De titel van deze plaat doet een religieus werk vermoeden maar niets is minder waar. Binnen Mendelssohns laatste composities neemt het zesde strijkkwartet, dat de bijnaam 'Requiem für Fanny' draagt, naar Mendelssohns vroeg overleden zus Fanny Mendelssohn, een bijzondere plaats in. Het is inderdaad een atypisch sombere, bewogen compositie, van een componist die gekend was om eerder zorgeloze, elegante muziek. Om het dramatische effect van de finale te vergroten zijn bijvoorbeeld de twee middendelen van plaats verwisseld, opdat het rustgevende trage deel, dat in een klassiek kwartet als tweede zou volgen, nu een soort van aanloop kan vormen op het laatste deel. Het andere grote werk op deze cd, het tweede strijkkwintet is van een totaal ander kaliber. De charme van Mozart en de polyfonie van Bach zijn nooit ver weg en Mozarts invloed is ook terug te brengen op de keuze van instrumenten: twee violen, twee altviolen en cello, zoals in Mozarts kwintetten, in tegenstelling tot Schubert en Boccherini bijvoorbeeld, die twee celli verkozen. Als extraatje bevat de plaat ook twee losse composities uit de postuum gepubliceerde stukken op.81. Het scherzo en eventueel de reeks variaties zijn mogelijk alternatieve middendelen voor het 'Requiem für Fanny', dat terzelfder tijd gecomponeerde werd.
Het turbulente zesde strijkkwartet wordt met veel woeste energie gespeeld, al wordt het leed dat Mendelssohn voelde en in zijn muziek stak vaak bedekt door het enthousiasme van de uitvoering. Niet dat er in dit kwartet geen mooie troostende passages zitten, zoals in het trage derde deel of in het tweede thema van het openingsdeel. Maar in de eerste plaats wordt zeker het stormachtige aspect van deze muziek benadrukt. Mendelssohn zou Mendelssohn niet zijn als ook de tragere delen een zekere lichtheid bleven behouden en dat is hier dan ook zo; de trage delen uit het kwartet en kwintet worden met een vlot voortkabbelend karakter en tempo uitgevoerd en ook het 'Tema con Variazioni', een van de 'Quatre Pièces', opus 81 blijft heel onderhoudend en ontspannen klinken.
Mendelssohn hield van wat hij een 'briljant kwartet' noemde, waarbij de eerste viool de andere stemmen domineert en virtuoos boven de drie overige muzikanten uitstijgt. Dit is op deze plaat zeker het geval want eerste violiste Laura Andriani speelt in sommige passages nogal duidelijk een solostem die zich afzet tegen de rest van het ensemble door meer vibrato te gebruiken en iets naar voren te komen in de balans. Het strijkkwintet klinkt opgewekt en enthousiast, zoals de vurige opening, heel symfonisch gedacht, hier bewijst. De finale uit het tweede strijkkwintet bezit dan weer een heel betoverende, eenvoudige charme, die het beeld van Mendelssohn bevestigt als componist die schoonheid, geen conflict zoekt.
Deze plaat brengt op heel aantrekkelijke wijze enkele van Mendelssohns late kamermuziekwerken voor strijkkwartet en –kwintet. Wat het Quatuor Alcan misschien mist aan diepgang in het zesde kwartet, maken ze meer dan goed door een heel gedreven uitvoering.
Meer over Felix Mendelssohn-Bartholdy
Verder bij Kwadratuur
Interessante links