In 1892 trok Antonin Dvorak naar de verenigde staten om er een aanstelling op te nemen als directeur van het conservatorium van New York. Hij zou er drie jaar blijven en dat verblijf in de VS zou enkele van zijn grootste composities opleveren, waaronder de negende 'Nieuwe Wereld' symfonie. Twee strijkkwartetten kwamen ook voort uit Dvoraks Amerikaanse verblijf. Het twaalfde kwartet in F kreeg later de bijnaam 'Amerikaans' kwartet mee - maar niet van Dvorak, die koeltjes stond tegenover wat vele luisteraars ervoeren als een fusie van Tsjechische en Amerikaanse ingrediënten. Het dertiende kwartet in G werd begonnen in Amerika maar Dvorak liet het langere tijd links liggen en werkte het bij zijn terugkomst in Europa pas verder af. Terwijl het 'Amerikaans' kwartet een klassieke 'hit' is, een onmiddellijk aantrekkelijk werkje vol leuke melodieën en ritmes, liggen de kwaliteiten van het nochtans aanlokkelijke dertiende kwartet niet altijd meteen in het gehoor. Niemand zou echter de schoonheid van het vertederende eerste deel of het zwierige effect van het scherzo en de finale in dit zorgvuldig opgebouwde strijkkwartet kunnen ontkennen.
En wat een prachtig strijkkwartet is het Pavel Haas kwartet toch! De vier Tsjechen zijn gewend om zich op muziek uit hun thuisland toe te spitsen. Vorige opnames, die ook allemaal bij Supraphon uitgegeven werden, belichtten de kwartetten van Leos Janacek en van Pavel Haas zelf, Janaceks tijdgenoot die in 1944 aan zijn einde kwam in de concentratiekampen. Nu is het dus de beurt aan het grotere kwartetrepertoire en ook deze Dvorak wordt met veel ervaring en originaliteit uitgevoerd.
Beide werken bezitten dat onmiskenbare centraal-Europese gevoel, met een aanstekelijke ritmiek en een puls die opzwepend genoeg klinkt. In de finale van het 'Amerikaans' kwartet bijvoorbeeld wordt de muziek soms net eventjes opgehouden, zoals dat ook in echte volksmuziek in de beste Boheemse polka-traditie gebeurt. Uit het openingsdeel van het kwartet in G spreekt een vriendelijke melancholie die archetypisch Tsjechisch overkomt. De actieve begeleiding onder de twee langzame delen - maar vooral onder dat van het 'Amerikaanse' kwartet - houdt een onstuitbare maar haast onopvallende puls, een gezapig dansritme zeg maar, onder de muziek.
Prachtig is de manier waarop altviolist Pavel Nikl het 'Amerikaans' kwartet inzet, donker en warm van klank en met een sterk afgelijnde ritmiek. De warme middenstemmen verlenen een donkere diepgang aan de klank van het Pavel Haas kwartet en houden deze muziek met zijn unieke combinatie van Amerikaanse en Tsjechische dansinvloeden aanstekelijk en levendig.
Het twaalfde en dertiende kwartet vertegenwoordigen het summum van Dvoraks kunnen op kamermuzikaal gebied en zijn op hun tamelijk van elkaar verschillende manier twee werken die vele, herhaalde beluisteringen kunnen doorstaan. Het Pavel Haas kwartet laat dan ook een opname horen waaruit pure musiceervreugde, een grote technische beheersing en vooral een diepe, innige band met Dvoraks Boheemse stijl spreekt!