Daniel Martin Moore is één van die singer-songwriters van wie men er telkens prat op kan gaan dat elk nieuw album een aanzienlijk niveau haalt. Toch blijven veel van die vakmannen een carrière lang in de schaduw van hun meer commerciële tegenhangers. Het uitbrengen van muziek door elkeen van deze muzikanten zou evenwel telkens aangehaald moeten worden om zieltjes voor hen te winnen. Zo krijgt vandaag Daniel Martin Moore even het platform dat hij verdient. Met ‘In The Cool Of The Day’ slaagde hij er namelijk opnieuw in een bovengemiddeld luisteralbum in elkaar te knutselen.

Moore, die opgroeide in Cold Spring, Kentucky, nam niet al te veel omwegen vooraleer zich een weg te banen doorheen het muzikale landschap. Hij slaagde er in om via een zelf ingestuurde demo (januari 2007) een contract te versieren bij Subpop. Ondertussen kan hij terugblikken op drie langspelers: in 2008 debuteerde hij eerst met een EP en in datzelfde jaar kwam hij op de proppen met het magische debuut ‘Stray Age’. Twee jaar later maakte hij op zijn minst evenveel indruk met ‘Dear Companion’, een album dat hij samen met de gelijkgestemde Ben Sollee opnam. Het doel dat verscholen zat achter dit album was de aandacht te vestigen op de bedreigingen die de Appalachen – voor de duidelijkheid: het gebergte – momenteel ondergaan en om daar via muzikale weg iets aan te doen. Het derde album heet dan weer ‘In The Cool Of The Day’. Hierop tracht Daniel Martin Moore met veel respect voor de Amerikaanse muziektraditie én met de juiste connecties verder te gaan op de weg die hij eerder insloeg. Zo leverde Jim James (gekend van My Morning Jacket en Monsters Of Folk), net als tijdens ‘Dear Companion’, opnieuw een bijdrage achter de knoppen.

De grondslag van ‘In The Cool Of The Day’ kan naar eigen zeggen gezocht worden in een radiostudio in Cincinnatti, waar Daniel Martin Moore een radiosessie en interview moest verzorgen. Daar belandde hij achter een oude Steinway piano, waar zijn droom om ooit traditionele gospelmuziek uit zijn eigen verleden op te nemen in de plooien van een uitvoerbaar idee viel. Zo wilde hij van ‘In The Cool Of The Day’ een tijdloos spiritueel album maken dat door kon gaan als een soort ode aan zijn familie en het muzikale verleden.

Het album omvat zowel covers, traditionele nummers, als eigen composities. Openen doet het met één van die laatste: ‘All Ye Tenderhearted’ mag dan wel nauwelijks de minuut overstijgen, toch slaagt het er in om, op basis van ingetogen a capella en een mandoline en banjo outro, de luisteraar moeiteloos naar een setting te brengen die gedomineerd wordt door groene, beregende bergen. Via ‘Dark Road’, een nummer dat druk gearrangeerd werd met onder meer vioolpartijen en banjo rolls, wordt het tempo vervolgens opgedreven, om daarna opnieuw te vervallen in het klagende en zeer aardse ‘Oh My Soul’ met een magistrale pianofinale.

Het oude gospellied ‘In The Garden’ is vervolgens verworden tot een zacht, op jazz geïnspireerd nummer dat gedomineerd wordt door zachte drum met brushes en speelse zang. Het einde van het nummer wordt gekenmerkt door vrij improvisatorische piano. Het kuierende ‘Closer Walk With Thee’ en het door drum en viool gedragen ‘Up Above My Head’ zijn de traditionele nummers die Daniel Martin Moores capaciteiten onderstrepen om te grasduinen in het muzikale Amerikaanse verleden.

Het spirituele dat Moore met dit album wou bereiken, wordt ten volle beleefd in de traag kabbelende christelijke hymne ‘Softly & Tenderly’ (met een mooie rol voor Ben Sollee op cello en ook een aanzienlijk rol voor de viola) van William Lamartine Thompson. Een nummer dat net zoals het overgrote deel van dit album in het begin van de vorige eeuw werd gepend.

De minimalistische pianoballade dat het titelnummer geworden is, kan geboekstaafd worden als één van de hoogtepunten. ‘In The Cool Of The Day’ werd geschreven door Jean Ritchie, een dame die in de jaren dertig nog opgenomen werd door Alan Lomax. Ook dit is een religieus nummer, wat duidelijk blijkt uit de volgende kleurrijke tekst: “My Lord, he said unto me / do you like my garden so fair? / You may live in this garden if you keep the grasses green / And I’ll return in the cool of the day”. De sfeer die in het lied aanwezig is, en evenzeer het tekstuele, kan zo naast het betere ingetogen werk van Bonnie ‘Prince’ Billy worden gelegd, zonder dat het zou verbleken. Bovendien is het een belangrijke kanttekening dat deze geïnspireerde teksten nooit de muziek of het vrijblijvende ervan in de weg staan. Verder kan het zachte ‘It’s Well With My Soul’ (Daniel Martin Moore alleen met zijn gitaar) niet onvermeld blijven.

Afsluiten doet het album met twee eigen nummers. Vooreerst is er het instrumentale ‘Lay Down Your Lonesome Burden’, opgehangen aan een duet tussen piano en viool. Als werkelijk besluit laat DMM met ‘Set Things Aright’ de climax los. Op verstilde wijze zingt hij, terwijl de eerder vernoemde Jim James op banjo een mooie kanttekening plaatst en een zekere Haley Bonar, een mooi ogende deerne, in samenzang iedereen de duisternis in zingt. Zo zal dit nummer uiteindelijk nog even zachtjes nagalmen.

‘In The Cool Of The Day’ had de bedoeling om door te gaan als Daniel Martin Moore’s interpretatie van de gospelmuziek uit zijn jeugd. Anders dan dit opzet lijkt dit eerder een tijdloze bloemlezing geworden voor de oude gospelliederen in een begeesterende, ingetogen en vrij traditionele singer-songwriter uitvoering.

Meer over Daniel Martin Moore


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.