De naam Pascal Amoyel doet hier en daar waarschijnlijk wel een belletje rinkelen. Echter niet zozeer als solopianist, maar wel als jarenlang begeleider van Emanuelle Bertrand, de Française die bij Harmonia Mundi momenteel het mooie weer maakt op cello. Ze staat nog steeds wat in de schaduw van de briljante Jean-Guihen Queyras, maar exploreerde tot op heden opvallend divers repertoire. Avontuurlijke uitstapjes naar bijvoorbeeld Kodály zijn bij Bertrand eerder uitzondering dan regel, hoewel ze ook reeds iets opnam van, jawel, Amoyel zelf. 'Itinérance' heette het werk en het paste mooi in een programma waar ook een cellosuite van Britten in voorkwam. Amoyel bleef als begeleider logischerwijs wat in de schaduw van de soliste, hoewel hij zelf ondertussen reeds sleutelde aan een solocarrière door deel te nemen aan verschillende wedstrijden. Dat leverde hem de laatste jaren meerdere prijzen op, ook voor compositie. Dat Amoyel het soort pianist is die vooraleer een noot te spelen een volledig doorzicht van de partituur wil hebben, lijkt logisch voor wie zijn schitterende versie van Liszts 'Harmonies Poétiques et Religieuses' beluistert. Daarnaast verscheen van de pianist trouwes ook al een verpletterende Scriabin-opname, die echter grotendeels onopgemerkt bleef door de gebrekkige distributie van het label Calliope.

Inmiddels staat Amoyel echter in de schijnwerpers, zoals het hoort. Hij speelt binnen deze opname uitsluitend latere werken van Liszt, uit de periode waarin de rokkenjager van weleer een devoot Christen was geworden. De levenswandel van Liszt bleef weliswaar dubbelzinnig, maar de nadruk ging in de latere werken veel meer liggen op het sacrale en het geloofsaspect verwerkte de componist in verschillende vocale en instrumentale werken. De spil van deze opname wordt gevormd door de 'Harmonies Poétiques et Religieuses', zelf goed voor een avondvullend concertprogramma. Poëzie van Alphonse de Lamartine, een tijdgenoot van Liszt, diende als basismateriaal, hoewel Liszt het literaire uitgangspunt zeer vrij bewerkte. Slechts vier van de tien titels verwijzen expliciet naar poëzie uit Lamartine's bundel en tekstueel heeft de componist de woorden zeker niet slaafs getoondicht. Wat dat aspect betreft zijn de 'Harmonies Poétiques et Religieuses' zelf ook sterk poëtisch: niet intellectueel-gecondenseerd, maar juist enorm ongebonden opgevat, alsof Liszt mijmert over, op en rondom reeds bestaande mijmeringen. Op die manier wordt de muziek natuurlijk erg abstract: het resultaat is ongeveer anderhalf uur schriftuur met weinig structureel houvast. Behalve de vormen takelt Liszt echter ook de tonale principes toe: Schönberg zou zijn collega later niet voor niets betichten van het "aansteken" van de beweging die het failliet van de tonaliteit verkondigde.

Amoyel had de keuze om dit zware repertoire tegenover lichtere Liszt te plaatsen, maar dat doet hij niet. De tweede ballade, bij wijze van opening, zet meteen de geheimzinnige, plechtstatige toon die de hele opname overheerst. Later grijpt de pianist nog naar drie 'Liebestraüme' en twee 'Romances'. Zij vormen een iets draaglijker slotakkoord, dat echter – door de Wagneriaanse invloeden – nog steeds niet erg behapbaar klinkt. De kracht van Amoyel is dan weer dat hij alle abstracties van deze muziek overstijgt en epische karakterstukken maakt van de afzonderlijke werken. Weliswaar blijven de' Harmonies Poétiques et Religieuses' een transcenderende ervaring, maar in handen van Amoyel wordt de luisteraar niet murw geslagen door deze pianistieke mastodonten. Amoyel speelt met een gemak en een eenvoud die het effect creëren dat het niet erg is deze muziek niet tot in de puntjes te begrijpen. Veel meer dan een intellectuele ervaring, laat de pianist deze werken tot gevoelsmatige pareltjes uitbloeien. De weinig opgenomen 'Harmonies Poétiques et Religieuses' krijgen met deze mooi uitgegeven dubbel-cd kortom een lezing die zelden werd geëvenaard.

Meer over Franz Liszt


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.