De Zwitserse componist Frank Martin bracht een groot deel van zijn leven door in Nederland en zo is het misschien geen toeval dat het Zwitsere Musikkollegium Winterthur hier onder leiding van de Nederlandse dirigent Jac van Steen drie concertante werken van Martin voorstelt, namelijk de 'Polyptyque' voor viool en orkest, de 'Passacaille' voor strijkers en het concerto voor klavecimbel.

'Polyptyque' werd geschreven op vraag van Yehudi Menuhin, die een klassiek vioolconcerto voor ogen had maar Martins bewondering voor Bach en diens concerti was te groot en hij besloot bescheidener uit de hoek te komen met een reeks aan elkaar aansluitende taferelen die geïnspireerd werden door beelden uit Jezus' kruisweg en (met uitzondering van het verwrongen 'Image de Judas') een sterk in zich gekeerd karakter hebben. De 'Passacaille' voor strijkers kijkt ook om naar religieuze muziek en vooral naar die van Bach. Het is een bewerking van een werk dat Martin oorspronkelijk voor orgel schreef, een reeks variaties boven een vastgelegde basmelodie.

Martin was geen echt modernistische componist en zeker geen hemelbestormer maar hij integreerde in zijn werken vele modernistische elementen die aan het begin van de twintigste eeuw in de mode waren. Echte atonaliteit vindt men bij hem dan ook niet maar wel een veelvuldig gebruik van spanningsvolle harmonieën en doorwrochte dissonanten. Dat mag de muziek dan misschien al te vaak wat grijzig doen klinken maar de uitvoering van deze drie stukken zelf door het Zwitserse Musikkollegium Winterthur, houdt haar textuur warm en muzikaal. Hier hoort men geen ijle strijkers maar een hechte sectie die gelijk fraseert, weet hoe je op de toppen van je tenen een solist moet begeleiden en op vele momenten kleur kan maken. Zo is er de opening van 'Polyptyque', met zijn ernstige karakter en niet al te snelle polyfonie of het nadenkende eerste deel van het concerto voor klavecimbel.

Die zelfde op de spreektaal geënte benadering kenmerkt ook het vioolspel van solist Will Zimmerman, die de kunst verstaat onmerkbaar met het orkest te versmelten en er niet als een solist in prima donnastijl boven te gaan hangen, iets wat deze nuchtere muziek ook moeilijk zou verdragen. Hij combineert warmte in zijn vioolspel met een sterk doorgedreven zuiverheid, zeker ook in het hoogste register.

Frasering is bij dit soort muziek uiterst belangrijk en dat realiseert dirigent Jac van Steen zich ongetwijfeld, die in deze uitvoering veel aandacht laat uitgaan naar het retorische aspect van deze muziek en zo een continu spel van vraag en antwoord, twijfel en bevestiging creëert. Op diezelfde manier wordt de laatste sectie van het concerto voor klavecimbel en kamerorkest spitsvondig gehouden, met een vluchtig, duivels walsritme.

Dit concerto voor klavecimbel is het enige werk met (enige) blazers erin. Martin gebruikt de droge klankkleur van de klavecimbel om een bij momenten doodse atmosfeer te creëren maar compenseert dat met een begeleiding die zo comfortabel en sfeervol klinkt als hij ooit zou schrijven, met als beste voorbeeld het dromerige begin van het 'Adagio'.

Frank Martins muziek kent voor- en tegenstanders en spreekt niet iedereen aan maar deze uitvoering doet alvast zijn uiterste best om het werk van deze Zwitser, zo ascetisch en introvert als het soms dan mag klinken, toch toegankelijk en verstaanbaar te presenteren.

Meer over Frank Martin


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.