De Nederlandse broers Arthur en Lucas Jussen stellen op dit cd’tje vier van Beethovens vroege pianosonates voor. Die vier sonates werden bewust gekozen: na de zogenaamde ‘kleine Pathétique’, de sonate opus 10/1 volgt de echte ‘Pathétique’, die ook in de dramatische toonaard van c mineur geschreven is. De twee sonates opus 27, waaronder de bekende ‘Mondschein’ maken het kwartet af. Arthur Jussen speelt zo de sonates opus 10/1 en 27/1 en zijn broer de ‘Pathétique’ en ‘Mondschein’. Als toemaatje krijgt de luisteraar ook Beethovens acht variaties op een thema van de graaf von Waldstein, WoO67 voorgeschoteld.
Er werd dus voor vier vroege sonates gekozen die Beethoven schreef toen hij niet veel ouder was dan de twee broers Jussen (geboren in 1993 en 1996) nu zijn. Het resultaat van die keuze zijn frisse, ongecompliceerde maar vaak gedreven uitvoeringen van vier van Beethovens bekende pianosonates. Momenten van hoe eenvoud charme kan beteken zijn er te vinden in zulke stukken als het vertederende openingsdeel van opus 27/1 of het ‘Adagio Molto’ van opus 10/1. Zonder dat er veel gesleuteld hoeft te worden aan het tempo en zeker zonder groot drama zetten beide pianisten mooie, muzikaal verzorgde uitvoeringen neer.
Tussen beide broers is echter maar weinig stilistisch verschil te merken. Dat is geen slechte zaak want de interpretatie van beide jongens wordt gekenmerkt door een aandacht voor detail en een fijnzinnige manier waarop Beethovens noten geplaatst worden. Zo komt de finale van de ‘kleine Pathétique’ classicistisch over met een doorzichtige klanktextuur. Een agressiviteit die wel eens aan Beethovens pianosonates toegedicht wordt, is hier grotendeels afwezig; Arthur Jussen, die deze sonate speelde, slaagt erin om het eerste en laatste deel van die sonate of het scherzo en de finale van opus 27/1 haast steeds onbezorgd en vrolijk te doen klinken.
Dan gaat Lucas Jussen energetischer aan het werk, met zwaardere bassen maar dat is ook niet zo verwonderlijk want hij krijgt de archetypisch Beethoveniaanse ‘Pathétique’ met zijn impulsieve openingsdeel voor de neus. Het duurt niet lang echter voor een zelfde delicaatheid haar kop opsteekt, in het langzame deel bijvoorbeeld of het tweede thema van het eerste deel.
Echt dramatisch of theatraal wordt de cd toch niet opgevat; zelfs de donkerste momenten van de ‘Pathétique’ of de meest dromerige passages uit de ‘Mondschein’ sonate hebben iets vlots en onschuldigs. Dat valt best te smaken, zeker in combinatie met de vingervlotte, muzikale uitvoeringen die beide broers Jussen hier ten gehore brengen. Het valt echter qua diepgang natuurlijk niet te vergelijken met opnames als van iemand als Paul Lewis, die jaren meer ervaring heeft en die met hetzelfde stilistische vocabularium, achttiende-eeuws en Mozartiaans getint meteen een veel diepzinniger wereld opent. Maar dat is, gezien de jeugdige leeftijd van d uitvoerders ook nauwelijks een minpunt!
Meer over L. van Beethoven
Verder bij Kwadratuur
Interessante links