecreëerde structuur vrij kunnen voelen. Zo werd 'Kernel' een gestuurde improvisatie voor het strijkkwartet, dat uit al Iyers genoteerde materiaal vrijuit flarden mocht kiezen. Alweer improvisatoir lijkt Iyer op die gestamelde muzikale zinsneden in te pikken, met een vanzelfsprekendheid die de musici enigszins ontberen. Verder zijn hun uitvoeringen over het algemeen gesproken betrokken en energiek, wat niet wegneemt dat 'Mutations' geen werk is om extatisch van te worden. Het ligt in het verlengde van een twintigste-eeuwse traditie, haalt wel eens de mosterd bij filmische effecten en leunt elders aan bij wat Iyer reeds als improvisator op de wereld heeft losgelaten. Hoewel een boeiende reis doorheen een gans muzikaal pallet, getuigt dit album niet van de oorspronkelijkheid die Iyers jazzwerk wel tot in het diepst van haar vezels bezit.

Meer over Vijay Iyer


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.