De oorworm ‘Rex’ katapulteerde Customs in 2009 rechtstreeks vanuit zijn Leuvens repetitiekot naar de hoogste regionen van de Ultratop. De groep bestond op dat moment nauwelijks een jaar, zodat het inderhaast uitgebrachte debuut ‘Enter The Characters’ leed aan een aantal kinderziekten. Ten eerste wist Customs zijn nauwelijks verholen voorliefde voor de jaren tachtig niet te vertalen in een eigen muzikaal smoelwerk. Ten tweede bevatte de plaat te weinig kwaliteitsvol songmateriaal om de grijze middenmoot te overstijgen.
In 2011 gooide Customs met ‘Harlequins of Love’ het juk van Joy Division en Interpol van zich af, door te opteren voor een luchtiger postpunkgeluid waar gitaren het gezelschap kregen van keyboards en synthesizers. De ironische teksten van frontman Kristof Uittebroek en de hitgevoelige popmelodieën bleven daarbij intact. Op de nieuwe langspeler ‘The Market’ tekenen deze kenmerkende Customs-ingrediënten opnieuw present, al mikt de groep ditmaal schaamteloos op de dansbenen.
Het openingstrio ‘Love to the Lens’, ‘Hole in the Market’ en ‘The Hand’ kneedt opzwepende ritmes, nonchalante vocalen en zwierige synthpartijen tot drie uiterst aanstekelijke doch onderling inwisselbare discopopuitstapjes. Ook het uptempo ‘Are You With Me’ is een volstrekt onschadelijk niemendalletje waar afgeborstelde melodieën en nietszeggende lyriek de plak zwaaien. In het meeslepende ‘Dear Ann (Worthless On the Market)’ laveert innemende parlando bijna zes minuten lang doorheen een sfeervolle muzikale film noir. Het contrast met de vlot weghappende popriedels van de meeste andere tracks kon nauwelijks groter zijn.
De gedempte riffjes en zwartgallige zang van het haast minimalistische ‘Love, You Don’t Scare Me Anymore’ refereren aan de punky singer-songwriter à la Billy Bragg, al klinkt het geheel te glad om echt in het vel van de luisteraar te kunnen snijden. De gortdroge gitaren, pulserende baslijn en hoekige drums van het springerige ‘She Is My Mechanic’ monden uit in een catchy refrein dat gedrapeerd wordt met een weelderig synthesizersausje. In het slepende ‘It’s Funny Cause It’s True’ doet een kamerbreed strijkersarrangement daar nog een schepje bovenop.
‘Gimme Entertainment’ strooit kwistig met zwoele grooves en stomende funklicks, maar legt op pijnlijke wijze de gebreken van ‘The Market’ bloot. Hoewel Customs de kunst verstaat om een leuk en onderhoudend popnummer te schrijven, bevatten de gelikte composities van de groep te weinig weerhaken om herhaaldelijke beluistering te rechtvaardigen. Met deze matige derde elpee dreigt Customs helemaal een irrelevante groep te worden.