Elektronica, therapeutische improv, folk, freejazz en rammelrock van jonge honden en levende legendes: het Kraak Festival blijft een van de meest tot de verbeelding sprekende muziekevenementen in België, een vrijhaven voor onvoorziene en niet zelden aangename ontdekkingen.

Zeggen welke artiesten in welke categorie gaan vallen, is geen sinecure. Niet alleen bestrijkt het festival een heel scala aan genres met elk eigen do’s en don’ts, heel wat artiesten zijn tevens zelden geziene gasten, waardoor het evenement ver uit de muzikale comfortzones blijft.

Rashad Becker
Rashad Becker
Sommige muzikanten op het programma mogen dan met hun eigen muziek minder belletjes doen rinkelen, dat belet niet dat ze in de muziekwereld voor heel wat getingel zorgen. Neem nu de Duitser Rashad Becker die vooral bekend staat als de man die muziek van Pantha du Prince, Kevin Drumm, Florian Hecker, Keiji Haino, Sam Shackleton, en Richard Bishop op vinyl gegooid heeft. Onder eigen naam bracht hij vorig jaar op het label Pan het album ‘'Traditional Music of Notional Species Vol. I' uit. Hierop produceert Becker knappe, geestrijke en desoriënterende elektronica waarin psychedelische en cartooneske geluiden over en door elkaar geschoven worden. Becker heeft het duidelijk niet met een eendimensionale ontwikkeling en de muziek evolueert dan ook eerder als een intrigerende Processie van Echternach. Het optreden op Kraak is overigens Beckers eerste passage op Belgische bodem.

Nog iemand die alle kaarten heeft om in Aalst een stevige indruk te maken, is de Fin Antti Tolvi. Voorspellingen doen over hoe zijn performance op het Kraak Festival er uit gaat zien, is echter niet zonder risico, want de multi-instrumentalist verandert het muzikale geweer vaker van schouder dan anderen van beddengoed. Tolvi studeerde Indische klassieke muziek in het Indische Varansli, maar bekeerde zich bij zijn terugkeer naar Finland tot de compromisloze freejazz in de traditie van Charles Gayle en Albert Ayler. Wie zijn SoundCloud-pagina bezoekt, kan hem ook in de weer horen met dronende shruti-boxen, speelgoedelektronica of repetitief dreunende orgels. Een van zijn meest opmerkelijke realisaties blijft echter het album ‘Pianoketo’ (Fonal 2013). Hierop beperkt Tolvi het materiaal tot een verweerde en ontstemde piano die al veertig jaar niet meer gebruikt was. Het resultaat is een reeks lange (tot veertig minuten) traag voorbijglijdende pianostukken: repetitief en minimalistisch waarbij de klanken soms meer het effect lijken van toevallige boventonen dan van bewust gespeelde noten.

Mike Gangloff
Mike Gangloff
Al even gevoelig klinkt de muziek van het echtpaar Mike & Cara Gangloff, waarvan de man bij de ondergrondse incrowd vooral bekend is als lid van het dronefolk-combo Pelt (Kraak Festival 2004). Met viool, banjo en shruti-box knutselde hij het eind vorig jaar verschenen album ‘Poplar Hollow’ in elkaar dat strak staat van de melodisch, folkachtig sjokkend en voorzichtig volksdansende songs. De vinylversie van de release is ondertussen al lang uitverkocht, maar op de Bandcamp-pagina van het label Blackest Rainbow is de muziek nog steeds gratis te beluisteren. ‘Poplar Hallow’ was niet de enige output van Gangloff vorig jaar, want naast de plaat onder eigen naam, verscheen er ook een album in samenwerking met eindjaarslijstjesfavoriet Steve Gunn. Er is dus duidelijk nog leven buiten Pelt.

