Als de eerste dag van Jazz & Beyond nog een stevige link vertoonde met het eerste woord uit de festivalnaam, dan was de tweede helemaal voor het “beyond”-aspect. Met twee muzikanten die aan een “gewoon” instrument niet voldoende hadden en een cellist die zijn eerste stappen in een eigen repertoire zette.

Cellist Zach Miskin deed het with a little help from his friends. En wat voor friends. Voor zijn album ‘For Your Safety’ kon deze cellist rekenen op de inzet van muzikanten van The National, The Books en Clogs. Een fraaie erelijst die echter niet resulteerde in een spannende plaat, een euvel dat duidelijk doorwerkte in het optreden. Met de hulp van akoestische gitarist Tomas Bordalejo en de elektronica van Elsa Quinard bracht Miskin het repertoire van zijn debuutplaat: bescheiden kamermuziek, esthetisch gaaf, met brede melodieën en repeterende ritmes.

Miskins cello werd door hem zelf of de laptop van Quinard geloopt en vervormd, waardoor de middelen voorhanden waren om tot een mooie opbouw te komen. Temeer daar Bordalejo naast zijn begeleidend werk zich ook melodisch mocht profileren en Quinard niet alleen moest filteren, maar ook live bijdrages kon leveren. Dat het geheel desondanks niet werkte, maakte duidelijk dat dit project duidelijk nog erg jong was. Enerzijds was te horen hoe de muzikanten af en toe moesten harken om samen te blijven terwijl anderzijds het muzikale materiaal steeds opnieuw te oppervlakkig bleek. Melodisch en harmonisch miste de muziek alle spankracht.

Het onschuldig-genietbare domineerde duidelijk voor Miskin, waardoor het geheel rustig naar het einde kabbelde. Wanneer de stukken op enkele momenten toch ergens naartoe leken te gaan, werd hun ontwikkeling in de kiem gesmoord. Zo had het afsluitende ‘I Fell off a Cliff’ (met zangeres Alice Lewis die alleen voor de laatste twee songs op moest) het potentieel om tot meer uit te groeien, maar net op het moment dat de stap kon worden gezet, werd de muziek teruggeschroefd waardoor de luisteraar op zijn honger bleef zitten tot in het laatste stuk toe.

As Miskin zijn relatieve onervarenheid nog kan inroepen om misstappen goed te praten, dan geldt dat zeker niet voor Volker Bertelmann, in muzikantenmiddens beter bekend als Hauschka. Met vijf releases op het Britse label FatCat heeft deze Duitse componist-pianist al wat visitekaartjes om rond te strooien. Toch bleek ook deze meer ervaren muzikant in het zelfde bedje ziek als zijn jongere voorganger, zij het op een licht andere manier.

Dat bij Hauschka steevast de naam John Cage wordt bovengehaald, mag niemand verbazen. Net als deze legendarische Amerikaan prepareert Hauschka zijn piano door allerlei voorwerpen en materiaal op en tussen de snaren aan te brengen. Zo krijgt dit klassieke instrument – het symbool van de burgerlijke muziekcultuur – een heel andere klank die vaak refereert naar percussiegeluiden of niet-Westerse idiomen zoals de Indonesische gamelan. Van wie in 2011, meer dan een halve eeuw na Cage, nog met dit concept uitpakt, mag verwacht worden dat hij onder de preparaties een eigen muzikale wereld weet te stoppen. Wie bij Cage de materialen uit de piano weghaalde, kreeg nog steeds boeiende en gevarieerde pianomuziek te horen. Bij Hauschka bleek onder de effecten niet meer of minder dan brave, consonante filmmuziek of het gladde, repetitieve van Wim Mertens te zitten.

