De jonge Ferdinant Ries bood zich in 1801 aan als leerling bij Beethoven in Wenen en Beethoven, die de steun die Ries' vader hem gegeven had in Bonn nog niet vergeten was, aanvaardde Ries dan ook meteen als leerling. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de muziek van Ferdinand Ries vaak aan die van zijn leermeester doet denken, al was zijn leven nogal verschillend dan dat van Beethoven. Ries maakte vooral naam als pianovirtuoos en leidde een welstellend leven, zodat hij zich in 1824 kon terugtrekken in het rijnland en enkel nog componeerde voor het plezier.

De drie kwartetten voor fluit en strijktrio (strijkkwartet zeg maar, waarbij de fluit de rol van eerste viool overneemt) stammen van na 1824 en zijn waarschijnlijk bedoeld als een geheel, om in een avond uitgevoerd te worden, niet als losse stukjes. Daarvoor is hun stijl te verschillend: het eerste kwartet kijkt terug naar Mozarts elegante en bevat zelfs enkele citaten (uit Mozarts 'dissonanten' kwartet bijvoorbeeld), terwijl het tweede kwartet, in een ernstige e mineur toonaard, meer tekenen van een turbulente romantische drang geest bevat. Het laatste kwartet lijkt een geschikte afsluiter van de reeks en is doorgaans vrolijk en onbezorgd, met een virtuoze finale. De Amerikaanse fluitist John Herrick Littlefield ontdekte de manuscripten van dit opus 145 in de Library of Congress, bewerkte ze en gaf ze uit en speelt ze hier ook in...

Littlefields klank is erg zacht en rond, een beetje naar de klank van een houten instrument toe. Zo is het erg mooi dat de fluit in de balans niet overmatig luid klinkt, ook niet in de hoogte, en altijd een zekere zachtheid blijft bewaren. Hij speelt zonder veel vibrato, wat hem niet alleen een heerlijk zuivere klank geeft in vergelijking met veel van zijn collega's, maar wat ook uitstekend bij deze stijl van muziek past. Vooral de trage delen, die hier slechts gematigd langzaam uitgevoerd worden, winnen veel hierbij, want zo kan de fluit een wezenlijk onderdeel van het ensemble worden en moeiteloos de dialoog aangaan met de drie strijkers. De finales van de drie kwartetten bieden elegant spektakel, virtuoos maar zonder ooit uit Ries' galatante stijl van muziek te vallen. De finale van het eerste kwartet, 'Allegro all'espagnola' is bijvoorbeeld, met zijn lichte Spaanse tintjes een relatief zeldzaam voorbeeld van vroeg romantisch exotisme in de muziek. Ook erg mooi is het menuet uit het tweede kwartet, met zijn dringende, onrustige karakter of het langzame deel uit het eerste, waar viool, altviool en cello een heerlijk warm 'bed' voor de fluitist uitspreiden.

Toch steeds leuk om een cd te beluisteren met weinig bekende muziek, die dan ook nog eens erg elegant overkomt en met hoorbaar plezier uitgevoerd wordt. Al mag Ries' muziek dan het hemelbestormende van de werken van zijn tijdgenoot Beethoven missen, toch heeft hij genoeg vaardigheid als componist om zijn muziek heel aardig en stijlvol vorm te geven.

Meer over Ferdinand Ries


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.