Kwadratuur interview

Toen Stu Brooks en Dave Holmes enkele jaren geleden van Canada naar New York verhuisden en als sessiemuzikanten bij talloze hiphopartiesten drummer Joe Tomino – en diens liefde voor de authentieke dub van King Tubby – tegen het lijf liepen, ontstond het fenomenale Dub Trio. Het drietal combineert sinds 2003 punk, metal, hiphopinvloeden en sferische rock met een experimentele en moderne dubmentaliteit. Terwijl hun debuut 'Exploring the Dangers of' (2004) nog wat braafjes klonk en opvolger 'New Heavy' (2006) niet over de gehele lijn consistent bleek, is hun nieuweling 'Another Sound is Dying' een welgeplaatste mokerslag van een plaat. Daar dacht Mike Patton trouwens ook zo over, want hij bood de heren meteen een contract aan bij zijn label Ipecac. Momenteel is Dub Trio op wereldtournee om die nieuwe prestatie te promoten, en uiteraard stond Brussel ook op de heren hun lijstje.

Op de avond van 23 april gaat zowat alles mis in de Botanique: het uur waarop Dub Trio zijn set moet beginnen wordt continu aangepast, de soundcheck loopt in het honderd, mensen vinden hun weg niet meteen naar de Witloofbar en interviewafspraken zijn al helemaal onbestaande. Nadat Dub Trio een overweldigende set heeft afgewerkt, haasten de drie heren zich om nog even snel eigenhandig wat T-shirts te verkopen, een babbeltje te slaan met enkele fans en hun materiaal in te pakken. Drummer Joe Tomino blijft er opvallend kalm bij en neemt me na alle herrie mee naar de cafetaria, waar hij met een pokerface aan een gebrekkig Engels sprekende dame vraagt of de pasta van die avond al eens gegeten is. Bassist Stu Brooks (die er een hobby van maakt op tournees te pas en te onpas "Boooring!" te scanderen) en gitarist DP Holmes amuseren zich te pletter. Sfeer alom, quoi. Dennis Kleiman

Zes handen, één brein

Heren, jullie spelen onderling al langer met elkaar samen dan de meeste mensen misschien denken: hoe is deze concrete driemansformatie ooit bij elkaar gekomen?

JOE: Dave en Stu zijn allebei afkomstig van Canada en in 2000 zijn ze in New York komen wonen, waar ik hen heb leren kennen. Stu en ik spelen dus al zo'n acht jaar samen als sessieritmesectie, en Dave en ik hebben ook al wel wat ervaring achter de rug. DAVE: Toen ik Joe leerde kennen, hebben we eerst een hele tijd met z'n tweetjes als straatmuzikanten in de metro's van Brooklyn gespeeld. We improviseerden wat rond leuke beats, riffs en grooves: heel tof om te doen. Op een dag traden we op in een café van een vriend van Joe, en Stu zat in het publiek. Hij wilde meteen meespelen... STU: (droog) ...maar er was geen stopcontact meer. (hilariteit) JOE: In 2003 zijn we echt begonnen met deze line-up, onder de naam Dub Trio.

Jullie eerste groepsnaam was nochtans Sick Im Kid...

JOE: Hé, cool dat je dat weet! Kijk, zoiets maak je in Amerika dus niet mee: daar zijn de mensen nooit zo goed op de hoogte als in Europa.

Aha. Is dat zo?

DAVE: Absoluut. Als wij in Amerika spelen, is iedereen enkel geïnteresseerd in de hoofdact: niemand trekt zich daar een moer aan van het voorprogramma. STU: Wij krijgen nog steeds regelmatig de vraag: where's the singer? (lacht) JOE: Ach ja, Europa bestaat als continent gewoon al veel langer dan Amerika. Die vergelijking gaat op zowat elk vlak op: qua cultuur, qua openheid, qua muziek, qua voeding... You guys got a lot of shit figured out.

Dankjewel. Om even terug te komen op die groepsnaam Sick Im Kid: wat betekent dat eigenlijk in godsnaam?