Net als bij Miskin bleef de muziek mooi en genietbaar en daarbovenop stond het pianospel van Bertelmann als een huis. De soms snel herhalende structuren werden secuur gespeeld en op het samenspel met het strijkkwartet (bestaande uit studenten van het Gentse conservatorium) was weinig aan te merken. Het tegendeel zou verbaasd hebben, want naar analogie met de composities van Hauschka, waarin weerhaken geheel ontbraken, bleef de rol van de strijkers vaak beperkt tot het leggen van een klanktapijt of het herhalen van doorzichtige formules. Buiten enkele voorzichtige zijstapjes (de aanzet tot polyfonie in ‘Eltern’ of de meer beweeglijke partijen in ‘Children’) bleef het geheel risicoloos binnen de lijntjes. Alleen ‘Madeira’ vormde met enkele dissonaten en beter uitgewerkte partijen voor de strijkers een bescheiden inbreuk op de muzikale regelgeving die Bertelmann hanteerde.

Paolo Angeli (foto: Nanni Angeli)
Paolo Angeli (foto: Nanni Angeli)
Hoe “gewoon” zijn muziek in wezen was, werd het duidelijkst toen tijdens een stuk voor pianosolo de preparaties van het instrument een voor een verwijderd werden. Wat overbleef waren louter zoet-mistige akkoorden die op zich weinig te vertellen hadden. Dat de pianist daarna de pianosnaren vol legde met pingpongballen, onderstreepte het feit dat hij moeilijk onder de cliché’s van de prepared piano uit geraakt: dingen doen die al vele malen en vele jaren eerder gebeurd zijn, hoeft op zich geen probleem te zijn, behalve wanneer er onder het laagje beproefd experiment weinig te rapen valt.

Dat het ook anders kon, bewees Paolo Angeli met het slotconcert van Jazz & Beyond Deluxe. Net als Hauschka prepareerde hij zijn instrument, waarbij hij niet koos voor de piano, maar voor de Sardijnse gitaar die, omwille van de omvang van de klankkast, eerder de allures van een cello had.

Dat het manipulatieve werk van Angeli meer impact had dan dat van Hauschka had te maken met de aanpassingen op zich en de totale muzikale aanpak van de gitarist. Door de preparaties van de gitaar functioneler en verregaander door te voeren, verplichtte Angeli zichzelf om ook muzikaal verder te zoeken. Hier geen materialen die eerder onschuldig aangebracht werden, maar minder omkeerbare aanpassingen, zoals het spannen van extra snaren (dwars op de traditionele) of het installeren van hamertjes die dan de snaren kunnen aanslaan.

Het resultaat was een heel eigen klankwereld die zo rijk klonk dat ze op zichzelf kon staan. Zelfs in die mate dat Angeli het melodische pad moeiteloos kon verlaten om zich gedurende een ononderbroken set van een uur bij momenten uitsluitend op de klank zelf te concentreren. Door deze dan elektronisch verder bij te sturen, leken de mogelijkheden wel eindeloos: loeiende Jimi Hendrix-distortion, percussieve ritmes die verwant waren aan de primitieve Afrikaanse elektronica van Konono No. 1, geruis, vreemde mutaties en industriële geluiden. Wanneer Angeli dan flarden melodie en harmonie door het geluid liet zweven, kreeg de luisteraar er gratis barokke gambamuziek en Sardijnse volksliederen bovenop.

Gedurende het eerste kwartier van het concert leek de gitarist nog wat te zoeken naar samenhang, maar eens die gevonden was, verdween die niet meer uit het optreden. Zo tekende Angeli voor enkele van de mooiste momenten op deze Jazz & Beyond Deluxe. Niet in het minst op het einde, toen Angeli er een zangmicro bijhaalde en bovenop zijn gitaarklanken een Sardijns volkslied drapeerde om vervolgens het publiek met een fijn geprepareerd streepje Björk de nacht in te sturen.

Zo tekende Angeli voor een concert dat de muzikale draagkracht en de intensiteit van dat van Erik Friedlander van een dag eerder had. Twee concerten die meer dan voldoende zijn om het bestaan van de tweedaagse Jazz & Beyond rechtvaardigen. Al had de slotdag over het algemeen gerust wat meer soortelijk gewicht kunnen verdragen.

 

Meer over Jazz & Beyond Deluxe: Zach Miskin, Hauschka, Paolo Angeli


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.