Een discografie zo indrukwekkend als die van het Cantus Cölln zingt men niet in een-twee-drie bij elkaar. De oprichting van het ensemble dateert dan ook al van 1987 en sedertdien bouwde het ensemble steen voor steen aan een indrukwekkende reputatie als interpreten van oude muziek. Men kan het ensemble en zijn dirigent Konrad Junghänel inderdaad verwijten dat ze als collectief nooit hun horizon hebben verbreed tot meer recente muziek, maar de consistentie van hun oeuvre kan even goed als een groot pluspunt worden gezien. Het is overigens uitzonderlijk dat Harmonia Mundi twee verschillende cd's van eenzelfde ensemble opnieuw uitbrengt in de prestigieuze Harmonia Mundi Gold-serie, maar naast deze opname met de 'Italiaanse madrigalen' van Heinrich Schütz viel ook hun interpretatie van Bachs B mineur-mis diezelfde eer te beurt. Die werd hier en daar zelfs genoemd als referentie-opname voor het werk, waarmee Konrad Junghänel onder meer Philippe Herreweghe in de wind zette.

De 'Italiaanse madrigalen' van Heinrich Schütz stellen interpreten vandaag overigens nog steeds voor problemen. De componist zou immers zijn leven lang religieuze muziek schrijven, na deze ene profane liederencyclus. Zegt dat iets over hoe Schütz zelf tegen zijn eerste worp aankeek? Nee, want de componist zou zich vele jaren later nog met vreugde zijn Italiaanse periode herinneren. Desondanks betreft het een buitenbeentje in 's mans oeuvre en in die hoedanigheid weten ensembles soms niet helemaal hoe ze het werk moeten aanpakken. Wetende dat Schütz tijdens zijn periode in Venetië een grote invloed had ondergaan van zijn leermeester Giovanni Gabrieli, kan men de werken in het verlengde van diens stijl relatief eenvoudig thuisbrengen. Daarenboven integreerde de componist ook elementen uit de oude Nederlandse a capella-school, naast vondsten die Monteverdi hem zou aangereikt hebben. Ook herbergen deze madrigalen uitzonderlijke expressieve kenmerken, zoals het gebruik van voor die tijd wringende harmonieën en hier en daar zelfs een ritmisch risico. Voor wie bekijkt waar de muziekindustrie vandaag staat, is het soms moeilijk te geloven dat deze werken in hun tijd revolutionair konden genoemd worden.

Wat vandaag resteert, is prachtige koormuziek op de bres tussen traditionele renaissance- en barokmuziek. Schütz koos er bewust voor om zonder basso continuo aan de slag te gaan en deze madrigalen lijken er soms ouder door dan ze in feite zijn. Gelukkig pakt Konrad Jurghänel de lange partituur aan vanuit een enorme gretigheid, waardoor af en toe vocale geestigheden komen bovendrijven. Door de minutieuze uitwerking van de verschillende stemmen ontstaat een begeesterend web waarin tal van stemmen over en onder elkaar door buitelen. De dynamiek is, zeker in deze muziek, zelden gezien. Tegelijk houdt Junghänel de tekstexpressie in het oog en blijft de verstaanbaarheid van de tekst veel belang krijgen. De uitvoering in zijn geheel krijgt er niet zozeer een evenwichtig, als wel een Dionysisch karakter door, dat perfect aansluit bij de Italiaanse geest waarin Schütz, toen nog een jonge muziekstudent, de werken heeft gecomponeerd.

De mooie uitgave maakt deze opname helemaal af. Met goede historische duiding en bovendien spotgoedkoop geprijsd, zouden liefhebbers van oude muziek eigenlijk niet mogen twijfelen. Beter dan dit kan deze muziek immers onmogelijk uitgevoerd worden.

Meer over Heinrich Schütz


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.