JOE: Ik ben bang dat we je dat niet kunnen vertellen.

Waarom niet? Is het een geheim ofzo?

DAVE: Geen geheim, eerder een raadseltje. STU: Wees creatief! (Ik denk er een tiental seconden over na en tot mijn eigen verbazing raad ik het meteen. De drie heren geloven hun oren niet en beginnen me enthousiast schouderklopjes te geven.) JOE: I can't believe you just figured that out, on the spot! Daar is tot hier toe nog niemand in geslaagd! Oké, doe me wel één plezier: je moét me beloven dat je het niet in je artikel zet.

Beloofd. Wat jullie muziek betreft: naar eigen zeggen maken jullie vaak gebruik van een zogenaamde geluidsbibliotheek – jullie audio archive. Hoe gaat dat juist in z'n werk?

JOE: Stu is een producer en hij houdt zich in zijn vrije tijd continu bezig met het creëren van hiphopbeats. Daarnaast zijn we alledrie enorm geïnteresseerd in geluidsexperimenten, dus dat komt allemaal vanzelf samen. We pikken dagelijks bruikbare geluiden op. STU: Iedereen brengt continu muzikale ideeën naar voren, waardoor we als het ware muzikaal brainstormen: het is echt een groepsproces.

Op het podium manipuleren jullie ook elkanders geluiden en effecten: hoe zijn jullie daar ooit opgekomen? Dat lijkt me allemaal niet zo evident.

JOE: Het is op zich ook niet zo evident, maar wij voelen elkaar na al die jaren zodanig goed aan dat we zelfs nauwelijks nog naar elkaar moeten kijken tijdens optredens. We try to become one mind. DAVE: Heel dat concept is begonnen in de metro waar ik net over sprak: toen gebruikte Joe enkel een basdrum, een hi-hat en een snare, en die snare zat in mijn effectenpedaal geplugd, zodat ik zijn sound de hele tijd kon aanpassen – wat het eens zo spannend maakte voor beide partijen. Dat idee hebben we later met z'n drieën uitgewerkt. Dennis Kleiman

 

Ook nu heb je nog een erg aparte drumopstelling, Joe: je gebruikt bijvoorbeeld een timbale in plaats van een ride.

JOE: Dat klopt. De reden daarvoor is dat ik in mijn jeugd in heel wat reggaegroepjes heb gespeeld, en dan heb je een timbale gewoon harder nodig dan een ridecimbaal. Tegenwoordig doet bijna niemand dat nog, maar het klinkt geweldig. Op tournee gebruik ik trouwens gewoon een snare zonder snaren en ondervel, en die span ik superhard aan: dat klinkt bijna even goed als een timbale. En een ride, tja, dat gebruik ik toch nooit. STU: Ik haat ridecimbalen, man. (stilte) Nee, da's een grapje. (lacht) JOE: Ken je Meshuggah? Wel, hun drummer Thomas Haake vertelde me een tijdje geleden nog dat hij zijn ride ook uit zijn set heeft gezwierd. Waarom niet? If you don't play on it, don't use it!

Jij speelt ook regelmatig echo's en effecten manueel na, zonder trucjes. Heb je ooit al gehoord van Jojo Mayer en zijn moderne drum 'n' bassgroep Nerve?

JOE: Heb ik ervan gehoord? Natuurlijk ken ik Jojo: hij woont ook in Brooklyn, dus we komen hem af en toe tegen. He's good. STU: (droogjes) Wist je dat ik ooit op het punt heb gestaan om als bassist met Nerve op tournee te gaan? Tja, enkele weken voor die tournee vroeg Mike Patton ons echter om in Peeping Tom te komen spelen, dus dan moet je een keuze maken, hé?

Daar zeg je zowat. Je bent er nu zelf over begonnen: Mike Patton zong op jullie laatste twee cd's steeds een nummer in, hij vroeg jullie om in Peeping Tom te spelen en heeft jullie recent een contract aangeboden bij Ipecac. Hoe zijn jullie oorspronkelijk met hem in contact gekomen?

