Stiekem heeft ze al een nieuw album uit bij Deutsche Grammophon, met een zo mogelijk nog verrassender programma als dat van haar Ives-opname: de Amerikaanse violiste Hilary Hahn kroop immers de studio in met de Duitse geluidskunstenaar Hauscka en samen maakten ze 'Silfra', een soort obscure, improvisatoire trip doorheen elektronica- en vioolland. Vanuit klassiek oogpunt lijkt haar vorige opname, ook nog maar recent verschenen, echter een stuk interessanter. De vier vioolsonates van Charles Ives worden immers zelden opgenomen, en aan hun complexiteit te horen begrijpt men meteen waarom. Hahn was echter de ideale kandidate om ze eindelijk nog eens alle vier op cd te zetten: niet alleen omdat haar klank en techniek formidabel zijn, maar vooral omdat ze de sonates wereldwijd vaak heeft gebracht. Ze heeft op die manier inmiddels een jarenlange band met de werken, en kreeg geregeld feedback van het publiek over hoe haar interpretaties overkwamen. Zodoende kon ze sleutelen tot ze een definitieve interpretatieve manier van spelen gevonden had, en deze zou nu moeten vereeuwigd staan op dit schijfje. Wie het album in handen krijgt, kan zich dan mogelijks verbazen over de vormelijke aankleding, waarin heel erg op de uiterlijkheden van beide interpretes wordt gefocust. En dat terwijl de muziek van Ives vol intellectuele, verinnerlijkte humor, dartelheid en dialogen zit – alsof het publiek bij voorbaat iets op de mouw moest gespeld worden door beide muzikantes als mooie vrouwen in een droomwereld voor te stellen.

Hilary Hahn en haar kamermuziekpartner Valentina Lisitsa hebben het voordeel dat in dit repertoire weinig concurrentie bestaat op de cd-markt. Een iets oudere opname bij Naxos (met Curt Thompson op viool) en een versie uit de ECM New Series lijken de enige twee integrale, nog vlot beschikbare versies. In vergelijking is Hahn een killere interprete: ze volgt de partituur erg nauwgezet op en laat zich technisch als het ware overmeesteren door de muziek. Op die manier ontstaan geen transcenderende interpretaties, maar heel aardse. Hahns toon lijkt soms bewust het warme af te zweren, terwijl de muziek toch een klamme, soms ietwat schalkse folklore ademt die de violiste gemakkelijk had kunnen uitvergroten. Ook aan het pianospel van Lisitsa lijkt er een manco verbonden: de afstand tussen de beide instrumenten lijkt puur opnametechnisch vrij groot en de totaalklank heeft iets bedompt, alsof de twee in een bunker zijn gekropen om de extreem moeilijke muziek gelezen te krijgen. Inderdaad getuigt Hahn op schrift ook van de strijd die zij en haar begeleidster met de partituren moesten aangaan voor hun wereldtournee met de vier sonates: over en weer hollen naar elkaars partituur om te onderzoeken welke noten boven en onder dewelke moesten komen, was blijkbaar aan de orde. Men kan zich afvragen of een partituurstudie a priori dergelijke situaties niet zou kunnen en moeten doen verdwijnen. Een muzikaal begrip van een compositie ontstaat immers zelden al spelende, vaker al studerende. Het feit dat Hahn nog meegeeft dat ze deze werken zelfs op tournee nog beter en beter leerde spelen, wijst er misschien op dat de violiste teveel in commercieel vaarwater is terecht gekomen. Want wie gaat nu van grootstad naar grootstad met muziek die nog maar half gekend is?

Enkele overdreven stellingen hierboven louter om toch enige reserves te plaatsen bij Hahns meesterschap, dat in haar vorige opnames telkens buiten kijf stond. Al bij al lijkt ze misschien toch niet de meest geschikte violiste voor de muziek, mede omdat Lisitsa Hahns strenge, wat gepolijste en te weinig onderzoekende uitvoeringspraxis nog verder aandikt. Desondanks blijft deze opname verdienstelijk, al was het maar om Ives de kans te gunnen bij een groter publiek ingang te vinden. Deze werken verdienen dat, en deze uitvoeringen doen hen, hoewel slechts gedeeltelijk, recht.

Meer over Charles Ives


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.