2007 is Korngold-jaar maar de reeks cd's die ter ere van zijn geboorte (110 jaar geleden) en dood (50 jaar geleden) werden uitgebracht is traag op gang gekomen. Deze uitgave richt zich op de kamermuziek van dit Weense wonderkind dat carrière zou maken als filmcomponist in Hollywood maar in zijn jeugd het respect en de bewondering van onder meer Richard Strauss en Gustav Mahler afdwong.

Het piano trio opus 1 is Korngolds eerste uitgegeven compositie en tevens het eerste volledig originele werk van deze toenmaals dertienjarige componist. Een eerder ballet, getiteld 'Der Schneemann', was al voordien uitgevoerd maar de orkestratie ervan werd grotendeels verzorgd door Korngolds leraar Alexander Zemlinski. Bij een beluistering van dit vierdelige werk valt meteen de maturiteit van Korngolds compositiestijl op: Korngold gaat probleemloos met complexe vormstructuren om, instrumenteert schijnbaar moeiteloos en beheerst vlotjes de meest complexe vormen van polyfonie. Bovendien is dit trio harmonisch behoorlijk uitdagend, met verregaande modulaties, een sterk doorgevoerde chromatische harmonie en vele gedurfde dissonanten, wat de dertienjarige componist meteen in de rangen van Europa's muzikale avant-garde plaatste.

De suite opus 23 voor piano (linkerhand), twee violen en cello dateert uit 1930 en werd geschreven op vraag van de pianist Paul Wittgenstein, die in de eerste wereldoorlog zijn rechterarm verloren had. Geheel in de traditie van een klassieke suite bestaat ook dit werk uit een opeenvolging van enigszins archaïsche vormen: Prelude en Fuga, Wals, Lied of Rondo maar Korngolds technisch ongelooflijk uitdagende instrumentatie doen hem weinigen na. In de eerste plaats is er de veeleisende pianopartij, waarbij de pianist een virtuoze indruk moet wekken met slechts een hand, iets waar Korngold voor zorgt door veelvuldig het pedaal te gebruiken en de piano comfortabel in te bedden in de drie andere instrumenten. Ook de strijkers hebben het niet gemakkelijk, met snelle overgangen tussen pizzicato en gestreken noten of hoge melodieën in flageoletten.

Het Parnassus trio geldt als een van de beste ter wereld en de uitvoering stelt niet teleur. Het scherzo getuigt overvloedig van Korngolds gevoel voor muzikale humor, met korte, snedige melodiefragmenten die verspreid zitten tussen de drie instrumenten, als bij een wals die mank loopt. De centrale sectie van dit deel wordt met een sterke Weense charme uitgevoerd, met uitdagende portamenti en een lui tempo. Het langzame deel getuigt van de grote kwaliteit van dit pianotrio want dit traag uitgesponnen deel wordt heel gevoelig en natuurlijk uitgevoerd, zonder in muzikale clichés te vervallen. De 'Groteske' uit de 'Suite' wordt met gepaste grilligheid gespeeld, terwijl de trage fuga waarmee het werk opent, aardig donker en dreigend weerklinkt.

Korngolds muziek is niet altijd even gemakkelijk om bij een eerste beluistering te appreciëren en deze kamermuziek staat ver verwijderd van de meer toegankelijke filmmuziek die hij in Amerika zou schrijven. De laatromantische harmonieën wijzen naar de atonaliteit en maken het er niet gemakkelijker op. Maar wie zich eraan waagt ontdekt echter erg rijke en verrassende muziek, hier met zorg en gevoel uitgevoerd. Zeker de moeite waard!

Meer over Erich Wolfgang Korngold


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.