Haydn schreef voor vele instrumenten concerti maar die zijn lang niet allemaal bewaard gebleven. De twee celloconcerti, het eerste in C majeur uit pakweg 1765 en het tweede in D majeur uit 1782 vormen goede illustraties. Ze verdwenen haast volledig uit het zicht tijdens de negentiende eeuw. Het manuscript van het eerste concerto werd pas in 1961 herontdekt en van het tweede concerto was slechts tot in de twintigste eeuw een logge romantische bewerking bekend. Nu zijn ze echter niet meer weg te denken uit het repertoire van elke cellist.

Sergei Istomin is solist van dienst in deze opname met het Apollo Ensemble. Er werd teruggegaan naar de praktijk van muziek uitvoeren in Haydns tijd. Dat wil in de eerste plaats zeggen dat er op authentieke instrumenten wordt gespeeld - darmsnaren voor de strijkers, klassieke hobo's en natuurhoorns - maar ook dat het orkest passend klein gehouden werd. De cello is niet enkel solist in deze concerti maar speelt ook de cellopartij van het orkest mee in de 'tutti' passages. Het orkest heeft dus geen eigen cellist en het is leuk om te horen hoe, wanneer de cello sololijnen heeft het enkel de contrabas is die de begeleiding ondersteunt.
Als extraatje werd gekozen voor een van Haydns vroege symfonieën, de zestiende in dit geval in Bes majeur. Vele van die symfonieën bevatten uitgebreide solomomenten voor de uitstekende muzikanten die Haydn in het hoforkest van prins Anton Esterhaza ter beschikking had en zo ook in deze symfonie, die enkele mooie sololijnen voor cello presenteert.

Istomin zelf is een gedroomde solist in deze concerti, die hij stijlvol maar ook met verve uitvoert. Zijn cello mag diep en zwaar klinken in het laagste register of op de vele dubbelgrepen van deze concerti maar zijn middenregister is soepel en warm, precies goed om zangerig uit de hoek te komen. Sommige passages uit de trage delen klinken nog net niet als romantische muziek in hun brede lyriek. Istomins hoogste noten domineren het orkest niet maar zijn razend accuraat en klinken mooi in evenwicht met de rest van zijn tessituur.

Bovendien zijn dit fijne, karaktervolle uitvoeringen. De finale van de symfonie wordt in het opzwepende, vlugge tempo van een gigue (of een volkse 'jig') gespeeld. De laatste delen van de twee concerti - het opgewonden ‘Allegro Molto’ van het eerste en het meer gezapige ‘Allegro’ van het tweede - bezitten elk op hun eigen manier een vlotte, aangename cadans. Het orkest vormt trouwens een hecht samen gekneede groep, waarin de blazers goed in aanwezig zijn en voor een warme groepsklank zorgen.

Zulke mooie uitvoeringen van Haynds celloconcerti als deze mogen beslist gehoord worden. Solist en orkestleden zorgen voor een levendige, muzikale prestatie die Haydns muziek laat schitteren. De keuze voor een vroege en nagenoeg onbekende symfonie uit Haydns Esterhazy-periode als derde werk vormt een passend sluitstuk bij de twee celloconcerti.

Meer over


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.