Shostakovich' tweede pianotrio is een van zijn bekendste en meest uitgevoerde kamermuziekwerken. Het werd in 1944 geschreven, ter nagedachtenis van Benjamnin Fleichman, een van zijn compositiestudenten. Fleichman was in september 1941 gestorven en dit trio, met zijn onmiskenbaar joodse ondertoon, weerspiegelt van ook die afkomst. Het betekende het begin van een hele reeks 'joodse' composities van Shostakovich die hun hoogtepunt zouden kennen in de dertiende symfonie uit 1962.

De '7 Romances naar Gedichten van Alexander Blok werden in 1967 geschreven, in opdracht van de cellist Mstislav Rostropovich. Shostakovich zag echter al snel in dat een combinatie van zang met pianotrio meer expressieve mogelijkheden bood. Zo komt het dat elk deeltje uit deze liedcylus voor een verschillende combinatie van instrumenten is gecomponeerd, van viool-, cello- of pianosolo met zang tot een combinatie van de vier muzikanten samen. De thematiek is erg donker en richt zich op angst, duistere voorgevoelens en de dood.

Violiste Natalia Prischepenko bezit een heerlijk ijle toon, heel fragiel en teder. Dit klinkt zoals Shostakovich het gewild zou hebben want zij slaagt erin bewonderenswaardig veel spanning in haar frases te leggen. Bovendien geeft zij Shostakovich' gevoel voor humor, die gave om zijn eigen ernst bij momenten met ironie te doorprikken, het beste weer, met speelse glissandi in het trage deel van het trio bijvoorbeeld. Ook cellist Sebastian Klinger doet erg veel mooie dingen. Hij bezit een heerlijk gevoel voor lyriek, zoals hij in de finale van het trio laat horen. In het eerste van de '7 Romances', het 'Lied van Ophelia' komt hij heerlijk klagend en kwetsbaar over.

Jammer genoeg stellen de twee andere muzikanten wat teleur. Zo bezit sopraan Tatyana Melnychenko een wat overdreven hevige vibrato, waardoor ze haar eigen kansen om kleur en variatie in haar zanglijn aan te brengen wel erg klein maakt. Zo komt het dat liederen als 'Gamayun' overdreven dramatisch, wat schreeuwerig en zelfs bijna karikaturaal beginnen te klinken. Nochtans hoef je helemaal geen stereotype Wagner-sopraan te zijn om over een pianotrio heen te kunnen zingen. Minder opvallend maar toch lichtjes storend is trouwens dat ze niet overal even goed intoneert, vooral in de meer intieme deeltjes, zoals het derde lied 'Wij waren bij elkaar'. Verder laat het pianospel van Plamena Mangova (bij ons vooral bekend als tweede laureate van de voorbije koningin Elisabethwedstrijd) weinig charme of verfijning horen. Zo houdt de begeleiding het in de trage delen bij een inspiratieloos akkoorden onder de melodielijn zetten, wat veel van de spanning in het eerste deel kapot maakt. Het duivelse tweede deel klinkt dan weer onnodig ruw en zelfs wat stijlloos bij momenten. Niet dat haar virtuoze passages niet probleemloos weerklinken maar uit de aanslag van de piano, of het nu om snelle of trage delen gaat, spreekt nauwelijks muzikaliteit. Zo wordt het natuurlijk bijna onmogelijk om de treurige sfeer die het trage derde deel probeert te scheppen, juist te krijgen. Ook de marsmelodie uit dit deel komt misschien wat té sarcastisch, té mechanisch over om echt te kunnen overtuigen.

Deze cd bevat enkele erg mooie momenten. Jammer genoeg worden de prestaties van de violiste en de cellist al te vaak tenietgedaan door een onverschillige en vaak nodeloos brute aanpak van de pianiste en een weinig gevarieerde zanglijn.

Meer over Dmitri Shostakovich


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.