Deze tweede en twaalfde symfonie van Shostakovich zijn het zesde volume in een integrale Shostakovich opname van het Beethoven Orchester Bonn onder leiding van de Oekraïense dirigent Roman Kofman. Een opname die zich van de anderen onderscheidt vooral door haar lichtheid en transparantie.

Noch Shostakovich' tweede, noch zijn twaalfde behoren tot zijn meest gekende symfonieën. In het geval van de twaalfde speelt ongetwijfeld mee dat dit niet Shostakovich' sterkste compositie is. Deze ode aan de oktoberrevolutie voelt aan alsof de componist zich zoveel mogelijk persoonlijk distantieerde van de muziek die hij schreef, die klinkt alsof het niet Shostakovich' commentaar op de revolutie zelf was, maar op het beeld dat de communistische partij verwachtte dat van die revolutie geschapen werd: zelfverheerlijkend, bombastisch en proletarisch, dat wil zeggen, zonder al te veel modernistische experimenten. Vooral in de finale lijkt het Shostakovich aan inspiratie te hebben ontbroken want doorheen tien minuten muziek komt het idée fixe van de symfonie de luisteraar als het ware murw slaan. De tweede symfonie werd vijfendertig jaar eerder geschreven, in de korte periode in de jaren twintig toen kunstenaars een zekere mate van vrijheid genoten in de Sovjet Unie. Hij is opgedragen aan de tienjarige verjaardag van de revolutie. Shostakovich noemde dit tweedelige werk, bestaande uit een avant-garde orkestrale inleiding en een hymne aan Lenin voor koor en orkest, eerst een symfonische fantasie maar catalogeerde het later als zijn tweede symfonie. Het gebruik van verschillende fabrieksfluiten, de ingewikkelde polyfonie en de scherpe dissonanten doen sterk denken aan het futurisme en het is niet te verwonderen dat dit werk enkele jaren aangevallen werd door het regime voor wat gezien werd als westerse decadentie en avant-gardistische neigingen.

Het Beethoven Orchester Bonn speelt heel transparant en vrij licht, wat het begin van de tweede symfonie ten goede komt. Met zijn zevenentwintig aparte melodielijnen beeldt de opening van de symfonie de prerevolutionaire chaos in Rusland uit en net als in de erop volgende fuga tussen houtblazers en soloviool heb je als luisteraar geen enkele moeite om de aparte stemmen te volgen. De zachte, uiterst verzorgde klank van het orkest komt vooral goed tot uiting in de koperblazers, die altijd een mooie ronde warme klank bezitten. Dit maakt de finale van de twaalfde symfonie meteen een stuk minder bombastisch en melodieuzer om naar te luisteren. Ook de knappe trombonesolo in het trage deel van deze symfonie klinkt heel muzikaal en afgewerkt. Kofman kiest ervoor effecten achterwege te laten (een groot verschil met Gergiev of Jansons bijvoorbeeld) en zich te concentreren op een zachter klankidioom, meer naar de kamermuziek toe. Dit kan echter niet beletten dat de koorfinale van de tweede symfonie wat geforceerd klinkt, al kan dit net zo goed te wijten zijn aan de tekst van de dichter Bezymensky, die zich niet gemakkelijk op muziek liet zetten. Niettemin zingt het Tsjechisch Filharmonisch koor niet met dezelfde transparantie als het orkest, noch met een gepaste energie die haar de nodige stevigheid zou kunnen verlenen.

Al bij al is dit een geslaagde opname want hoewel het niet gemakkelijk is tot een bevredigende uitvoering van deze twaalfde symfonie te komen, laat Roman Kofman haar erg muzikaal en melodieus overkomen. En net als Shostakovich' tweede komt ook dit werk goed over dankzij de verzorgde klank van het orkest.

Meer over Dmitri Shostakovich


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.