Hoe licht kan een cd klinken zonder letterlijk of figuurlijk lucht te worden? Waarschijnlijk zet 'Weather Systems' hieromtrent een nieuwe standaard. Zonder in zieligheid te vervallen, slaagt Andrew Bird er hier met enkele gastmusici en producer Mark Nevers (Lambchop) namelijk in om fijn en genuanceerde songs af te leveren die niet leeg, noch éénkleurig zijn. Door het mooi doseren van enkele violen (gespeeld door Bird zelf), akoestische (en sporadische elektrische) gitaar en zachte drum spreidt hij een zacht laken waarop zijn stem en af en toe die van Nora O'Connor rustig kunnen dobberen. In de meerstemmige samenzang van de eenvoudige melodieën duiken wel eens de eerlijke naïeve eenvoud van folk of country op. Wanneer Bird alleen zingt, is het soms alsof hij het schijnbaar licht verkouden, maar ook mooi kwetsbare stemgeluid van Radioheads Thom Yorke geleend heeft. De brede, haast architecturale songs van laatstgenoemde zijn hier echter niet van de partij. Deze van Bird zijn steevast eenvoudig van melodie en vorm, drijven op een herhalende begeleiding en meer dan eens is ongegeneerd mee wiegen op een walsritme heel aanlokkelijk.
Het verhaal van 'Weather Systems' hier stoppen, zou betekenen dat het schijfje vol staat met louter mooie, maar ook typische songs. Gelukkig is er meer aan de hand, met name de manier waarop de vioolpartijen hier geïntegreerd worden. Van tapijtjes is zelden sprake en als ze er al zijn, dan worden ze nooit kamerbreed uitgerold. Door slechts enkele vioollijntjes (vaak in combinatie met akoestische gitaarriedels) te gebruiken, blijft het geluid steeds transparant. De afwisseling tussen korte pizzicatoklanken en langer doorklinkende, gestreken tonen geven het geheel bovendien een soms naar klassieke strijkkwartetten neigend geluid mee: puur, helder en organisch. Dit effect wordt nog versterkt door het nooit echt doortrekken van de begeleiding, zelfs niet in 'Action/Adventure' waar de vioolpartij nochtans in loop van het nummer aardig ontwikkelt.
De begeleiding van 'I' klinkt veel stabieler, ondanks de kleine opbouw die er in zit. Het combineren van verschillende kleine deeltjes viool- en gitaarklanken maakt dit nummer tot het meest gelaagde, zelfs in die mate dat de geluiden haast als gesampled klinken. Iets meer drive is te vinden in 'Skin' en daarvoor tekent dan vooral de drum van Kevin O'Donnell. Toch blijft zijn drumwerk ook hier heel fijn en ondersteunend. Het meest opmerkelijke nummer is echter de titelsong van de cd. Vrijwel helemaal beatloos mag het zangritme alles bepalen. De begeleiding volgt Birds stem hier alsof alles live en tezamen opgenomen werd, met Bird als zanger en dirigent: de instrumentale begeleiding neemt de adempauzes, stopplaatsen en frasering van de stem mooi mee over. Hoe kabbelend en dromerig het eindresultaat ook mag zijn, de valkuilen om het geheel in de soep te laten lopen liggen hier wijd open te gapen. Het is dan ook mooi om te horen hoe natuurlijk en logisch Bird en de zijnen het eindresultaat laten klinken. En niet alleen in dit nummer.

Meer over Andrew Bird


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.