Nog verder op het pad van de muzikale introspectie beweegt zich het Belgisch-Nederlandse vijftal Varkenshond. Zes jaar na een cd uit 2007 verscheen er in 2013 een tweede release van dit ambachtelijke improvgezelschap (toen nog een trio) waarop de gitaren van weleer plaatsmaakten voor percussie en andere klankgeneratoren. Het resultaat is een tape met heel uiteenlopende stukken en stukjes die afwisselend klinken als therapeutische klankmeditaties, een Poolse volksdans, Afrikaanse tribale percussie versneden met een haka van de All Blacks, middeleeuwse meerstemmigheid of Mongolische folk. Varkenshond anno 2013 klinkt dan ook als een taaie overlever van de freak-, new- en no-folk hype van enkele jaren geleden, weliswaar met een eigenzinnige, improvisatorische en intimistische inslag.

Met Varkenshond houdt het Belgische verhaal op het Kraak Festival niet op. De affiche biedt immers ook plaats aan de outerspace trancenoise van het Antwerpse The Joyous Cosmology (door Kraak in 2011 al uitgenodigd voor het festival Incubate) en elektronicapionier Léo Küpper. Küpper was assistent van Henri Pousseur en werkte in diens zelfgebouwde studio Apelac. Daar begon hij ook eigen muziek te maken die hij vanaf 1967 verder ontwikkelde in zijn eigen Studio de Recherches et de Structurations Electroniques Auditives. Ouder werk van Küpper werd in 2003 verzameld door het label Sub Rosa op ‘Complete Electronic Works 1961-1974’, een compilatie die een heerlijk speels en vintage geluid laat horen. Recenter werk is verschenen op het in 2012 op het Amerikaanse Pogus verschenen album ‘Digital Voices’ waarvoor Küpper het stemgeluid van drie vocalisten in en door zijn computer sleurt.

Léo Küpper
Léo Küpper
Met zijn negenenzeventig is Küpper veruit de ouderdomsdeken van deze editie van het Kraak Festival. Nog enigszins in de buurt komt de Amerikaan Jerome Cooper. Deze achtenzestigjarige drummer, chirama- (een hoboachtig instrument uit Latijns Amerika) en balafonspeler verdiende zijn strepen en zijn plaats in de geschiedenisboeken in de freejazz. Zo speelde hij met ondermeer Roland Kirk, The Art Ensemble of Chicago, Noah Howard, Andrew Hill, Anthony Braxton en Cecil Taylor. Tegenwoordig doet Cooper het, afgaande op een drie jaar oude video van Roulette TV, wat rustiger aan. Zo laat hij zich tegenwoordig begeleiden door voorgeprogrammeerde drums en synthesizers, waardoor de scherpe kantjes in zijn muziek wat afgevijld zijn: een optreden om dus met de nodige reserves tegemoet te zien.

Met al het bovenstaande is slechts de helft van de affiche van het Kraak Festival aangeroerd. Fans van cassette-lofi moeten dus niet wanhopen en kunnen op 1 mei in Aalst terecht voor de analoog-dronken grootstadshippies van het Amerikaanse Form a Log. De lo-fi klankenwereld van dit drietal klinkt alsof de beats de noise niet in bedang kunnen houden en het geluid elke minuut uiteen kan vallen. Al even onvoorspelbaar is de Italiaan Enzo Minarelli die met zijn poëzie, voorgedragen met de nodige elektronische effecten, klinkt als de missing link tussen Jaap Blonk en Luciano Berio. Nog meer stemmen zijn er te horen dankzij het Portugese kunstenaarsduo !Calhau! dat de vocale inbreng omkadert met zoemende elektronica.

Voor wie het tenslotte allemaal wat meer in your face wil hebben, is er de rammelrock van Putas Bêbadas en het drumcomputergestuurde meidentrio Olimpia Splendid. Scherpgesneden noise is er van het Nederlandse Sweet Tongue  en het Britse Ramleh dat onder leiding van Gary Mundy al dertig jaar inactief is als leverancier van bakken teringherrie. Iets waar het Kraak Festival gretig afnemer van is. Hetzelfde kan echter gezegd worden van heel wat andere stijlen, zoals ook de editie van 2014 opnieuw bewijst.

Naast het muzikale programma, waarvan nog een naam aangekondigd moet worden, herbergt het festival ook een tentoonstelling met werk van Bert Danckaert, Sean Edwards, Miks Mitrevics en Kristine Kursiša.

Meer over Kraak Festival 2014


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.