STU: Wel, Mike is zo iemand die zich écht nog met muziek bezig houdt, dus hij beluistert en koopt continu nieuwe dingen. DAVE: We kenden hem niet, maar voor het nummer 'Not Alone' van onze vorige plaat 'New Heavy' wilden we een gastzanger gebruiken en hij was onze eerste keuze. We hebben toen gewoon al onze moed bij elkaar geraapt en hem gemaild met de vraag of hij eventueel niet geïnteresseerd was om met ons samen te werken. JOE: En weet je wat hij terugstuurde? Dat hij ons debuut thuis had liggen! Sindsdien zijn we de beste maatjes.

De reden dat hij jullie vroeg om in Peeping Tom als backing band te fungeren, zal waarschijnlijk ook wel iets te maken hebben met het feit dat jullie al met heel wat hiphopgroepen hebben gespeeld: Joe drumde al bij The Fugees, Dave speelde bij Common en Mos Def, en Stu's lijstje is te lang om op te sommen...

STU: Tja, dat is ook gewoon een spontaan proces. Ik ben al enkele jaren goed bevriend met G-Unit, Interscope, noem maar op. En ik speel gewoon dolgraag hiphop, man: dat is echt het einde! JOE: Wij zijn alledrie sessiemuzikanten: we spelen zo vaak we kunnen, in zo veel mogelijk verschillende acts. Het is ook daarom dat we van onze muziek kunnen leven: omdat we echt op zoek gaan naar kansen om overal sessies te doen. DAVE: We haven't done day jobs in years. We're pretty lucky.

Ik heb ook iets gehoord van een auditie voor Avril Lavigne...

JOE: (lachend) Geweldig, dat die grap tot in België is geraakt! Niets van waar natuurlijk, of wat had je gedacht? (hilariteit) Dennis Kleiman

New York ft. Jamaica

Een andere reden dat jullie muziek het nodige opbrengt is dat jullie ze zonder problemen laten gebruiken voor films, reclame, spelletjes... Waarvoor wordt jullie muziek zoal gevraagd?

STU: Vooral voetbal- en boksspelletjes. Je weet wel, agressieve dingen! (lacht) JOE: Waarom zou je dat niet doen? If the pay is good en mensen willen je muziek gebruiken, dat is toch een compliment?

Over muziek en geld gesproken: jullie staan er op om als groep zowat alles zelfstandig te doen. Hoe staan jullie tegenover downloaden en internetrips?

STU: Stiekem vind ik het wel lastig, maar wat kan je eraan doen? Natuurlijk is het altijd ergens wel flatterend dat mensen jouw muziek willen horen en daarom verspreiden of downloaden – en je verdient toch sowieso meer geld door te touren en T-shirts te verkopen – maar als fans na een optreden naar mij komen met de onsubtiele boodschap dat ze onze twee laatste cd's hebben gedownload en o zo geweldig vinden, dan denk ik toch steeds: that's rude. JOE: (stilletjes) Very rude. STU: Maar ja, zoiets is onvermijdelijk. Downloaden is simpelweg iets van deze tijd. JOE: I did it!

Ik ook, maar ik koop wel steeds de cd's als ik een groep goed vind.

STU: Exactly! En alleen al omdat je die moeite doet, zou jij onze cd's gratis mogen krijgen.

Ik houd je niet tegen. Om het nog even over jullie muziek te hebben: Joe, jij zei al vaker dat mensen dub niet zomaar met instrumentale reggae mogen verwarren. Kan je dat even toelichten?

JOE: Graag. Kijk, euh... hoe zal ik het zeggen? Oké, in één zin: dub is a process. DAVE: (snel) Perfect quote. STU: Dat is de wet. Goed gezegd, Joe. (lacht) JOE: Reggae is een genre, maar dub is een manier waarop je met muziek omgaat. Dub is ontstaan in het Jamaica van de jaren zestig en draaide rond het creëren van nieuwe muziek, aan de hand van bestaande opnames en geluiden: creating new things with prerecorded sounds.

