Schubert schreef tijdens zijn korte leven zes missen, van een eerste uit 1814, toen hij zeventien jaar oud was tot deze laatste 'grote' mis in Es majeur uit 1828, het jaar van zijn dood. Het Zwitserse Orchestre de Chambre de Lausanne nam dit prachtige werk live op in een opname die zonder meer tot een van de mooiste Schubert-cd's kan gerekend worden die het laatste jaar uitgegeven werden.
Opvallend aan deze mis is de kleine rol die de vocale solisten krijgen (enkele lijnen in het 'Credo', het 'Benedictus' en het 'Agnus Dei' slechts) en de op die manier belangrijke rol die voor het koor is weggelegd. Het Ensemble Vocal de Lausanne opent de mis met een vrij dikke maar verzorgde klank in het 'Kyrie'. Het 'Gloria' komt in vergelijking heel getemperd over en bezit niets hemels of echt uitbundigs. Wat een lofzang op de Heer zou moeten zijn in de katholieke liturgie komt zo een beetje zwakjes over. Het koor is nochtans erg goed verstaanbaar maar haar ritmiek, haar spreekritme komt zwaar over, alsof de zangeres lood in de voeten hebben. Gelukkig volgen er genoeg mooie momenten om dit snel te doen vergeten. De fuga op 'cum sancto spirito' bijvoorbeeld, wordt heel delicaat ingezet door het mannenkoor en krijgt van het Orchestre de Chambre de Lausanne een zorgvuldige begeleiding mee. Zo blijft Schuberts polyfonie overzichtelijk en gaan 'piano' passages in het 'Gloria' of het 'Credo' haast als kamermuziek klinken. Op het 'Crufixus' uit het 'Credo', waar Jezus' kruisiging wordt beschreven heerst een afwachtende spanning wanneer dirigent Michel Corboz een in religieuze muziek redelijk zeldzame dosis dramatiek aan Schuberts partituur toevoegt. Ook het 'Agnus Dei' krijgt een zekere theatraliteit mee, waar vrij prominente trombones en hoorns voor een donkere ondersteuning van het koor zorgen.
De blazers spelen Schuberts dankbare partituur met veel fijngevoeligheid, mooie individuele soli en een delicate klank waar andere kamerorkesten terecht jaloers op mogen zijn. Dit maakt vele plekken uit de mis ogenblikkelijk transparant en gevoelig. Een goed voorbeeld is het 'Benedictus' waar de houtblazers de kunst verstaan koor en solisten heel fijnzinnig en breekbaar te begeleiden. De strijkers van het Orchestre de Chambre de Lausanne klinken iets meer afgerond.
De vijf solisten mengen samen erg goed en vormen een met zorg samengesteld ensemble. Dat komt nergens mooier naar voren dan op de slotpassages van de mis, op het 'Dona nobis pacem', waar koor en solisten precies de juiste balans met elkaar vinden. Sopraan Brigitte Fournier houdt op het mooie 'et incarnatus est' haar vibrato bijna volledig onder controle zonder vlak of hard te gaan klinken. Tenor Jörg Dürmüller klinkt afgerond en bescheiden, zonder dwang en Gaston Sister vormt een gedroomde bas voor het kwartet uit het 'Benedictus' en het 'Agnus Dei', met een precieze en melodieuze lezing van zijn partij. Zo blijft dit een bijzonder knappe opname, die de spanning van de live-concert combineert met een delicate en gevoelige uitvoering van een van Schuberts meesterwerken.
Meer over Franz Schubert
Verder bij Kwadratuur
Interessante links