De naam Copernicus is niet slecht gekozen. Net zoals de revolutionaire natuurkundige van weleer is deze artiest een eigenzinnig genie. De avantgardistische schenenschopper die al jaren zwalpt doorheen het ondergrondse New Yorkse clubwereldje, zorgt voor indrukwekkende collectieve jamsessies waarbij voorbedachtheid en orde vaak taboe lijken. Niet enkel muziek, maar ook muzikale volgelingen moeten zich onderwerpen aan de grillen van de profeet, die gelukkig als een dirigent zijn steeds wijzigend orkest doorheen zijn sinistere wereld loodst.

‘Worthless’, staat gekerfd in enkele vegen bloedrode verf. Copernicus hecht geen waarde aan muziek, maar aan woord en materie. Hoe kan het ook anders, in een doomwereld waar materialisme en verderf heersen en waar liefde is vergaan tot een consumptieartikel? Met een leger van zestien medemuzikanten kleedt de punkpoëet zijn acht spoken word gedachtekronkels op dit album aan.

Anders dan vroeger, heeft Copernicus voor deze in één take opgenomen sessies echter niet de centrale rol vervuld, maar heeft hij het dirigentstokje doorgegeven aan bevriend artiest Pierce Turner, terwijl de woordkunstenaar zelf, geïsoleerd in een naburige studio, zijn spinsels uitvond. Dat zorgde voor een nog grotere muzikale vrijheid.

Op plaat is daar echter niet zo heel veel van te merken. Nergens is sprake van chaos. In een sfeervol ‘What Is Existence?’ laat legende Poppa Chubby zijn bluesy gitaar ronddolen, omfloerst door warme bas, slide, Hammondvibraties en gospel backings. Dat zorgt voor een heerlijk slepend geheel dat mooi aansluit bij de donkere, narratieve stem van de meester, die hier wel de rol van cowboy op zich lijkt te nemen.

Toch zit er altijd wel wat rommeligs in deze muziek. Copernicus legt veel intonatie in zijn teksten met stemverheffingen, mysterie of woede-uitbarstingen, terwijl het instrumentaal kader zijn eigen ding mag doen. Instrumenten op de achtergrond mogen dus gerust uit het rijtje springen. Een piano wordt halfweg een nummer plots met mokerslagen bewerkt om dan te zwijgen, blazers schieten even uit en stoppen er plots mee… de improvisatiekracht en zelfstandigheid van elke muzikant (de meestal weet wanneer te zwijgen), wordt steevast gerespecteerd.

Het streven naar harmonie is wel aanwezig, zoals uit ‘Everlasting Freedom’ blijkt, waarbij iedereen rond een mooi opklimmend thema cirkelt, om te stoppen bij de alles doorsnijdende, sterk vibrerende stem van Sari Schorr. Vaak gaat het echter om instrumentaal gedartel waarbij sax, fluit, percussie, viool, accordeon of trompet zich tussen het gitaarwerk door wringen. In nogal irreële songs als ‘A Hundred Trillion Years’ bieden de partijen beurtelings een melodie aan, maar durft niemand echt zijn stempel door te drukken. Zo ontstaat een nogal dolle psychedelica met slechts een snuifje blues, jazz of rock.

In de vijftien minuten durende, afsluitende titeltrack lijkt de onrust bekoeld en wordt plots gewerkt met klassieke muziek en operazang. De minimalistische, dromerige omkadering zorgt ervoor dat de doompoëet een nog meer penetrante, centrale rol krijgt.  Na een lange weeklacht luidt de boodschap “go, go, go asleep”, terwijl de krachtige plaat indommelt en enkel de sax nog overblijft. Het doet er allemaal niet meer toe.

Dit is wederom een erg sterke, experimentele plaat. De luisteraar wordt hier behandeld als een pure waarnemer en dient zich verplicht neer te leggen bij de platonische, improvisatorische handelswijze van Copernicus. Wie zich open wil stellen voor de kracht van collectieve vrijheid, krijgt hier een krachtig stukje avant-gardistische, muzikale poëzie en  toegeschoven.

Meer over Copernicus


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.