Daarmee dat originele dub volgens jou ook "the birth of the modern day remix" is.

JOE: Absoluut, dat is het ook.

Is dub in die zin dan ook vergelijkbaar met hiphop of drum 'n' bass?

JOE: Uiteraard – of jungle, of ragga, of ambient, noem maar op. Je kan simpelweg élk genre op een dub-manier spelen: wij doen dat toch de hele tijd, met metal en rock? STU: Je kan een metalriff nemen, de manier van spelen en het groepsgevoel een klein beetje wijzigen en voilà, je hebt een dubriff. Echt, zo simpel kan het zijn. JOE: Kijk, het gebeurt vaak dat mensen naar onze optredens komen en dan achteraf komen zagen: You don't play dub. Dan zeg ik altijd hetzelfde: No, we play in a dub way. Dat is een groot verschil: dub is enkel het achterliggende concept. Ik heb ondertussen echter wel geleerd om niet meer in discussie te gaan met mensen die toch niet van hun mening afstappen, omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze sowieso altijd gelijk hebben. Fuck them. Dennis Kleiman

Je sprak daarnet al over het feit dat jullie steeds meer metal in jullie muziek incorporeren: zijn jullie de laatste jaren terug meer naar metal beginnen luisteren?

DAVE: Zeker en vast. Metal is gewoon nog steeds een genre waar je heel wat nieuwe dingen mee kan doen. Groepen als Mastodon, Meshuggah of The Dillinger Escape Plan inspireren ons enorm; ondertussen kennen we ze ook als vrienden.

Welke muzikanten hebben jullie bijvoorbeeld nog zoal beïnvloed?

DAVE: Voor mij persoonlijk: Joe en Stu. JOE: (stilletjes) Good answer. STU: Euh... voor mij persoonlijk: Joe en Dave.

Boooring...!

JOE: (enthousiast) That's a good one. STU: (lacht) Nee, mijn grootste invloed is de onbezongen held Prakash John: een superbassist uit New York die me enkele jaren privélessen heeft gegeven en me de filosofie van het bas spelen heeft aangeleerd. Voor iedereen die hem niet kent: opzoeken die handel! JOE: King Tubby is mijn allergrootste invloed. Wat die gast heeft gedaan met remixes, daar geraak ik nooit meer over. Squarepusher heeft anders ook wel een enorme invloed op ons gehad.

Zijn er moderne groepen waar jullie graag mee zouden samenwerken of touren?

DAVE: En of! Ik vernoemde Meshuggah, Mastodon en The Dillinger Escape Plan al, maar groepen als Russian Circles of Pelican zijn ook bands waar we enorm veel respect voor hebben. JOE: Seefeel is ook een van mijn favorieten. Nog een geweldige jonge groep is Young Widows, uit Kentucky: zeker eens checken. STU: Hopelijk lukt het in de toekomst om met enkele van die groepen rond te reizen, dat zou echt geweldig zijn.

Om toch nog even een tourvraagje te stellen: jullie hebben met Peeping Tom het voorprogramma gedaan van The Who en ik heb vernomen dat jullie zowat elke avond zijn uitgejoeld...?

STU: Zo zijn Who-fans nu eenmaal, blijkbaar: ze willen enkel en alleen The Who horen. Wist je dat die mensen zelfs Robert Plant hebben uitgejoeld toen die voor een speciale gelegenheid het voorprogramma verzorgde? Hilarisch gewoon! DAVE: En daar betalen ze dan elke dag €300 voor. JOE: Ik vond die optredens geweldig, man! Wij waren nog nooit uitgejoeld geweest, dus dat was een unieke ervaring! Ik genoot er echt van.

Komaan, eerlijk: vond je dat niet een tikje jammer, zo'n hele zaal Who-fans die op je dak zit?

JOE: (gortdroog) I didn't give a shit. No.

Meer over Dub Trio


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.